Hoeveel verdienden Van der Poel en Van Aert aan hun crosswinter en wie was de grootverdiener?

Eli Iserbyt haalde het de voorbije weken vaak aan. Dat het een lang en zwaar crossseizoen voor hem was. Iserbyt keek op geen inspanning, draafde zowat overal op, 37 keer in totaal. En dat rendeerde fors. Met 125.320 euro rijfde hij ‘by far’ het meeste prijzengeld binnen van alle veldrijders. Nummers twee en drie, de Nederlanders Lars van der Haar en Joris Nieuwenhuis, parkeren in de buurt van de 80.000 euro. Niels Vandeputte, met 39 competitiedagen de meest bedrijvige van het hele veld, strandt op een kleine 55.225 euro. Welgeteld... 25 euro meer dan wereldkampioen Mathieu van der Poel, die met 54.200 euro in amper 14 wedstrijden het maximum uit zijn korte campagne haalde. Wout van Aert (20.150 euro, negen crossdagen) en Tom Pidcock (13.450 euro, acht crossdagen) bezetten de veertiende respectievelijk achttiende plaats in dit klassement.

Iserbyt keerde ook de teneur van de voorbije paar jaar, waarbij de beste vrouwelijke crosser steevast met een steviger gespijsde bankrekening eindigde dan de mannelijke variant. Toch was Ceylin del Carmen Alvarado gespreid over 25 competitiedagen - liefst twaalf minder dan Iserbyt - goed voor 105.290 euro.

Wereldkampioene Fem van Empel komt aan een dikke 95.000 euro, Lucinda Brand is de mooie derde met 76.770 euro. Eindelijk nestelt er zich ook nog eens een Belgische veldrijdster in de top tien: Laura Verdonschot verzilverde haar regelmatige seizoen en knappe apotheose met 32.685 euro, wat weliswaar neerkomt om slechts een goeie 30% van het gecumuleerde bedrag van Alvarado. Belgisch kampioene Sanne Cant is zeventiende met 20.680 euro, Marion Norbert Riberolle negentiende met 15.425 euro.

Dat zowel Eli Iserbyt (70.100 euro of 55,9%) als Ceylin del Carmen Alvarado (71.450 euro of 67,8%) het gros van hun totale prijzengeld uit de rijkelijk gevulde ton van de Wereldbeker graaiden, hoeft niet te verbazen.