Direct naar artikelinhoud
InterviewPolitierechters Dina Van Laethem & Peter D’Hondt

‘Ik verklaar elk jaar 1.300 mensen ongeschikt om te rijden, in de grootste steden van het land komen ze misschien op een kwart daarvan’

Politierechters Dina Van Laethem en Peter D’Hondt.Beeld Thomas Sweertvaegher

De dood van twee wielertoeristen door een dronken man met een rijverbod zet de discussie over roekeloze chauffeurs weer op scherp. Politierechters Dina Van Laethem en Peter D’Hondt: ‘Onlangs nog had ik een spookrijder die een cocktail van cocaïne, cannabis, amfetamines, pijnstillers, antidepressiva en alcohol in zijn bloed had. Daarbij is een dode gevallen.’

en

Hun werkterrein - de arrondissementen Halle en Dendermonde - grenst aan elkaar, maar politierechters Dina Van Laethem (62) en Peter D’Hondt (65) kwamen elkaar 28 jaar geleden al tegen. Hij als rechter, zij als advocate. “Ik stond in 1996 een van de slachtoffers bij van een dodelijk ongeval in Wichelen.”

De feiten vertonen heel wat gelijkenissen met die van Gent waarbij zondagochtend een zeer dronken man twee wielertoeristen doodreed. Bovendien bleek hij meermaals veroordeeld voor rijden onder invloed en hij had een rijverbod. Ook in 1996 maaide een dronken chauffeur in Wichelen op een ochtend een groepje fietsers van de weg. “De man probeerde nog te vluchten, een paar mannen zijn op de motorkap gaan liggen om hem tegen te houden. Ik heb hem een jaar sec gegeven en hem onmiddellijk laten aanhouden”, zegt Peter D’Hondt.

“Een kippenvelmoment”, vertelt Van Laethem.

Toch blijft het opnieuw gebeuren. Wordt u daar soms niet wanhopig van?

Van Laethem: “Wat mij frappeert, is dat iedereen op zijn achterste poten staat terwijl dit voor ons eigenlijk dagelijkse kost is. Onlangs nog had ik een spookrijder die een cocktail van cocaïne, cannabis, amfetamines, pijnstillers, antidepressiva en alcohol in zijn bloed had. Daarbij is een dode gevallen.”

Hoe vaak ziet u dit soort chauffeurs in uw rechtbank?

Van Laethem: “Jongeren drinken niet meer, ze nemen drugs. Een kennis, een vijftiger, vertelde me dat hij begin deze maand naar een dj-avond van Charlotte de Witte ging in Gent. Er werden voor zijn ogen lijntjes gesnoven. Niet één keer, maar vijftig keer. En er werd verkocht waar hij bij stond.”

D’Hondt: “Daardoor stijgt dit soort gedrag exponentieel. Het is waanzin.”

Volgens collega-rechters negeren steeds meer chauffeurs hun rijverbod. Hoe komt dat?

Van Laethem: “De straffen zijn verzwaard. Daardoor worden er meer rijverboden opgelegd dan vroeger. De eerste keer kan ik mild zijn. Als het geen doorwinterde dronkaard is, wil ik iets door de vingers zien. Iedereen kan eens van een eetfestijn of een communiefeest komen. Maar ik geef altijd een waarschuwing mee: riskeer het niet om hier een tweede keer te komen.”

Welk profiel hebben die hardleerse chauffeurs?

Van Laethem: “Bijna iedereen komt in aanmerking, maar vrouwen vormen wel een minderheid.”

D’Hondt: “Als we vrouwen zien, zijn er altijd drugs in het spel.”

Drinken of drugs nemen is één ding, in je auto stappen is een ander.

D’Hondt. “Zo is het.”

Van Laethem: “Niemand kan zijn auto missen. We spreken niet voor niets over koning auto. Door de strafverzwaringen heb je heel vlug - na twee snelheidsovertredingen binnen de drie jaar bijvoorbeeld - drie maanden rijverbod aan je broek. Een manager of een arbeider die om zes uur moet beginnen en in een klein dorp woont, zeggen dan recht in ons gezicht: ‘ik moet werken en jij mag onze auto niet afpakken.”

Zegt u nu dat we te streng zijn?

D’Hondt: “Die strengere wet is er totaal over, die is alleen ingevoerd in ruil voor het rijbewijs met punten. Voor mij is ook belangrijk wat er in de zittingszaal gebeurt. Als een jonge puber zonder rijbewijs of verzekering moet voorkomen omdat hij zijn brommer heeft opgedreven en zijn ouders komen zo binnen (gaat met afhangende schouders zitten, EB), geen probleem. Maar als zo’n vader daar ongeduldig zit met zo’n air van ‘hebben jullie niets anders te doen dan mijn zoon lastig te vallen’, dan hebben ze het geweten.”

Van Laethem: “Ik kom mensen soms tegemoet door enkel een rijverbod in het weekend op te leggen.”

D”Hondt: “Ik heb daar moeite mee. Tegen een dief zeg je ook niet: door de week gaan we je lossen, maar in het weekend sluiten we je op.”

In Frankrijk wordt een nieuw misdrijf in de wet opgenomen: 'l’homicide routier‘ oftewel wegmoord.

D’Hondt: “Een goede zaak. In Amerika wordt de plek van een ongeval ook beschouwd als een plaats delict die met hypermoderne technieken wordt uitgemeten terwijl wij hier nog rondlopen met zo’n rolmetertje. In sommige Amerikaanse staten riskeer je 25 jaar cel voor roekeloos rijgedrag. Daartegenover zijn wij watjes.”

Van Laethem: “Zulke straffen zijn er wat over.”

Politierechter Dina Van Laethem: ‘Een van mijn grootste frustraties zit in de uitvoering van straffen. Als ik vijf jaar uitspreek, weet ik dat de straf niet wordt uitgevoerd.’Beeld Thomas Sweertvaegher

Mevrouw Van Laethem, u pleitte deze week voor een verkeersgevangenis.

Van Laethem: “Een van mijn grootste frustraties zit in de uitvoering van straffen. Als ik vijf jaar uitspreek, weet ik dat de straf niet wordt uitgevoerd. Als veroordeelden al bij de deur van de gevangenis geraken, kunnen ze naar huis met een enkelband. Ik geloof in de kracht van korte gevangenisstraffen, drie maanden effectief is vaak al een wake-up call.”

D’Hondt: “De enige manier om daarop in te spelen, is strengere straffen uitspreken.”

Zijn er collega-politierechters die naar uw mening niet streng genoeg zijn?

D’Hondt: “Op sommige plekken wel, ik noem dat de pretparken van Vlaanderen. Ik verklaar elk jaar 1.300 mensen ongeschikt om te rijden, in de grootste steden van het land komen ze misschien een kwart daarvan. Maar niemand gelooft dat er in Dendermonde meer drugsgebruikers zijn dan in pakweg Antwerpen.”

Is het normaal dat chef Nick Bril geen urine- of speekseltest heeft moeten afleggen nadat hij zijn medewerker overreed?

D’Hondt: “Ik geef geen commentaar op concrete dossiers, maar kan iemand mij uitleggen waarom we het zo moeilijk maken om die test af te nemen? Iemand laten blazen, dat is simpel, maar bij een speekseltest begint het al een hele checklist met symptomen invullen. Dat is veel te veel werk. Er zijn drugsgebruikers die soms net iets te veel drinken zodat ze gepakt worden op alcohol maar aan de speekseltest ontsnappen. Bovendien: vorig jaar heeft justitie 100.000 speekseltesten besteld, voor 183 politiezones. Dat komt neer op 1.5 test per zone per dag. Onbegrijpelijk voor een land met een cocaïnehoofdstad.”

Geven jullie werkstraffen? En welke dan?

Van Laethem: “Wij weten niet waar die mensen terecht komen. Enkel bij heel zware ongevallen zeg ik soms dat de veroordeelden die straf zouden moeten uitvoeren in een revalidatiecentrum.”

D’Hondt: “Ik heb daar bedenkingen bij. Jaren geleden was ik aan het joggen in het park toen ik een man zag die ik een werkstraf had opgelegd en die daarom het park moest schoonmaken. Steekt hij daar een tsjoep op en roept hij: ‘mijnheer D’Hondt, dat zijn hier nogal werkstraffen, he!’. Bovendien: iemand moet mij eens uitleggen wat het effect is van bladeren opruimen op de criminaliteit.”

Politierechters Peter D'Hondt: 'Het rijexamen, dat is een quiz. Als je wat geluk hebt, dan krijg je zo je rijbewijs.'Beeld Thomas Sweertvaegher

U heeft ooit iemand verplicht om het boek Tonio van A.F.Th van der Heijden te lezen.

D’Hondt: “Dat was een burgerlijk ingenieur die aan het driften was op een rondpunt. Toevallig zag ik in mijn boekenkast net dat boek staan en ik dacht verdomme, ik geef hem vijf jaar rijverbod waarvan vier met uitstel en ga hem dat boek laten lezen. Want ingenieurs lezen niet graag, he. (lacht) Die man heeft nadien aan jullie krant een interview gegeven waarin hij zei dat het boek wel was binnengekomen en dat hij nooit meer zoiets heeft gedaan.”

Een ingenieur die een boek mag lezen om tot inzicht te komen: is dat geen vorm van klassenjustitie?

D’Hondt: “Nee, ik noem dat de client centred therapy. Als ik iemand die weinig heeft gestudeerd zou verplichten om dat boek te lezen, dan zou dat, met alle respect, onmenselijk zijn.”

Het gaat altijd over verkeersdoden. Onderschatten we het aantal gewonden niet?

D’Hondt: “Weet u hoeveel verkeersdoden zijn geteld tussen 1972 en 2022? Tachtigduizend! Dat is bijna evenveel als het aantal Belgen die zijn gestorven tijdens de Tweede Wereldoorlog. En weet u hoeveel gewonden? 3,4 miljoen. En daarvan heeft 80 procent blijvend ongemak, 20 procent heeft door die kwetsuren zelfs een andere woning moeten zoeken. En dan hebben we het nog niet gehad over de kostprijs van al die verkeersongevallen: 14 miljard, op een jaar tijd. Voila, we hebben hier net het begrotingstekort opgelost. Als je die cijfers kent, dan is het hallucinant dat wij verkeersongevallen nog steeds beschouwen als collateral damage.”

Van Laethem: “Ik heb in 1986 een zwaar verkeersongeval gehad. Ik kwam met mijn wagen onder een camion terecht. Ze hebben me gevonden onder mijn dashboard, het dak was van mijn auto. Ik heb sindsdien enorme rugpijn. Ik zit dus in die statistiek.”

Wat kunnen we concreet doen om te vermijden dat dronken chauffeurs die al meermaals veroordeeld zijn achter het stuur kruipen?

D’Hondt: “Het begint eigenlijk al bij de rijopleiding. Het rijexamen, dat is een quiz. Als je wat geluk hebt, dan krijg je zo je rijbewijs. Daarna wordt geen enkele opleiding meer voorzien die er voor zorgt dat je bij blijft, terwijl het kuispersoneel in ons justitiepaleis elke zes maanden een cursus moet volgen. Daarnaast vind ik dat iedereen een psychologische proef moet afleggen, zodat we vermijden dat de ene chauffeur de andere niet half dood mept met een bosmaaier die toevallig in zijn koffer ligt.”

Van Laethem: “Juist, dat is echt gebeurd.”

D’Hondt: “En tot slot de permanente controle van bestuurders. Dat kan door een digitaal rijbewijs met punten. De Mercuriusdatabank, die verkeersovertredingen koppelt aan rijbewijzen, wordt niet gebruikt. Daarmee zouden mensen met een rijverbod bovendien niet meer naar de griffie hoeven om daar hun rijbewijs af te geven aan personeel dat klaar zit om op de veiligheidsknop te duwen omdat ze bang zijn om een pak rammel te krijgen.”

Zal een rijbewijs met punten het probleem niet groter maken? Gaan er niet nog meer mensen zonder rijbewijs achter het stuur kruipen?

D’Hondt: “Dat probleem zal altijd bestaan. Moeten we daarom minder straffen?”

Van Laethem: “Of chauffeurs slaan op de vlucht en dat is eigenlijk nog gevaarlijker. Al lees ik in heel veel dossiers dat de pakkans bij vluchtmisdrijf fors is gestegen door de vele ANPR-camera’s, die nummerplaten controleren. Getuigen zien meestal maar een flard van van de nummerplaat of weten enkel het type wagen, maar dat is nu voldoende. Dat is fantastisch.”

D’Hondt: “Die camera is een zegen. Het is altijd zoeken naar een evenwicht tussen privacy en de nood om misdrijven op te lossen, ook in het verkeer. Maar laten we eerlijk zijn: als het aantal verkeersdoden is gedaald, dan komt dat door het handhaven van de regels. Ondanks het verzet van allerhande politici en drukkingsgroepen. In Italië kan je van buitenaf zien of een wagen verzekerd is. Waarom dringt de verzekeringssector hier daar niet op aan?”

Jullie zijn verrassend genoeg geen voorstanders van een nultolerantie van alcohol in het verkeer.

D’Hondt: “Het is al moeilijk genoeg om de huidige regels te handhaven.”

Het biedt wel het voordeel van de duidelijkheid.

Van Laethem: “Dat klopt. Nu slaan mensen aan het rekenen. En als ze voor mij belanden, dan klinkt het ‘ja, maar ik had die middag niet gegeten.’ Ik vind het eigenlijk heel simpel: wie rijdt, drinkt niet.”

Dat is toch nultolerantie?

Van Laethem: “Het is niet omdat je één glas drinkt, dat je een gevaar bent.”

Recent leidde de veroordeling van Acid wegens belaging tot een hevige discussie over schadevergoedingen. Krijgt u daar als politierechter ook mee te maken?

D’Hondt: “Acid kreeg een boete opgelegd van 800 euro, maar ook een provisionele schadevergoeding van 20.000 euro. Dat zijn twee totaal verschillende zaken die op een hoop worden gegooid. Ik erger me vooral aan het feit dat justitie daar niet op reageert. We hebben persrechters. Waarom leggen ze niet uit hoe de rechtbank tot een oordeel komt?”

Van Laethem: “Weet u, ik doe ook nog burgerlijke dossiers en dan becijfer ik lichamelijke schade. Zo heb ik een dossier van iemand die met zijn moto tegen een wagen aanreed die uit zijn garagepoort kwam rijden. De motorrijder is sindsdien voor 90 procent verlamd. De verpleegster komt twee keer per dag langs met een peniskoker om hem te laten urineren, en twee keer per dag met een handschoen voor achteraan. Ik moet dan berekenen hoeveel die peniskoker vandaag kost, maar ook hoe lang die mens nog zal leven en hoeveel peniskokers hij de komende dertig jaar nodig heeft. Hetzelfde voor de handschoenen en de werkuren van de verpleegster. Dat gaat over gigantische bedragen, in zo’n dossier kom ik met 200 bladzijden niet toe. Maar die nuance willen mensen niet zien.”