Direct naar artikelinhoud
InterviewKatrien Domen en Geert Borstlap

‘Het ligt gevoelig om tegen vrienden te vertellen wat onze kinderen allemaal doen’: de ouders van Dries en Kaat uit ‘Kamp Waes’

Het avontuurlijke? Dat hebben Kamp Waes-kandidaten Dries en Kaat van hun ouders Katrien Domen en Geert Borstlap.Beeld VRT / Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photo News

‘Kamp Waes’ heeft meer weg van ‘Kamp Borstlap’. Dries Borstlap (24) is zo onwaarschijnlijk straf dat hij zelfs de special forces te kijk zet. Kaat Borstlap (20) maakt als jongste van de hoop bijna evenveel indruk en is tot teamleader gepromoveerd. Wij gingen langs bij ouders Geert en Katrien, op zoek naar de toverdrank waarin ze hun kinderen bij de geboorte lieten vallen.

Katrien Domen (53) is boekhoudkundig assistent bij Fedasil, Geert Borstlap (55) is verantwoordelijk voor de dataverwerking van verschillende satellieten bij EUMETSAT. Voorlopig toch. Want twee zondagen geleden kregen ze voor de ogen van heel Vlaanderen een opmerkelijke jobaanbieding. “Ik ga die ouders een contract aanbieden: soldaten kweken”, zei special forces-instructeur Fly, nadat hij Dries (24) en Kaat (20) ook in de beruchte Tender Feet (een loodzware navigatietocht van minstens 50 kilometer, red.) zag uitblinken. Geert en Katrien moeten ermee lachen, aan hun eettafel in Wilrijk.

Geert Borstlap: “Fly, stuur dat contractje maar. We zullen ons opperste best doen. For king and country! Al denk ik dat onze leeftijd niet meer meezit. (lacht)

Katrien Domen: “Wanneer we op zondagavond in de zetel zitten… Tja, dan kijken we toch vooral met…”

Geert: “(pikt in) Verbazing. De toeren die Dries daar uithaalt: wow. Wij wisten dat Dries een perfect lijf heeft, een sterke conditie, dat hij gemaakt is voor avontuur en kan kaartlezen van toen we samen in de bergen wandelden. Maar dat hij in deze groep van ijzersterke kandidaten nog altijd een verschil maakt, komt ook voor ons als een verrassing.”

‘Toen hij tijdens de Tender Feet in een waterpoel ging liggen, dacht ik: zo ken ik Dries. Wanneer wij op vakantie naar de bergen trekken en een riviertje tegenkomen, springen we er per definitie in.’Beeld VRT

“Toen hij tijdens de Tender Feet zijn kleren uittrok om languit in een waterpoel te gaan liggen, dacht ik wel: ‘Zo ken ik Dries.’ Wanneer wij op vakantie naar de bergen trekken en een riviertje tegenkomen, springen we er per definitie in. Net zoals we altijd steentjes op het water laten kaatsen wanneer we een meer tegenkomen. Weinig kijkers zullen dat hebben opgemerkt, maar tijdens de Tender Feet zag ik hem dat ook doen. Toen wist ik dat hij nog overschot had.”

Katrien: “Dries was nochtans nooit een hoogvlieger. Het maakte hem niet uit of hij in een loopwedstrijd eerste dan wel vierde eindigde. Hij is gestopt met tennissen op hoog niveau omdat hij het niet leuk vond dat de ander altijd verloor. Competitief is hij nooit geweest. Toen ik zag dat ‘Kamp Waes’ nieuwe kandidaten zocht, dacht ik wel meteen aan hem. Het programma is op zijn lijf geschreven. Ineens zei Kaat: ‘Ik ga mij ook inschrijven.’ Ik dacht: ‘Oké, doe maar.’”

Geert: “Ik vond het knap hoe zij ’s nachts hallucineerde en toch de luciditeit bewaarde om kaarten correct te lezen en niet verloren te lopen. Zoveel kunde en volharding: dat is bewonderenswaardig.”

Katrien: “Zij blijft gaan. Ze weet goed wat ze wil en werkt daar hard voor. Al op haar 13 jaar begon ze tennisles te geven. Ze toonde dat ze over heel wat sociale skills beschikt, waarmee ze mensen bij elkaar kan brengen.”

Geert: “Voor haar leeftijd is ze heel matuur. Ze is opgegroeid met drie oudere broers en zussen, dus ze moest wel volgen. Ze was twee jaar en een half toen ze zelfstandig mee naar school fietste. Doordat wij bovendien vier kinderen in vier jaar tijd hebben gekregen – zelfs drie in anderhalf jaar (na oudste kind Dries kwam tweeling Hanne en Lars, red.) – hebben ze snel geleerd om zelfstandig te zijn. Ze moesten wel zelf hun kleren aantrekken, want wij konden dat niet bij iedereen doen.”

Tijdens de nachtelijke uren van de Tender Feet begint Kaat te hallucineren. Bij een tussenpunt corrigeert een instructeur haar, wanneer ze begint te stappen in de richting waar ze vandaan kwam.Beeld VRT

Katrien: “Toen hij 18 maanden oud was, heeft Dries voor het laatst in de buggy gezeten. ‘Stap nu maar, jongen’, zei ik. De pasgeboren tweeling moest in de buggy zitten. Onbewust hebben we onze kinderen vroeg blootgesteld aan van alles. Klim maar, kruip maar, doe maar.”

Kaat worstelde daar soms mee. Op tv vertelde ze dat het grootste probleem in haar leven was dat ze moest opgroeien met broers en zussen die in alles beter waren. “Ik was altijd de slechtste.”

Katrien: “Ik denk dat het wel meevalt met wat ze daaraan heeft overgehouden.”

Geert: “Dat je als jongste moet opboksen tegen oudere broers en een zus heeft ook een positief effect. Kaat werd mee op sleeptouw genomen, waardoor ze op jonge leeftijd al veel meer kon dan haar leeftijdsgenoten. Door ‘Kamp Waes’ begint ze dat ook te beseffen.”

In een interview vertelde Kaat dat ze zich op school extra wilde bewijzen, zodat ze toch ergens de beste in was. Hadden jullie dat door?

Geert: “Ik niet.”

Katrien: “Ik heb dat nooit als een probleem ervaren. Ik heb er wel altijd op gelet dat ze haar eigen ding kon doen, en niet per se dezelfde hobby’s als de andere kinderen moest doen. Kaat deed zeker niet onder voor de rest. Enkel Hanne stak erboven uit, zij is topsporter.”

Zou ‘Kamp Waes’ iets voor tweeling Hanne en Lars (23) zijn geweest?

Katrien: “Dat denk ik wel. Ze zijn van hetzelfde kaliber als Kaat en Dries.”

Geert: “Hanne is op haar 11 jaar naar de topsportschool in Gent getrokken. Jaar na jaar is ze Belgisch kampioen polsstokspringen geworden. Op haar 17de werd ze toegelaten op Princeton (een van de beste universiteiten ter wereld, in de VS, red.). Nu doctoreert ze aan de University of Virginia, in milieukunde. Het is dus een zeer intelligent meisje dat nog steeds aan topsport doet.”

‘Nu de kinderen bijna het huis uit zijn, komt onze vrijheid terug, dus kunnen we zelf weer beginnen te reizen.’Beeld Pieter-Jan Vanstockstraeten / Photo News

“Lars is een heel goeie tennisser, die in Delft mechanical engineering studeert. Hij is net als Dries net terug van een trektocht door het koude noorden, bij min 23 graden. ‘De expeditie: Groenland’, maar dan met het materiaal van studenten die dachten dat de dikke jas waarmee ze hier fietsen volstond om hen daar warm te houden. (lacht)

Katrien: “Tegenwoordig gebeurt het maar één keer per jaar dat onze vier kinderen samen zijn, maar van die momenten genieten we heel hard. Ze ravotten dan samen alsof ze drie jaar zijn. Ze hebben altijd heel goed overeengekomen, nooit hebben ze ruziegemaakt.”

Vier kinderen? Die nooit ruziemaken?

Katrien: “Nooit.”

Geert: “En ook op hun puberteit wachten we nog. (lacht)

Het ouderschap is voor jullie dus een fluitje van een cent geweest.

Geert: “Pas op, de eerste twee jaar van hun leven hebben ze alle vier gekrijst tot en met. Maar voor de rest hadden we geen moeilijke kinderen.”

Eigen kind, schoon kind. Maar half Vlaanderen kan intussen bevestigen dat jullie kinderen écht straf zijn. Hoe komt dat?

Katrien: “Je mag honderd zesjarigen leren tennissen, maar ze gaan niet allemaal uitblinken. Dries werd op die leeftijd geselecteerd voor regionale trainingen, dus dat wil zeggen dat het sportieve talent toch in de genen zat.”

(vlnr) Katrien Domen, Hanne, Lars, Kaat, Dries en Geert Borstlap tijdens een fietsreis in eigen land. Kaat was toen amper drie jaar oud. ‘Elk jaar gingen we met de fiets op vakantie, telkens een beetje verder.’Beeld RV

Van wie heeft hij die geërfd?

Geert: “Katrien was als turnster nog goed voor brons op een Belgisch kampioenschap. Ik ben ooit de 179ste beste squasher van België geweest – op familiefeestjes wordt daar nog altijd mee gelachen. (lacht) De kinderen hebben dus zeker sportieve genen geërfd, maar dat ze zo avontuurlijk zijn, is ook een kwestie van opvoeding. Katrien en ik hebben elkaar leren kennen tijdens onze masterstudies wiskunde, en hebben nadien anderhalf jaar rond de wereld gefietst. Toen onze kinderen geboren werden, zijn we dat blijven doen. Kaat was twee jaar tijdens haar eerste fietsvakantie richting de Hoge Venen. Het jaar nadien gingen we naar Nederland, nog een jaar later naar Denemarken, en zo steeds verder en verder.”

“Zodra de kinderen zes waren, mochten ze mee op tweedaagse trektocht door de Hoge Venen. Onderweg sprongen we in riviertjes, gooiden we met veenmos en hielden we moddergevechten. Aangekomen aten we ijsjes en koffiekoeken. We maakten van onze avonturen één groot feest, op maat van de kinderen. Wanneer ze twaalf waren, mochten ze mee op trektocht naar de Pyreneeën. We kampeerden aan een rivier of meer, en wandelden van top naar top, met behulp van kaart en kompas.”

Volgens Dries en Kaat zijn ze mentaal en fysiek zo sterk doordat ze als kind van alles een competitie maakten. “Papa deed mee, mama zei: ‘Doe eens iets voor het plezier.’”

Katrien: “(lacht) Dat hebben ze juist verwoord.”

Geert: “Wanneer we tijdens een wandeling in de verte een bord zien, proberen we altijd als eerste met een steen dat bord te raken. Die spelvorm heeft er altijd in gezeten en gaat er nooit meer uit. Toen ze zeven waren, hielden de kinderen een lijstje bij van sporten waar ze beter in waren dan ik, zoals gymnastiek. Toen ze twaalf waren, hebben ze het lijstje omgekeerd: voortaan schreven ze de sporten op waar ik beter in was dan zij. Dat lijstje werd almaar korter en korter. Ik denk dat schaken het enige is dat er nu nog op staat.”

Kaat (die net de living is binnengewaaid en op de achtergrond mee luistert): “Ik heb ooit eens van u gewonnen, papa!”

Katrien: “Ik heb ze alle vier heel jong leren skiën, maar al vlug gingen ze zoveel sneller dan ik dat het plezier er voor mij af was.”

Tijdens de jongste aflevering van 'Kamp Waes' werken Kaat - als teamleader - en Dries - als communicator - samen tijdens een oefening.Beeld VRT

Kaat: “’s Ochtends gingen we als eersten de berg op en probeerden we zo snel mogelijk naar beneden te skiën. Dries haalde 113 kilometer per uur, Lars 114, waarna er grote discussies ontstonden over welke app het accuraatst was. Sindsdien hebben we de afspraak om allemaal dezelfde app te gebruiken.”

Geert: “En daarom nemen wij de kinderen dus niet meer mee op skireis. (lacht)

Wanneer hadden jullie eigenlijk zelf door hoe straf jullie kinderen zijn?

Katrien: “Voor ons zijn dat altijd vier kinderen geweest die graag doen wat ze doen. Toen Hanne naar de topsportschool ging, hadden we wel door dat ze op sportief vlak sterk is. Maar je leert dat snel te relativeren en voor jezelf te houden. Zelfs tegen goede vrienden zeiden we niet: ‘Ah, Hanne zit op de topsportschool, Dries heeft een loopwedstrijd gewonnen, Kaat een tennistoernooi en Lars vertrekt morgen op dit avontuur.’ We hebben geleerd om low profile te blijven.”

De Borstlap-kroost ((vlnr) Hanne, Lars, Dries en Kaat) op wandel in de Provence. ‘Zodra we in de verte een bord zien, proberen we het met een steentje te raken. Dat spelelement heeft er altijd in gezeten.’Beeld RV

Letten jullie erop om niet te veel over jullie kinderen te vertellen?

Geert: “Constant.”

Katrien: “Er zijn weinig mensen tegen wie ik vertel over de prestaties van de kinderen. Ik merk dat dat zelfs bij vrienden gevoelig ligt. Toen één van de vier niet geslaagd was voor een examen, kreeg ik reacties als: ‘Ah, we zijn blij dat er ook eens iemand faalt.’ Dan denk ik: ‘Hallo, onze kinderen hebben genoeg gefaald, hoor.’ Niet alles is vanzelf gegaan. Wij zijn geen supermensen.”

Zijn jullie blij dat jullie de ouders zijn die jullie zijn?

Geert: “Ik denk het wel. De kinderen zijn gelukkig, dus wij zijn blij.”

Katrien: “We hebben het altijd belangrijk gevonden dat onze kinderen iets zouden doen dat ze graag doen. En dat is gelukt.”

Geert: “Nu ze bijna het huis uit zijn, komt onze vrijheid terug, dus kunnen we zelf weer beginnen te reizen. Met de fiets de wereld rond – op bezoek bij onze kinderen, die tegen dan in alle mogelijke uithoeken zullen vertoeven. Dat zijn mooie vooruitzichten.”

‘Kamp Waes’, zondag om 20 uur op VRT1.