Leven in een digitale wereld waarin alles perfect is: willen we dat wel?

Robots die onze jobs uitvoeren en mensen die nooit meer ziek zijn: de digitale toekomst klinkt aanlokkelijk. Maar willen we dat wel? Die vraag stelt blogger Thomas Smolders (25) zich in zijn boek “Achter onze schermen”. Hoe kunnen we overleven in een wereld die blijft innoveren en digitaliseren?

Technologie en de samenleving: het is een haat-liefdeverhouding. De technofoob versus de technofreak. De een kijkt met een bang hartje toe, terwijl de ander geen grenzen aan vernieuwing ziet. Technologie is meer dan de doodgewone computer van vroeger. Het digitale zit in alles rondom ons, in alles wat we dagdagelijks gebruiken. Op conferenties staan mannen met witte hemden te beweren dat ze dé oplossing hebben gevonden om ons leven aangenamer te maken. Maar waar zijn die experts die het antwoord al tien jaar geleden wisten? "Het debat over technologie wordt heel zwart-wit gevoerd. Het is belangrijk om een nuance te zoeken tussen zowel de voor- als de nadelen van technologische innovatie", stelt blogger en auteur Thomas Smolders. "We moeten de vraag blijven stellen: hoe? Waarom? En hoe ga je dat meten?"

Hoe zou ons leven eruit zien als we alle ziektes en ongemakken eruit filteren?

Smolders schrijft al sinds zijn puberjaren over technologie en media en over de impact van die twee. "Het zijn twee aspecten die ons leven beïnvloeden zonder dat we het zelf doorhebben. Daarom is het interessant om op lange termijn te onderzoeken wat die impact is."

En die blijkt veel groter en belangrijker te zijn dan we zelf denken, zeker op vlak van geneeskunde. Denk maar aan de smartwatch: "Mensen die het nu al gebruiken en die weten hoe zo’n toestel werkt, zullen er baat bij hebben. Ze zullen minder ziek worden en een langer en gezond leven leiden." Natuurlijk is er ook nog altijd een groep die die middelen en kennis niet heeft. Volgens Smolders zijn we te weinig met die mensen bezig. "Een ideale wereld op vlak van technologie is een wereld waarin technologie ons kan helpen bij de dingen waarmee we moeite hebben, zonder dat het de overmacht neemt. Er moet nog altijd een mogelijkheid zijn om uit te pluggen als dat nodig is. Maar we evolueren naar een maatschappij waarin je alleen nog maar digitaal kan bankieren of alleen nog maar online een afspraak kan maken met de huisarts. Toch moet die andere optie ook blijven bestaan of we creëren zelf een wereld waarin er mensen al dan niet tot de samenleving behoren. En iemand die digitaal uit de boot valt, is minder zichtbaar dan iemand die financieel arm is."

Volgens Smolders is het ook de taak van de overheid om er rekening mee te houden dat niet iedereen even snel zijn weg vindt in die digitale samenleving. "Het is voor politici dan ook niet hip om zich te focussen op de groep die minder mee is, in tegenstelling tot de start ups die allemaal beweren the next big thing te zijn en de nieuwe Facebook te ontwikkelen. Ik vind het belachelijk als een politicus met een troep van die techno-optimisten naar Silicon Valley trekt en als ze terugkeren, beweren ze allemaal het grote licht te hebben gezien. Uiteindelijk is hun impact toch vrij beperkt, maar niemand stelt er zich vragen bij. Geloof me: ik vloek ook als ik zie hoe traag de overheid innoveert, maar ik denk net dat het belangrijk is dat ze niet haantje de voorste wil zijn. Mensen die hoog van de toren blazen vergeten soms dat de overheid zich met meer zaken moet bezighouden dan alleen innovatie."

Wat als niemand nog sterft in het verkeer?

Traag innoveren staat natuurlijk niet gelijk aan volledig op de rem gaan staan. Volgens Smolders zijn er meer dan genoeg technologische uitvindingen die voor een betere wereld zullen zorgen. Denk maar aan de zelfrijdende auto’s. "Stel je voor dat elke baby die op aarde geboren wordt, nooit meer dezelfde fouten zal maken die de mensheid ooit heeft gemaakt. Die zich nooit meer zal vergissen tussen links of rechts. Het is de slimste baby ooit. Als je op die manier denkt over zelfrijdende auto’s, dan besef je pas hoe snel die algoritmes van elkaar leren en wat voor een impact dat kan hebben op de samenleving. Het zou fantastisch zijn als we alle verkeersdoden zouden kunnen vermijden, door auto’s van elkaar te laten leren."

Maar dat is een stap die we moeten durven nemen, stelt Smolders. Mensen zijn nu nog bang en bedenken alle mogelijke worst case scenario’s. Wat als je moet kiezen tussen het aanrijden van een oud vrouwtje of een jong gezin? Wat zal de algoritme dan beslissen? "Dat is een ethisch vraagstuk waar we zeker over moeten nadenken. Maar ik denk niet dat we ons daar te lang mogen op vastpinnen, want uiteindelijk zal je ook enorm veel mensenlevens redden. Een gewone auto en een gewone mens kunnen nooit zo precies zijn als een zelfrijdende auto."

Wat als we nooit meer hoeven te werken?

De krant kopt: “ING schrapt 3.500 banen om meer plaats te maken voor digitalisering.” Volgens Smolders is het normaal dat we bang worden van innovatie als we mogelijk ons werk hierdoor kunnen verliezen. "Mensen zeggen vaak: "De robots komen ons werk afnemen." Langs de ene kant zou het tof zijn om de moeilijkere en lastigere taken uit te besteden aan computers. Het zou onnozel zijn om hier nog allemaal met een telraam als holbewoner onze berekeningen te maken. Ik ben ervan overtuigd dat er binnen tien jaar een algoritme zal bestaan die ook mijn job als auteur zou kunnen vervangen. En het boek zal ook tien keer beter geschreven zijn dan wat er tot nog toe door de mens werd neergepend. Dat schrikt logischerwijze af."

Daarom is het, bijvoorbeeld, belangrijk dat we het debat over het basisinkomen voeren nog voor er allerlei jobs verloren gaan. "Daarnaast moeten we ons ook de vraag stellen: is het wel omwille van die technologie dat die mensen worden ontslaan? Is er geen andere manier om hen op te vangen binnen het bedrijf? Velen beginnen pas na te denken over technologie wanneer ze ermee geconfronteerd worden of wanneer het te laat is."

Wat als we onze ideale partner algoritmisch kunnen vinden?

Het is fascinerend om te zien hoe datingapps als Tinder en Twoo werken. Vroeger was iemand sportief als hij of zij het desbetreffende hokje afvinkte. Nu beweren apps dat ze algoritmisch de perfect match kunnen vinden. “Ik ben ervan overtuigd dat er nog altijd een menselijk aspect is die een algoritme niet kan vatten. Er zal altijd een stemmetje zijn in je hoofd die je de vraag stelt: “Is dit wel de beste partner ooit?”

Smolders gaat wel heel bewust om met technologie op vlak van privacy. "Het klinkt idioot, maar ik heb mijn webcam afgeplakt, mijn paswoorden zorgvuldig uitgekozen en ik zal nooit internetbankieren op een publiek netwerk."

Wat als we een regenbui tot op de seconde kunnen voorspellen?

Het is handig om ’s ochtends te weten of je een paraplu moet meenemen naar het werk of niet. Dat kan vrij gemakkelijk aan de hand van een buienradar. De vraag is alleen: willen we wel weten dat het binnen exact drie minuten en twee seconden zal regenen? "In theorie klink het misschien tof, maar willen we een wereld zonder tegenslag? Want dat betekent het in feite. We hebben de drang om te weten wat er exact zal gebeuren op een bepaald moment. We willen alles puur algoritmisch kunnen voorspellen, maar het leven is juist tof omdat het onvoorspelbaar is. Dat gevoel als je kletsnat thuiskomt door een onverwachte regenbui tijdens je fietstocht is fantastisch. Slechts een keer per jaar wil je zoiets meemaken, maar dat besef van thuis zijn na een ferme tegenslag maakt alles weer goed. Het lijkt mij een horror om te leven in een wereld waarin alles perfect is."

Meest gelezen