Direct naar artikelinhoud
Interview Leo Van Broeck

Voormalig Vlaams Bouwmeester: ‘Bouw toch aangename en hedendaagse woningen, geen nostalgisch Bokrijk’

Leo Van Broeck. 'Herstel de natuur rond de dorpen, dan wonen die mensen eindelijk terug op het echte platteland.'Beeld Tim Dirven

Hoewel de verharding toeneemt, klinkt in veel steden en gemeenten nu al gemor over de appartementisering, zo bleek deze week. Voormalig Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck, vurig pleitbezorger van verdichting in woonkernen, vindt dat geen reden om gas terug te nemen. Integendeel. ‘Bouw toch aangename en hedendaagse woningen, geen nostalgisch Bokrijk.’

De overheid heeft al langer de ambitie om minder te verharden en woonkernen te verdichten. Waar loopt het dan mis?

“Men zegt wel dat die ambitie er is, maar in de praktijk is er nog te weinig van te merken. We gebruiken nog altijd de meeste grond per inwoner van alle Europese lidstaten en hebben het kleinste percentage kwalitatieve natuur. Dat heeft niets te maken met onze bevolkingsdichtheid, maar met ruimtehonger. Want het ruimtegebruik per persoon neemt hier al honderd jaar toe en dat heeft grote gevolgen. We spenderen drie keer het Europees gemiddelde aan auto’s en de belastingaftrek voor salariswagens kost de overheid vier miljard euro aan inkomsten Ondertussen worden er subsidies uitgeschreven om de files elektrisch te maken. Het is een infarct, een ruimtelijk misverstand.”

Wat is het alternatief?

“Als overheid tegen de verdichting van kernen zijn, is onverantwoord. We moeten inzetten op kernversterking, verdichting van onze grotere dorpen en steden. Rijwoningen met een tuin zouden afgewisseld moeten worden met appartementen, afhankelijk van de vraag in de regio. Er komen veel kleinere gezinnen en de vergrijzing is aan de gang. Bejaarden willen geen trappen doen, dus de nood is er zeker. Maak zulke woningen goed en zorg voor groen in de buurt. De hitte-eilanden kunnen ondertussen bestreden worden met doorlatendheid, drainage en groen.”

Heel wat burgemeesters en burgers vrezen wel dat appartementisering het landelijk karakter van hun streek zal vernietigen. Wat zegt u tegen hen?

“De esthetische identiteit van onze gebouwen was nooit constant. In de zestiende eeuw werden hier veel huizen uit zwart kruishout en witte leem gebouwd, die brandden gemakkelijk. Uiteraard zijn die er nu niet meer. Willen we van onze planeet een soort Disneyland maken of zien we het verleden als een fundament om verder op te bouwen?

“Daarnaast zijn dorpen vandaag al mini-slaapsteden voor pendelaars. Maak er dan tenminste goede en compacte centra van waar genoeg mensen wonen om weer winkels, horeca en crèches in te richten. Het landelijke karakter is verdwenen door het volbouwen van de open ruimte rond de dorpen. Behoud van hellende daken en nagemaakte stijl van de oude boerderijen gaat dat niet redden. Bouw toch aangename en hedendaagse woningen, geen nostalgisch Bokrijk met kasseien. En herstel de natuur rond de dorpen, dan wonen die mensen eindelijk terug op het echte platteland.”

Het is makkelijk gezegd voor iemand die geen verantwoording aan de kiezer hoeft af te leggen.

“Als de burger niet beter weet en de politiek durft hem niet tegen te spreken, glijden we ver naar beneden. Ik maak de vergelijking met ouders die koken voor hun kinderen. Als zij geen nee durven zeggen, zouden er elke dag frieten, chips en cola op het menu staan. Terwijl je ze groenten moet leren eten. Ik vind dat je als politicus een volksopvoedende taak hebt, je moet je vaderlijk of moederlijk kunnen opstellen en uitleggen waarom je visie goed is voor de mensen. Als ze dan het pilootproject zien, is er vaak al veel veranderd. Initieel reageert de bevolking vaak negatief, maar vandaag zijn er bijvoorbeeld toch ook bijna geen mensen meer die tegen het rookverbod in de horeca zijn?

“Door de misplaatste nostalgie en de angst voor verandering blijven we veel CO2 uitstoten en natuurgebied vernietigen. Dat raakt ook aan onze levenskwaliteit. Plaats afnemen van mensen is bovendien moeilijk omdat we een invasieve soort zijn. We moeten genezen van onszelf omdat we als een sprinkhanenplaag zijn die zelf alles leegvreet. Hoe lastig het is om daarmee te stoppen, illustreert de spanning rond het thema ruimte in het maatschappelijk debat.”