Kogel onder de hamer uit wapen waarmee John Lennon werd vermoord

Toenmalig hoofdinspecteur Brian Taylor maakte in september 1984 een reis naar New York om er samen met een groep jongeren in opleiding de bekende politiedienst NYPD te bezoeken. De trip kreeg een nare wending toen Taylor mee op patrouille ging en de agenten betrokken raakten bij een schietpartij. Als Britse gast in de VS was Taylor de enige van het gezelschap die ongewapend was. De NYPD zat verveeld met de situatie en bedacht een originele poging om zich te verontschuldigen. Ze namen Taylor mee naar een museum met wapens uit beruchte zaken.

Zoals de moord op de Brit John Lennon, die megapopulair werd met The Beatles, de invloedrijkste band uit de popgeschiedenis. John Lennon woonde met zijn vrouw Yoko Ono in het Dakotagebouw in New York bij Central Park en werd daar op 8 december 1980 doodgeschoten door Mark Chapman. De revolver waarmee Chapman vijf kogels op de legendarische muzikant afvuurde, werd ook in het museum tentoongesteld waar hoofdinspecteur Brian Taylor te gast was. Taylor mocht van de NYPD zelf vuren met het - helaas beruchte - wapen, en kreeg de kogel en het patroon mee naar huis. Hij liet alles inkaderen, samen met een foto van zichzelf met de voorwerpen, en hield het bij tot aan zijn dood.

Nu willen de nabestaanden de objecten laten veilen. Dat zal aanstaande donderdag gebeuren door veilinghuis Anderson & Garland uit Newcastle. De waarde ervan is moeilijk in te schatten. “Het is zo een van die lichtjes macabere loten die je af en toe krijgt en die de aandacht van iedereen trekt”, zegt Fred Wyrley-Birch, directeur van het veilinghuis. “Er is een fanatieke Beatles-fanbase en een markt voor zowat alles van The Beatles. Maar zelden krijg je iets dat zo ongewoon en uniek is, dat het moeilijk is om te weten wat het waard is en of er een markt voor is of niet. Het is echt een interessant stuk van Beatles-memorabilia dat waarschijnlijk niet kan worden gerepliceerd.”