“Facebook heeft bewust materiële steun en middelen geleverd aan Hamas in de vorm van zijn online platform en communicatiesysteem”, waardoor het ook aansprakelijk is voor het geweld tegen de vijf Amerikanen. Dat stelt een van de advocaten die de rechtszaak aanspant in een mail aan persagentschap Bloomberg. “Kort gezegd: Hamas heeft Facebook gebruikt als instrument bij het mogelijk maken van terroristische activiteiten.”

In een korte reactie liet Facebook weten geen commentaar te geven aan de pers over lopende juridische zaken. Mushir al-Masri, een van de leiders van Hamas, liet weten dat de rechtszaak aantoont “hoe de VS de persvrijheid en vrijheid van meningsuiting tegengaat” en dat het land vooroordelen koestert over de “goede zaak” van Hamas.

Concreet zou Hamas, dat door de Europese Unie, de Verenigde Staten en Israël gezien wordt als een terreurorganisatie, via Facebook tactische plannen gedeeld hebben met leden, net als militaire instructies en mededelingen over mogelijke tegenstanders.

Volgens de Amerikaanse Anti-Terrorism Act uit 1992 is het verboden voor Amerikaanse bedrijven om diensten van eender welke aard te verlenen aan terreurorganisaties.