Direct naar artikelinhoud
AchtergrondIndustrie

‘Vergelijk het met iemand die zwaar ziek wordt en nooit meer volledig herstelt’: Europese industrie trekt aan de alarmbel

De ArcelorMittal-fabriek in Gent. VUB-onderzoeker Tomas Wyns: ‘Sinds corona beseffen we dat we strategische sectoren, materialen en producten dicht bij huis moeten houden.’Beeld Photo News

De Europese industrie kreunt onder de hoge energieprijzen, de oorlog in Oekraïne en de concurrentie met China. En dat is een groot probleem, zegt VUB-onderzoeker industriële transitie Tomas Wyns. ‘Want de oplossingen voor de klimaatcrisis moeten van die industrie komen.’

De Europese industrie kreunt ­onder de hoge energieprijzen, de oorlog in Oekraïne en de ­concurrentie met China. Daarom kwamen ­Ineos-topman Jim Ratcliffe, Geert Van ­Poelvoorde, Europees CEO van de staalreus ­ArcelorMittal, Ilham Kadri van chemie­bedrijf Solvay en een zeventigtal andere ­toplui ­afgelopen week samen op de Antwerpse site van chemiereus BASF, om Europa een toekomstmanifest voor te leggen.

“Vooral de energie-intensieve industrie was aanwezig: de metaal- en cementproducenten, de chemie, de baksteenfederatie. Het is ook geen toeval dat de vergadering doorging bij BASF, een van de grootste energieverbruikers van Europa”, vertelt Tomas Wyns.

Zo’n bijeenkomst is best uitzonderlijk. Wat is er aan de hand?

“De situatie is ook vrij uitzonderlijk: de energie-intensieve industrie in Europa heeft het heel moeilijk. De belangrijkste oorzaak is de hoge energieprijs, een gevolg van de oorlog in Oekraïne. Voor veel van deze bedrijven is energie goed voor meer dan de helft van de totale productiekost. Deze bedrijven hebben wel overheidssteun gekregen en inmiddels zijn de prijzen weer wat gedaald, maar de industrie heeft de crisis nog niet verteerd.

“In Nederland is onlangs de productie van zink stilgelegd. De Europese aluminiumproductie zit ook nog ver onder het niveau van voor corona. Ook de chemie heeft zich nog niet hersteld: steeds meer producenten stoppen bijvoorbeeld met de energie-intensieve productie van ammoniak.

“Daarnaast speelt ook de concurrentie uit China mee. Daar is de bouwindustrie stilgevallen, waardoor de overheid nu veel geld pompt in consumptiegoederen zoals elektronica en auto’s. Die zijn deels ook voor de export bestemd. Het gevolg: door deze kunstmatige overproductie dalen wereldwijd de prijzen van deze goederen en dat voelen de bedrijven hier ook, terwijl de productiekost hier wel veel hoger ligt. Daarbovenop legt de Europese Green Deal de industrie allerlei nieuwe voorwaarden op waar landen zoals China zich niets van hoeven aan te trekken.”

De concurrentie komt tegenwoordig ook uit de Verenigde Staten. Wat speelt daar?

“Twee dingen: de lage energiekost en een nieuw industrieel beleid. De Inflation Reduction Act van Joe Biden geeft via belastingvoordelen veel steun aan de groene industrie. De bedoeling is om in de VS een waardeketen op te bouwen rond hernieuwbare energie, zoals zonne- en windenergie, maar ook batterijen. Daarmee trekken de VS nieuwe investeringen aan, waarmee ze zich wapenen voor de toekomst. Als wij die investeringen missen, zet dat een rem op onze toekomstige industriële ontwikkeling.”

Vorig jaar kromp de productie van de Belgische industrie al met ruim 5 procent.

“De productie-index voor de chemie in Vlaanderen − de chemie is vooral Vlaams − lag eind 2023 meer dan 10 procent lager dan in 2015. In Duitsland is dat zelfs bijna 25 procent. Dat zijn historisch lage cijfers, en ze komen boven op de productiecapaciteit die de Europese industrie tijdens de economische crisis van 2009 al kwijtraakte.

“Zo’n capaciteitsverlies kun je vergelijken met iemand die zwaar ziek wordt en nooit meer volledig herstelt. Als een bedrijf een afdeling sluit, komt die productie zelden terug. Ook de link met andere sectoren is belangrijk. Jij en ik zijn geen klant bij BASF of Solvay, maar bijvoorbeeld de bouwindustrie en automobielsector wel. In Duitsland zien we ook hoe ook de autosector wankelt, waardoor de chemische sector gevaar loopt.

De leegloop lijkt al begonnen: BASF zal de komende jaren vooral in Europa besparen en het ­Belgische Solvay besliste vorig jaar om niet in Europa maar in de VS te investeren. ExxonMobil zou ook twijfelen om in Antwerpen te investeren.

“Bedrijven zoeken natuurlijk de beste voorwaarden en spelen daarbij landen tegen elkaar uit. Wat zij belangrijk vinden, is het onderliggende investeringsklimaat: de energieprijzen, het vergunningsbeleid, geschoolde werkkrachten, loonkost en de aanwezige infrastructuur.

“Hoelang deze crisis zal duren, zal ook afhangen van hoe wij de industrie willen ondersteunen. Het is belangrijk dat bedrijven hier blijven investeren, maar we moeten ons ook niet blindstaren op één nieuwe productielijn die hier al dan niet zal blijven. We moeten vooral een breed gedragen visie uitwerken: hoe willen we dat onze industrie hier verder ontwikkelt?”

Opmerkelijk is dat de industrie zich wel voluit achter de Green Deal schaart. Meer zelfs: zonder industrie geen energieomwenteling, klinkt het. Dat is verrassend.

“Absoluut. Tot een paar jaar geleden gingen velen ervan uit dat we in Europa zouden evolueren naar een diensteneconomie zonder al te veel industrie − al is dat een contradictio in terminis, want ook de dienstensector heeft materialen en producten nodig, denk maar aan de logistiek of de informatica- en techsector.

“Maar vandaag is er een groter besef dat de oplossingen voor de klimaatcrisis van de industrie moeten komen. Om onze hernieuwbare energie, elektrische voertuigen en batterijen te produceren, hebben we staal, metalen en kunststoffen nodig. Zonder basisindustrie geen moderne samenleving, laat staan een klimaatneutrale samenleving. Dat besef is in Europa stilaan aan het insijpelen.

“Ik denk dat we te lang hebben vastgehouden aan het cliché van de rook spuwende fabrieksschoorsteen. We beseffen vaak niet dat die schoorstenen nodig zijn om materialen te produceren die we elke dag gebruiken, maar dat die sector ook veranderd is. Twintig jaar geleden zag de industrie de oplossing niet, tot ze ontdekte wat ze met bijvoorbeeld waterstof en hernieuwbare energie zoal kan doen. Tegelijk is er dankzij de vraag naar elektrische voertuigen, windturbines en batterijen ook een grote markt voor hun producten ontstaan. De zakelijke opportuniteiten zijn enorm, maar de sector staat ook voor een gigantische opdracht. Dat verklaart mee de frustraties.”

Premier Alexander De Croo, Vlaams minister-president Jan Jambon en Europese Commissie-voorzitter Ursula von der Leyen in Antwerpen, met zeventig Europese toplui uit de industrie.Beeld BELGA

Maar dan nog: zijn de klimaat- en milieudoelstellingen en zware industrie wel te verzoenen?

“Het zal moeten. Als we een klimaatneutrale samenleving willen waarin we ons welvaartsniveau behouden, kunnen we niet zonder klimaatneutrale industrie. Het is aan de overheid om voorwaarden te creëren waardoor de sector de juiste investeringen kan maken.”

Staatssteun dus?

“Dat zal inderdaad belangrijk zijn. Er is kapitaal nodig om nieuwe technologieën te ontwikkelen, die wellicht ook wat tijd nodig hebben voor ze competitief zijn. Ook essentieel is dat de overheid in nieuwe infrastructuur voorziet. Als we bijvoorbeeld willen dat de industrie elektrificeert, moeten we er natuurlijk voor zorgen dat er voldoende capaciteit is op het elektriciteitsnet.

“Het is trouwens niet de eerste keer dat we voor zo’n oefening staan. Na de Tweede Wereldoorlog is onze industrie ingedommeld, waarop de overheid zwaar in de Antwerpse haven, het logistieke netwerk, onze autosnelwegen heeft geïnvesteerd. Daarna is de industrie gekomen: chemiebedrijven als BASF, Bayer en Monsanto, waaruit nadien de farmasector is ontstaan. Ook de staalindustrie heeft zich toen gemoderniseerd. In amper vijftien jaar tijd is toen in de basis voor onze huidige welvaart gelegd.”

Dat klinkt als een bijzonder dure operatie. Is daar geld voor?

“Dat is een knelpunt. Voor de grote landen met meer budgettaire ruimte is het makkelijker dan voor kleine landen. Dat is wat nu speelt bij ArcelorMittal, dat op een nieuwe investering broedt: gaat het naar Frankrijk of blijft het in Vlaanderen? Europa is ook heel streng voor lidstaten die schulden maken, maar moet opletten dat het zo de Green Deal niet zelf blokkeert. De transitie zal geld kosten, maar het is ook een investering waar we later de vruchten van zullen plukken.”

Sommige economen vragen zich af of Europa, dat vooral sterk is in innovatie, die groene technologieën per se zelf moet maken. Als China elektrische wagens veel goedkoper kan bouwen, varen wij daar als consumenten wel bij.

“We moeten ons wel durven af te vragen waarom die wagens zo goedkoop zijn: de Chinese oversubsidiëring is een manier om wereldwijd met spotprijzen de markten in te palmen en de lokale productie te vernietigen. Bovendien riskeren we te afhankelijk te worden van China.

“De coronacrisis is op dat vlak toch een les geweest. Vlaanderen produceert miljoenen ton van de kunststof polypropyleen, een grondstof voor mondmaskers, maar we konden die mondmaskers niet zelf maken. Ons polypropyleen moest dus naar de andere kant van de wereld, om dan terug te komen in de vorm van mondmaskers. Toen hebben we beseft dat het toch belangrijk is om strategische sectoren, materialen en producten dicht bij huis te houden.

“Die kwestie speelt nu ook in de defensie-industrie: een groot deel van het militaire materieel is afhankelijk van basismaterialen als aluminium en koper. Europa zal proberen om ervoor te zorgen dat die basismaterialen hier gemaakt worden. In de VS letten ze daar al langer op: voor de productie van hun F-35-gevechtsvliegtuigen willen ze geen aluminium dat van buiten Noord-Amerika komt.

“Dat was tien jaar geleden ondenkbaar. De coronacrisis en de oorlog in Oekraïne hebben voor een enorme shift gezorgd in onze houding ten opzichte van internationale handel en samenwerking: we zijn van onze roze wolk gedonderd en terechtgekomen in een geopolitiek klimaat waarin zelfs sommige belangrijke handelspartners het niet per se goed voor hebben met ons.”

Premier Alexander De Croo en Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen zakten dinsdag ook af naar Antwerpen. Is de boodschap aangekomen?

“Ik weet het niet. We bevinden ons in een politiek vacuüm. Von der Leyen belooft nu een Industrial Deal, maar dat is een symbolisch engagement van een leider die nog geen mandaat heeft voor de komende jaren. De wensen van de sector zijn overgemaakt en ik denk dat Europa beseft dat het iets moet doen. De kans lijkt me reëel dat er bijvoorbeeld een Europese vicepresident wordt aangesteld die zo’n Industrial Deal moet uitwerken, net zoals Frans Timmermans voor het klimaat heeft gedaan.”