Direct naar artikelinhoud
DubbelinterviewJosé De Cauwer & Patrick Lefevere

‘Na de dood van mijn vrouw heb ik gezegd: ‘Mannekes, ge kunt allemaal de boom in, ik ga vanaf nu mijn goesting doen’’

José De Cauwer en Patrick Lefevere.Beeld Geert Van De Velde

Voor de hoeveelste keer José De Cauwer (74) en Patrick Lefevere (69) het wielerseizoen op gang trappen, weten ze niet meer: de tel zijn ze allang kwijt. De wielercommentator en de wielermanager zijn gelouterd door het leven. Nu het stof van de transferperikelen rond koningskind Remco Evenepoel en de fusieplannen is gaan liggen, blikken ze mild en zonder wrok terug. Al raken ze wel nog in vervoering door de huidige generatie wielrenners, die straks het spektakel verzorgt tijdens het voorjaar. ‘Ik heb spijt dat ik al zo oud ben, want de koers is schoon geworden.’

In een afspanning aan de oevers van de Oude Leie, tussen Deinze en Gent, omhelzen De Cauwer en Lefevere elkaar opvallend innig. De twee behandelen elkaar het hele interview lang met een soort tederheid die je niet verwacht na een lang leven in de harde wielerwereld. De ene helpt zelfs een kussen achter de andere zijn rug steken. Ze kennen elkaar door en door. De maskers zijn allang afgevallen.

José De Cauwer: “De mens Patrick Lefevere ken ik héél goed.”

Patrick Lefevere: “Als renner hadden we nochtans geen contact. Ik reed voor een klein ploegje, José voor grote teams zoals TI-Raleigh en Peugeot. Ik was renner van 1976 tot 1979. Hoelang ben jij prof geweest?”

De Cauwer: “Van 1972 tot 1980. Toen is mijn vrouw gestorven en ben ik ploegleider geworden.

“Patrick en ik zijn nooit toprenners geweest. Maar voor een ploegleider is dat een voordeel, want anders denk je dat alles vanzelf gaat.”

Lefevere: “Weinig topcoureurs zijn later goeie ploegleiders geworden.”

De Cauwer: “Geen enkele, en dat is een rare vaststelling. Net zoals de vaststelling dat ik inmiddels al 74 jaar ben.”

Lefevere: “In gedachten ben ik ook geen 69. Als ik mensen van mijn leeftijd zie, denk ik: allee, zó oud kan ik toch onmogelijk zijn!”

Je bent al zo lang bezig, Patrick, maar toch vier je nog elke overwinning alsof het de eerste is.

De Cauwer: “Aan een overwinning van een kermiscoureur kun je evenveel plezier beleven als aan een zege van Tom Boonen in Parijs-Roubaix.”

Sean Kelly vond zijn mooiste zege die tegen Eddy Merckx. In een kleine Franse koers, terwijl Merckx al op zijn retour was.

De Cauwer: “Dat bewijst hoe relatief alles is. Neem Wout van Aert. Zijn ploeg zal zeggen: ‘Fantastisch wat jij al hebt gedaan.’ Maar mocht ik zijn vader zijn, zou ik zeggen: ‘Jij rijdt de Tour als een halve zot voor Vingegaard. Denk ook eens aan je eigen kansen.’”

Lefevere: “Visma-Lease a Bike koerst zoals mijn ploeg altijd heeft gedaan: alle renners rijden voor elkaar. Richard Plugge (teammanager van Visma- Lease a Bike, red.) zei tegen mij: ‘Jij bent mijn leermeester.’ Maar als je kijkt naar de resultaten, moet je vaststellen dat de leerling de meester heeft voorbijgestoken.”

Gaan jullie akkoord dat Visma-Lease a Bike de maat der dingen is geworden?

Lefevere: “Ja, natuurlijk wel. Maar het wordt overdreven: het blijven Hollanders, ze kunnen zichzelf goed verkopen.”

De Cauwer: “‘Het plan’, zo heet het boek dat ze hebben uitgebracht. (fronst) Jongens toch! Ik heb tijdens wedstrijden al héél vaak gedacht: dit was níét jullie plan, hier hebben jullie gewoon geluk gehad. Maar chapeau, ze hebben wel iets teweeggebracht in de wielrennerij.”

Hoe zou Wout van Aert zich voelen bij de kritiek dat hij meer voor zichzelf moet rijden?

Lefevere: “Ik heb nog geen telefoontje gekregen van zijn manager. Dat wil zeggen dat hij daar content is zeker?”

Wielerminnend Vlaanderen verlangt naar een zege van Van Aert in de Ronde of Parijs-Roubaix.

De Cauwer: “Zijn ploeg zegt: wij zijn alleen tevreden als Wout de Ronde of Roubaix wint. Zo leggen ze hem wel gigantisch veel druk op.”

Lefevere: “Zijn ploeg is allang niet meer geïnteresseerd in de Omloop Het Nieuwsblad, wel in de Tour en de monumenten.”

De Cauwer: “Ik vond het trouwens straf wat Plugge zei: ‘Wij zien lekrijden in Parijs-Roubaix niet als pech. Dat mag niet meer gebeuren.’ Hoe gaat hij dat regelen?”

Van Aert heeft toch gewoon pech gehad?

Lefevere: “Weet je wanneer ik wist dat hij geen monument zou winnen? Na de E3 Saxo Classic. Toen hij zei: ‘Ik moet just niks.’ Toen wist ik: hij is eraan, kapot van de stress.”

De Cauwer: “Je moet eens aan een psycholoog vragen wat het betekent als iemand zegt: ‘Ik moet just niks.’ Het omgekeerde: ik moet just wél. Ben je al ooit een zatlap tegengekomen die toegeeft dat hij zat is?”

Lefevere: “Ik durf te zeggen dat Wout een sterkere atleet is, maar Mathieu van der Poel kan beter pieken. Hij steekt er bovenuit.”

De Cauwer: “Zijn power is enorm. Over Milaan-Sanremo zeiden ze dat je er niet meer solo kunt finishen. Maar wat doet Mathieu dan? Hij rijdt alleen weg.”

Lefevere: “En hij was aanvankelijk niet eens mee met de kopgroep.”

De Cauwer: “Hij zit altijd te ver, zo nonchalant. Als ploegleider is dat om gek van te worden.”

Van der Poel won vorig jaar solo Milaan-Sanremo.Beeld Getty Images

Lefevere: “Ik zie het meteen als Mathieu een slechte dag heeft. Net als Adrie destijds: dan legt hij zijn hoofd helemaal tussen zijn schouders. Maar als het kinneke vooruit staat, moet je oppassen.

“Adrie was véél serieuzer, hij is een echte boerenzoon. Hij houdt er niet van dat Mathieu met een Lamborghini rijdt.”

View this post on Instagram

Een foto die is geplaatst door MVDP (@mathieuvanderpoel) op

De Cauwer: “Hij zei me: ‘Mathieu heeft zijn crossmotoren verkocht. Dat zijn alweer een paar slapeloze nachten minder.’ Ik voelde de opluchting.

“Adrie vertelde eens dat Mathieu zijn mancave aan het inrichten was. Hij vertrok naar de winkel om een flatscreen-tv te kopen, maar kwam terug met een Porsche. Hij zegt er dan bij: ‘Pa, ik ga hier geld aan verdienen.’ ‘Ja, dat zal wel zeker?’ antwoordt Adrie dan gelaten.

“Nu, de huidige generatie is geweldig om naar te kijken. Het is één van de redenen waarom ik spijt heb dat ik al zo oud ben. De koers is zó schoon geworden.”

TRANEN VOOR REMCO

Hoe kijken jullie naar het moderne wielrennen, waar alles gewogen en gemeten wordt?

Lefevere: “Het gaat ver. De renners worden paranoïde en denken dat het op een ander beter is. Vroeger dachten ze dat de andere ploegen een betere dokter hadden, nu denken ze dat de concurrentie een betere diëtist heeft.”

De Cauwer: “Weet je wat ik denk, Patrick? Als je Jurgen Foré (de nieuwe COO van Soudal-Quick·Step, red.) vijf jaar geleden had kunnen aanwerven, had jij je meer op je ploeg kunnen focussen.”

Wat bedoel je, José?

De Cauwer: “Patrick heeft het wat losgelaten. Hij heeft de sportieve leiding te veel uit handen gegeven de afgelopen jaren.”

Lefevere: “Ja, maar ik kon niet anders: ik moest sponsors zoeken.”

De Cauwer: “In de tussentijd is ene Remco Evenepoel bij de ploeg gekomen. Om die juist te begeleiden, heb je de allerbeste mentor nodig, iemand die kan slaan én zalven. Enkel hij kan dat (wijst naar Lefevere). Er zijn er maar weinigen met het talent van Patrick. Dat is feeling, dat is kunst. Dat is niet gewoon in de volgwagen zitten of een powerpoint maken.”

Lefevere: “Ik heb vijf ploegleiders. Niemand vindt het leuk als ik telkens kom zeggen hoe het moet.”

De Cauwer: “Er gewoon zijn is voldoende. Je mensen hebben nood aan die strenge hand. Al mag je niet té streng zijn. Toen ik nog koerste, riep mijn ploegleider Peter Post: ‘Zoals jou hebben we er dertien in een dozijn.’ Hij hoopte dat ik kwaad zou worden en nog harder zou trappen. Dat moet je nu niet meer proberen.”

Lefevere: “Roepen en tieren heb ik nooit gedaan. Dat is een teken van onmacht. Maar je mag ook nooit tegen een renner zeggen dat je heel content bent. Het is zoals met een hondje: als je het over zijn buikje wrijft, blijft het liggen met zijn pootjes omhoog.”

In Ongeremd, het boek over de jeugdjaren van Evenepoel, zegt zijn vroegere coach Fred Vandervennet: ‘Je moet Remco kordaat aanpakken, want door zijn verbale kwaliteiten en emotionele intelligentie, pakt hij je meteen in.’ Gebeurt dat ook bij jou?

Lefevere: “Remco heeft het karakter van een tijdrijder: gefocust en onbuigzaam. Hij laat niet snel los. Maar ik heb geen problemen met zijn persoonlijkheid of karakter.”

Voelde het niet ondankbaar toen vader Evenepoel voor het WK in Glasgow zei dat de ploeg vier à vijf stappen vooruit moest zetten?

Lefevere: “Ik heb hem van antwoord gediend, maar daarna moet je die bladzijde omdraaien. Vroeger was ik koppig. Met de jaren ben ik milder geworden: ik heb leren vergeven. Maar vergeten doe ik niet: ik heb een olifantengeheugen.”

‘Remco is té goed voor zijn ploeg­maats. Hij compenseert ze voor hun werk en betaalt ze uit eigen zak.’Beeld Humo

Als ploegmaat zou ik er niet mee opgezet zijn als iemand zegt dat de ploeg vier à vijf keer beter moet worden.

Lefevere: “Dat zijn de woorden van zijn vader, niet die van Remco. Ik kan je verzekeren dat de relatie met Remco heel professioneel verloopt. Hij is zelfs té goed voor zijn ploegmaats. Hij compenseert ze financieel voor hun werk. Uit eigen zak. Net voor het WK in Australië zei zijn vader tegen mij: ‘Wout van Aert heeft een bedrag genoemd dat hij aan de ploegmaats zal geven als hij wint. Ik heb tegen Remco gezegd dat hij het dubbele of het driedubbele moet geven.’ Waarop ik: ‘Nee, je moet dat juist níét doen. Geef hetzelfde als Wout. Als Remco de beste is, zal hij toch winnen.’ Ze moeten bij de nationale ploeg toch voor elkaar rijden? Als je op voorhand begint op te bieden, heb je geen ploeg meer.”

De Cauwer: “Ik heb Remco als eerste geïnterviewd voor de VRT. Toen ik er aankwam, waarschuwde zijn vader me: ‘José, het is geen gewone jongen.’ Ik vroeg aan Remco: ‘Wat wil je zoal winnen?’ En hij: ‘Het wereldkampioenschap en de drie grote rondes.’ Zijn vader keek naar mij met een blik van: ‘Ik had het je toch gezegd?’”

José De Cauwer: ‘Wat ik heb met ouder worden: ik kan hier en nu beginnen te huilen, gewoon door aan iets te denken. En het wordt alleen maar erger.’Beeld Geert Van de Velde

Dat hij alleen met het hoogste tevreden is, maakt het niet eenvoudig.

De Cauwer: “Hij is heel streng voor zichzelf. De figuur Evenepoel boeit me enorm.

“Weet je, misschien zijn de perikelen van vorig jaar – de geruchten over een transfer en een fusie – nog niet zo slecht geweest. Iedereen staat weer met de voetjes op de grond. Als renner moet je je ook afvragen: ‘Wat zou er veranderen als ik naar een andere ploeg ga?’ Heus niet zoveel. Ze hebben zich gewoon laten gek maken.”

Lefevere: “Bij ons is het familiale aspect veel belangrijker dan bij andere ploegen. Laat dat nu net iets zijn waaraan Remco veel belang hecht. Bij ons is er nog een klein beetje ruimte om te leven.”

De Cauwer: “Tom Steels (ploegleider bij Soudal-Quick·Step, red.) heeft het mooi verwoord: ‘Onze renners moeten voor 90 procent de regeltjes volgen. Wat die andere 10 procent betreft, mogen ze hun eigen zin doen, zodat ze het plezier niet verliezen.’ Veel jonge renners stoppen, omdat ze het niet meer aankunnen.”

Geraint Thomas zei dat jonge renners zichzelf nog weinig decompressie gunnen.

Lefevere: “Het mentale aspect is zo belangrijk. Onze jonge renner Paul Magnier, die dit seizoen al twee keer heeft gewonnen, is amper 19 jaar. Hij klopt grote namen. Ook op training heeft hij Tim Merlier al drie keer geklopt. Ze worden alleen maar jonger, ik begrijp er niks meer van. Het maakt me ook bang: ik stam uit een periode dat je de Tour pas mocht rijden vanaf je 24ste. Hoe lang kun je het volhouden om altijd je eten af te wegen en die hoogtestages af te werken?”

De Cauwer: “Ik heb zitten huilen toen Remco wereldkampioen werd. Omdat ik weet welke opofferingen het vergt. Ik ken zijn ouders, en dan denk ik: wat moet er nu in die mensen omgaan?”

Werd jij er ook zo emotioneel van, Patrick?

Lefevere: “Natuurlijk. Je mag niet vergeten: Remco heeft in een ravijn gelegen, na die val in Lombardije. Voor hetzelfde geld zat hij nu in een rolstoel. Ik weet nog hoe hij brullend over de meet kwam bij zijn eerste zege in Luik: van zo diep kwam het. Ik dacht nog: Remco, stop, ze gaan die beelden je hele leven gebruiken. Maar al die emoties van die val moesten eruit. Net als de druk, die hij al zijn hele leven voelt. Ook van thuis. Zijn ouders zijn twee hardwerkende zelfstandigen. Die hebben hem geleerd: als je iets wil bereiken, kom je er niet met half werk.”

Evenepoel bij zijn overwinning in Luik-Bastenaken-Luik van 2022.Beeld Photo News

Evenepoel verloor zijn klassement in de Vuelta vorig jaar door een slechte dag. José, jij schrijft die offday toe aan die druk.

De Cauwer: “Ja. Amper één dag later rijdt Evenepoel alweer weg met Romain Bardet en wint hij de rit. Het kan niet dat je de ene dag slecht bent, en de volgende goed. Het lag aan de stress.”

Lefevere: “Het was een samenloop van omstandigheden. Er was de spanning voor de etappe naar de Tourmalet, er was de stress door de geruchten rond die fusie, en bovendien had hij geen ideale voorbereiding achter de rug.”

VAN GOD LOS

Patrick, jij zegt: ‘José kon een renner laten doen wat hij wilde.’

Lefevere: “Ja, José is erg gevoelig. Inspelen op iemands emoties is altijd zijn sterkte geweest. Hij kan dat beter dan ik.”

De Cauwer: “Patrick kent ook het geheim om iemand te laten winnen. Het is als koken: bij de ene moet je meer zout toevoegen, bij de andere wat meer zoet. Maar de cruciale vraag blijft: willen ze het graag genoeg? De wielersport is de ultieme metafoor van het leven. Ik heb er een boek over geschreven.”

‘De 10 geboden van José De Cauwer’. Heb je het al gelezen, Patrick?

Lefevere: “Er ligt één boek op mijn nachtkastje: de Bijbel. Maar ik ben nog niet verder geraakt dan het voorwoord. Ik wil hem graag helemaal lezen, net als de Koran. Om het verschil te weten.”

Bid je?

Lefevere: “Nee, dat heb ik al heel lang niet meer gedaan. Ik ben wel katholiek opgevoed. Mijn moeder en mijn zus trokken samen naar de basiliek van Dadizele, een bedevaartsoord bij ons in de buurt.”

De Cauwer: “Bidden heb ik ook afgezworen. Als kleine jongen ging ik om vijf uur ’s morgens met mijn fietsje naar de mis. Maar wat ik daarna deed, vond ik veel interessanter: vogels vangen! Op mijn 12de had ik al netten van 20 meter lang. Toen mocht dat nog.”

Lefevere: “Heb je eksters gegeten?”

De Cauwer: “Nee, maar wel spreeuwen, lijsters en mussen. Mijn moeder maakte ze klaar. Het was begin jaren 60: eten was er nooit genoeg. Heel lekker, het smaakt net als wild.”

Hoe ouder je wordt, hoe meer je terugkeert naar je geloof, zegt men.

Lefevere: “Onlangs sprak een jonge pastoor mij aan tijdens een wedstrijd in de buurt. Hij zei: ‘Jij bent de katholiekste mens hier aanwezig, omdat je zoveel goeds doet voor de mensen.’ Ik zei hem: ‘Ik heb geleerd dat een herder zijn schapen terug bij de kudde moet brengen. Kun je mij dan eens uitleggen waarom er nog nooit een pastoor bij mij is komen aanbellen in die zeventien jaar dat ik in Oostrozebeke woon?’ Je gaat toch eens op huisbezoek bij een heiden – ik ben gescheiden – om hem te overtuigen terug naar de kerk te komen? Nooit gebeurd. Ik zou nochtans geluisterd hebben.”

VAN GOD LOS
Beeld Geert Van De Velde

Was Evenepoel ook een verloren schaap?

Lefevere: “Nee, Remco is een braaf schaap: hij is nooit uit de kudde gesukkeld. Maar het gaat om mensen kansen geven, ook in het wielrennen. Een goed voorbeeld: Mark Cavendish. Eigenlijk was hij verloren voor de sport.”

De Cauwer: “Welk gevoel gaf het om hem terug te brengen naar zijn oude niveau?”

Lefevere: “Een machtig gevoel. Toen hij opnieuw won, heb ik voor het eerst iedereen van onze ploeg zien huilen.”

De Cauwer: “Er zijn misschien wel twintig mensen bij wie ik tranen in de ogen krijg als we elkaar zien. Johan Museeuw, Filip Meirhaeghe, Hennie Kuiper, Eddy Planckaert, mensen van wie ik weet: die hebben iets gehad aan mij. En omgekeerd. (tot ons) Ik vraag me af of jij dat gevoel wel kent. Volgens mij niet. Patrick en ik hebben mensen het hoogtepunt in hun leven doen beleven, en dat geeft een onbeschrijfelijk gevoel.”

Lefevere: “We hebben mensen boven hun niveau uitgetild. Ik hoop dat nu weer te doen met Gianni Moscon. Mocht hij een koers winnen dit jaar, dan is dat de match van mijn leven. Hij wilde ermee stoppen. Maar ik ga er geen spijt van hebben dat ik hem naar mijn ploeg heb gehaald.”

Je hebt gelijk, José: het vuur van de ploegleider brandt nog.

Lefevere: (onverstoorbaar) “Als ploegleider wilde ik alles weten van een renner: wie z’n ouders zijn, wie zijn lief is, hoe zijn hond heet. Ik kon de problemen van iemands gezicht aflezen, hij moest niks zeggen. Maar nu, met vijf ploegleiders en evenveel trainers, dokters en psychologen, heb ik als manager niet meer diezelfde relatie met renners.”

De Cauwer: “Ik ben in je service course (hoofdkwartier van de ploeg, red.) geweest tijdens de periode van de fusiegeruchten: er hing een begrafenisstemming. Enkele weken later, toen alles achter de rug was: alleen maar lachende gezichten, alsof er duizend kilo van hun schouders was gevallen. Ik leef ongelofelijk mee met die mensen. Je ziet het aan mijn ogen (schiet vol).”

Lefevere: “Het personeel heeft nadien een verrassingsetentje georganiseerd, in de service course, om me te bedanken voor het voortbestaan van de ploeg.”

“Eerlijk: voor mij was de fusie financieel een goede zaak geweest. Maar dan zegt mijn vrouw: ‘We hebben dat geld niet nodig.’ Kan goed zijn. Ik trek me niks aan van de financiën: ik weet niet eens wat een brood kost.”

“Bon, mijn mensen waren uitgelaten. Maar ik heb die avond gezegd: ‘Bedankt dat jullie allemaal op post zijn gebleven. Maar tegen wie vanaf nu nog durft te zagen over wat er is gebeurd, zeg ik: daar is de deur. Alles wordt hier en nu afgesloten.’ Ik wil geen malcontente mensen in mijn ploeg.”

De Cauwer: “Zalig.”

Lefevere: “Dat etentje betekende veel voor mij. Er werken zoveel mensen onder mij en ik wil ze geen pijn doen, maar het gebeurde allemaal boven mijn hoofd. De fusie draaide rond twee miljardairs: Robert van der Wallen (de Nederlandse sterke man achter Visma-Lease a Bike, red.) en Zdenek Bakala (de Tsjechische mecenas van Soudal-Quick·Step, red.). Ze droomden ervan het allerbeste wielerteam ter wereld te bouwen. Toen de fusie flopte, las ik de ontgoocheling op het gezicht van Bakala. Zulke superrijken hebben nog niet veel tegenslag gekend in hun leven. Het breekpunt was een onzorgvuldigheid aan Nederlandse kant. En ook de fietsen. Fietsconstructeurs hebben meer en meer macht. Een renner als Van der Poel heeft een persoonlijk contract met Canyon, Remco met Specialized. En dan begint de miserie, want je zit gevangen.”

ONDER DE SLOEF

Mogen we dit jaar ook de wederopstanding van Julian Alaphilippe verwachten?

Lefevere: “ Julian is een goeie gast, maar nadat hij zijn megacontract had getekend, heeft hij niet meer gepresteerd. Ik zie mijn renners graag, maar het moet fair blijven. Als je ouder wordt, moet je je meer verzorgen, moet je harder trainen en mag je er niet met je pet naar gooien. Hij moet nu de klik maken en ervoor vechten.”

Ex-wereldkampioen Julian Alaphilippe.Beeld Photo News

Is hij zich aan het herpakken?

Lefevere: “Ja. Ik heb hem in november vorig jaar gesproken. In het bijzijn van zijn vrouw Marion (Rousse, red.) en zijn manager Dries Smets heb ik gezegd: ‘Zo kan het niet verder. Als je nog één keer iets mispeutert, dan ontsla ik je op staande voet.’ De boodschap is aangekomen.”

‘Iets mispeutert’ klinkt nogal cryptisch: wat moet ik daaronder verstaan?

Lefevere: “Te veel feesten, te veel alcohol... Julian ligt serieus onder de sloef bij Marion. Misschien wel té veel. Julian is een jonge hond die vol energie zit: die moet je af en toe een keer in de hof laten crossen. En je moet óók zeggen: tot hier en niet verder. Er zit nog altijd een stout manneke in hem.”

Jullie lijken nooit genoeg te kunnen krijgen van de koers.

De Cauwer: “Als je vak je hobby is, dan stopt het nooit. Eens een visser, altijd een visser.”

Lefevere: “Of vogelvanger.”

De Cauwer: “Of zoals mijn vader: duivenmelker.”

Je vader is vorig jaar overleden.

De Cauwer: “Hij is 102 jaar geworden. Hij heeft nooit de zee gezien, nooit een auto gehad. Hij heeft op de Boelwerf gewerkt (voormalige scheepswerf in Temse, red.). En daarnaast werkte hij ook nog eens op de boerderij. Hij was van ’s morgens tot ’s avonds bezig.”

Lefevere: “En hij is 102 geworden? Mensen, de boodschap is: je werkt te weinig! De vierdaagse werkweek is dus bullshit.

“Zeg eens José, is je dochter nog samen met Marino Punk?”

De Cauwer: “Ja, mijn oudste dochter Debbie. Met mijn tweede vrouw heb ik ook twee dochters.”

Ze was ziek. Is ze al aan de beterhand?

De Cauwer: “Ja, maar wie zal het zeggen of ze helemaal genezen is?”

Lefevere: “Ze had toch niet hetzelfde als haar mama?”

De Cauwer: “Niet helemaal. Debbie kreeg borstkanker. Mijn vrouw is overleden aan lymfeklierkanker.”

Lefevere: “Ik herinner me dat nog goed. Wij waren dat niet gewoon, iemand die op zijn 30ste al zijn vrouw verloor. We zaten in met José, maar het is niet dat we hem met z’n allen hebben opgevangen.”

De Cauwer: “Nu leven we in een maatschappij waarin iedereen vraagt: ‘Gaat het? Is het niet te zwaar?’ Maar toen was het anders. Ik zat in de miserie en heb meteen beslist om ploegleider te worden. Mijn twee zussen waren allebei ondernemer: de ene had een grote beenhouwerij in Brussel, de andere de grootste groenten- en fruithandel van het Waasland. Ze waren 24 uur per dag bezig. Ze zijn óók allebei gestorven aan kanker. Tijdens hun ziekte kwamen ze tot het besef: ‘Allee, waarom hebben we nooit eens gevraagd of het wel goed met je ging?’ Dat heeft me gehard, ja. ”

Heeft het wielrennen jou een reddingsboei toeggegooid na de dood van je eerste vrouw?

De Cauwer: “Absoluut. Mijn zussen waren alleen maar bezig met geld te verdienen. Ik heb toen gezegd: mannekes, ge kunt allemaal de boom in, ik ga vanaf nu mijn goesting doen. Het was een soort van afzetten tegen de maatschappij.

“Debbie had altijd geweldige punten op school. Maar toen ze 19 jaar was, zei ze me op een avond: ‘Ik ga niet meer naar school. Ik ga samenwonen met mijn lief. Een punker, uit Menen.’ Mijn wereld stortte in. Ik zei: ‘Debbie, je kunt advocaat of dokter worden.’ Na een lange discussie zei ze: ‘Jij doet al je hele leven je goesting, ik ga dat ook doen.’ We hebben samen een fles cognac uitgedronken en zijn in elkaars armen gevallen. En als de familie nu samenkomt, pakt Marino zijn accordeon en begint hij liedjes te spelen.”

Lefevere: “Weet je welke artiest ik enorm bewonder? Willem Vermandere. Ik ben nooit depressief, maar in West-Vlaanderen heb je soms van die zwarte dagen dat het de hele tijd waait en regent. Dat komt zo hard binnen dat je denkt: ik blijf in mijn bed vandaag. Er is toch geen koers, toch geen vergadering. En dan hoor je ‘Duizend soldaten’ van Vermandere op de radio.”

De Cauwer: “‘Altijd iemands vader, altijd iemands kind’.”

Lefevere: “Dan luister je naar die tekst en dan wil je helemaal niet meer opstaan. Zo grauw is het leven ook soms, dat moeten we aanvaarden.”

De Cauwer: “Wat ik heb met ouder worden: ik kan hier en nu beginnen te huilen, gewoon door aan iets te denken. En het wordt alleen maar erger.”

Hoe komt dat?

De Cauwer: “Door gelouterd te zijn, door vrede te hebben met alles. Ik kan huilen door Remco wereldkampioen te zien worden. Maar ook door wat Patrick allemaal heeft meegemaakt het laatste jaar. Wij hebben een betere band dan de meesten denken. Ik hou enorm veel van mensen, ik hou enorm veel van Patrick. Omdat hij zich elke dag smijt. Maar ik heb een hekel aan luie mensen, die almaar klagen. Dan denk ik: heb je eigenlijk al iets gedaan met je leven?”

José De Cauwer.Beeld Humo

“Ik vind dat we onze kinderen meer moeten opvoeden met de realiteit van het leven en ze niet proberen te behoeden voor alle onheil, want zo krijg je geen sterke mensen.”

Lefevere: “Het gaat te veel de andere kant op.”

De Cauwer: “Ik zeg niet dat je moet aanvaarden dat er mensen sterven. Maar zelfs toen zijn tweede dochter stierf, zei mijn vader, hij was dan al 100 jaar: ‘Ja, jongen, wij gaan toch vooruit moeten.’ Op zulke momenten begin je te beseffen wat de zin is van het leven. Wat je doet, moet je met passie doen.”

Iedereen heeft je graag, José. Misschien omdat je je ego nooit laat spelen?

De Cauwer: “Mijn ego kan in een klein tasje.”

Lefevere: “Van Louis Vuitton.”

De Cauwer: “Aanschouw de mens, gij kent hem niet. Patrick is ook een goeie mens, in weerwil van wat sommige mensen denken.”

Stéphane Heulot, de CEO van Lotto Dstny, verklaarde in een interview dat de ouders van Arnaud De Lie niet opgezet waren dat je met een helikopter naar de Ardennen was gevlogen om met hen te onderhandelen.

Lefevere: “Ik weet, via via, dat ze bij Lotto Dstny veel moeite hebben om personeel te vinden. Dan zeg ik: meneer Heulot, kijk in uw eigen hof. Ik had geen zin om 300 kilometer te rijden. Bovendien had mijn zoon, die piloot is, vlieguren nodig. Ik heb het vooraf overlegd, en ik denk niet dat dat het breekpunt was. Ik heb een bod gedaan en Lotto Dstny heeft me overboden. Maar Arnaud is een slimme jonge jongen: hij heeft maar voor twee jaar getekend. Dat is zo voorbij.”

DE HYPE VAN DE HYPO

In Humo’s Pop Poll eindigde Lotte Kopecky op één als populairste sportfiguur. Overvleugelt haar populariteit stilaan die van de mannen?

Lefevere: “De progressie die ze gemaakt heeft is niet normaal.”

De Cauwer: “Het zegt helaas ook veel over het vrouwenwielrennen: het gaat te snel. Al mag je dat niet hardop zeggen.”

‘Hoe Lotte Kopecky naar de Flandrien kwam, met zo’n gewaagd kleed. Wauw!’Beeld Photo News

Jolien D’Hoore, de ploegleidster van Patricks vrouwenploeg AG Insurance-Soudal, zei dat de lonen verdrievoudigd zijn in drie jaar tijd.

De Cauwer: “Het minimumloon bij de vrouwen in de World Tour is 42.000 euro bruto. Terwijl veel rensters dat niet waard zijn. Ze moeten eerst geld in de opleiding steken. Nu zijn ze stappen aan het overslaan.”

Lefevere: “Ik ben blij dat jij het eens zegt. Wij hebben rensters in de ploeg die niet meekunnen. Als ze vooraan eens goed doortrekken, kunnen er nog maar twintig volgen. Ze hebben zelfs de tijdslimiet moeten verhogen, want driekwart van het peloton haalde die niet.”

Maar Kopecky maakt wel iets los bij het publiek.

De Cauwer: “Je broer verliezen en toch zo’n veerkracht tonen: fenomenaal.”

Lefevere: “Of hoe ze naar het gala van de Flandrien komt, met zo’n gewaagd kleed: wauw!”

De Cauwer: “Ze heeft gezegd: ‘Ik heb aanbiedingen van andere ploegen.’ Ik dacht meteen: daar zit onze kameraad (wijst naar Lefevere) ook tussen.”

Lefevere: “Natuurlijk proberen we haar naar onze ploeg te halen. Onze sponsor, AG Insurance, is een puur Belgisch bedrijf. En wie is een mooier Belgisch uithangbord dan Lotte? Het is nog niet gelukt, maar ik zou niks liever willen. Ze is ongelofelijk. Als haar Nederlandse ploegmaats voor haar hadden gereden, had ze de Tour gewonnen.

(Lefevere krijgt op zijn telefoon de resultaten van zijn bloedtest binnen) “Ik laat me geregeld testen. Als diabeet ben ik veel met mijn gezondheid bezig.”

Patrick Lefevere: ‘De mensen lachen met mijn hypo, maar onlangs stond mijn bloedsuiker op 54. Als die nog meer zakt, kan ik doodvallen.’Beeld Geert Van de Velde

Dankzij jou leerde de wereld de hypo kennen: in een uitzending van Vive le vélo gaf je een dronken indruk, maar volgens jou lag het aan een val van je bloedsuiker.

Lefevere: “Ik heb vorige week nog een hypo gehad. Ik moet daar uren van bekomen. Als mijn bloedsuikerspiegel onder de 90 zakt, begin ik al te beven. Nu had ik 54: nog lager en ik kan doodvallen.”

De Cauwer: “Dankzij jou beginnen mensen te twijfelen als ze een hypo zien.”

Patrick Lefevere in 'Vive le vélo'.Beeld VRT

Lefevere: “Ze lachen ermee, maar dat kan me niet schelen. Ik had die dag wijn gedronken, misschien iets te veel, maar ook heel weinig gegeten. Bij Vive le vélo vroegen ze me om mijn telefoon uit te schakelen. Een grote fout: zo kon het alarm niet afgaan als mijn bloedsuiker een duik nam. Ik voelde tijdens de uitzending dat er iets met mij gebeurde: mijn woorden kwam er traag uit. Een professor uit Leuven, gespecialiseerd in diabetes, heeft de volgende dag verklaard: ‘Iemand met een hypo lijkt dronken, terwijl dat niet zo is.’ Ik ben die vrouw heel dankbaar. Eigenlijk heb ik baanbrekend werk gedaan voor diabeten.”

© HUMO