De opzijgeschoven directeur van de Bijzondere Belastingsinspectie (BBI) Karel Anthonissen staat in het oog van de storm door een lopend onderzoek naar mogelijke schendingen van het beroepsgeheim en perslekken. Toen hij maandagochtend zijn post opende, lachte hij zich echter een breuk.

Zo’n oorkonde is een document dat steeds door de Minister van Buitenlandse Zaken wordt ondertekend. Voor een Belgische of buitenlandse begunstigde is het de officiële bevestiging van de toekenning van een ereteken in de Nationale Orden. In het geval van Anthonissen in de Leopoldsorde.

‘Enfant terrible’

Anthonissen stond als gewestelijk di­recteur van de Gentse BBI bekend als ‘enfant terrible’. Dit jaar werd hij aan de kant geschoven en hij weigerde enkele alternatieve functies. “Ze hebben voorgesteld dat ik in het buitenland zou gaan ­bestuderen hoe fraude­­ be­- s­treden wordt. Dat ik een ­rapport zou schrijven over hoe de samenwerking met het ­gerecht verbeterd kan worden. Of dat ik die coördinatie op mij nam”, zegt hij. “Ik zie dat niet zitten. Ze hadden mij ­gewoon mijn ­bevoegdheden kunnen ­laten houden”, zei hij januari.

Zijn relletjes:

- Hij haalde bij Optima alle klantengegevens op om te jagen op zwart geld, maar werd teruggefloten door de rechtbank.

- Toenmalig staatssecretaris voor Fraudebestrijding John Crombez (SP.A) gaf hem een blaam omdat hij zich bleef moeien in een dossier tegen Karel De Gucht, hoewel hij van de zaak was gehaald.

- Hij werd in 2015 geschorst nadat hij Hans D’Hondt, het hoofd van de FOD Financiën, beschuldigde onvoldoende te vechten tegen de fraude. De rechtbank herstelde hem uiteindelijk in zijn functie.

- Tegen al wie ooit fiscale amnestie had gekregen, diende hij een klacht in omdat de oorsprong van het zwart geld niet was nagegaan. In dit dossier beschuldigde hij ook minister van Justitie Koen Geens (CD&V) ervan onvoldoende ijverig te zijn.

Huiszoekingen

Eind april voerde het Brusselse gerecht huiszoekingen uit in de kantoren van de BBI in Gent, Antwerpen en Brussel, maar ook in privéwoningen van belastingambtenaren en Karel Anthonissen. De reden: mogelijke schendingen van het beroepsgeheim en perslekken.

Hoewel Anthonissen enkel vermoedens heeft over welke lekken het gaat, was hij er toen van overtuigd dat ze niet het gevolg zijn van indiscreties bij de BBI zelf. “Naar mijn inzichten, vanuit mijn ervaring met de pers, komt geen enkele van die lekken van de BBI, en al zeker niet van mij. Het moet van elders komen. Het is niet omdat informatie gelekt wordt die in het bezit is van de BBI dat het lek zich situeert bij de BBI zelf. Ook een betrokken bedrijf bijvoorbeeld kan er baat bij hebben.”