Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & Liefde

Frank (63) heeft een relatie met twee vrouwen: ‘Samen komen ze tegemoet aan mijn drie grootste behoeften: vrijheid, liefde en leren’

Frank (63) heeft een relatie met twee vrouwen: ‘Samen komen ze tegemoet aan mijn drie grootste behoeften: vrijheid, liefde en leren’
Beeld Lotte Dijkstra

Dat zijn vrouw het bed soms deelt met andere vrouwen, weet Frank (63), maar hij staat er niet uitgebreid bij stil. Tot er een collega in hun leven komt die niet weggaat. Een driehoeksverhouding lijkt een ideale oplossing – of toch niet?

“Ik leerde mijn vrouw in 1979 kennen tijdens de introductieweek van de hogeschool waar we beiden gingen studeren. Ze had een frisheid die me beviel en was energiek en onschuldig tegelijk. Voor we het wisten, en zonder er veel woorden aan vuil te maken, kregen we een relatie, je zou kunnen zeggen dat we er ‘ingerommeld’ zijn. Mijn ouders bijvoorbeeld, begrepen pas bij de diploma-uitreiking dat ik verkering had.

“Samen vertrokken we een jaar naar het buitenland en toen we terugkwamen leek het onlogisch uit elkaar te gaan. Ik formuleer dat bewust een beetje omslachtig, want in die tijd werd zo veel niet duidelijk uitgesproken. De jaren regen zich vrolijk aaneen en we zeiden: als we tien jaar samen zijn, gaan we trouwen. Dat hebben we gedaan, maar ook toen kwamen onderwerpen als monogamie en huwelijkse trouw niet aan bod. Daar hadden we eenvoudigweg het idioom niet voor. Ik wist dat mijn vrouw altijd vrouwen in haar leven had gehad die heel belangrijk voor haar waren, vrouwen met wie ze soms wel, soms niet het bed deelde. Ik accepteerde dat en ontkende het zelfs op momenten dat me dat beter uitkwam.

“Van het begrip polyamorie – met alle afspraken en bijbehorende afbakenende gesprekken van dien – had niemand nog gehoord, en voor de contacten die zij met vrouwen had gold hetzelfde als voor ons huwelijk: we lieten ons leiden door intuïtie. Ook toen mijn vrouw een serieuze relatie kreeg met een collega, heb ik dat op eenzelfde manier geïncasseerd. Ik zei weleens dat ik het niet fijn vond dat ze twee weken met haar op vakantie ging, en zij zei weleens dat ik haar beter moest leren kennen, en stelde voor om eens met zijn drieën af te spreken. De collega die ik jarenlang stug ‘de collega’ ben blijven noemen, stuurde me de ene na de andere brief waarin ze erop aandrong kennis te maken, maar daar ben ik nooit op ingegaan.

“Was het uit stil protest, uit stuursheid, jaloezie? Misschien zat het nog eenvoudiger in elkaar. Juist omdat we ons huwelijk nooit strak hadden gedefinieerd, gunden we elkaar vanzelfsprekend autonomie. Ik werkte 80 uur in de week, het was niet zo moeilijk de confrontatie met die collega uit de weg te gaan, en wat ik precies van de situatie vond, daar stond ik niet uitgebreid bij stil. Ik denk trouwens dat het anders was geweest als de collega een man was geweest.

“Maar toen deze vrouw maar niet wegging, en een steeds belangrijkere rol begon te spelen in het leven van mijn vrouw, veranderde dat. Soms leende ze onze auto, of paste op ons kind. Tijdens een van die keren kwam ik terug van een meerdaagse beurs. De collega zat op de bank, terwijl onze kinderen sliepen. Mijn vrouw was er niet. Hoe het kwam weet ik niet, misschien was ik zo uitgeput van die beursdagen dat ik mijn weerstand verloor. Ineens zag ik wat een ongelooflijk leuke vrouw die collega eigenlijk was, iemand met een naam: Patricia. Niet lang daarna hebben we op een avond gevreeën. Daarmee kantelde de relatie tussen ons drieën en ontstond iets wat ook in het jaar 2000 al een driehoeksverhouding heette.

“We betrokken met zijn drieën en twee kinderen een huis op het platteland. We kochten een bed van 2,40 bij 2,10 meter en lagen daar met zijn drieën in zonder vaste plekken; lakens en hoeslakens van die monstermaat bleken gewoon verkrijgbaar. En al was het dorp iets minder tolerant wat betreft onze afwijkende gezinsformatie, en had het niet veel gescheeld of onze kinderen waren op school geweigerd, de eerste jaren verliepen tamelijk moeiteloos. De kinderen wisten niet beter en maakten voor Moederdag twee knutselwerkjes in plaats van één, en met zijn drieën voedden we als gelijkwaardige partners de twee kinderen van mijn vrouw en mij op. Die van Patricia waren toen de deur al uit.

“Na zeven jaar barstte de bom. We zaten met zijn drieën in de tuin toen Patricia niet geheel onverwacht haar vertrek aankondigde. De twee vrouwen die elkaar eerst bijna smoorden in hun symbiose waren sterker geworden en leken elkaar minder nodig te hebben. Patricia, die altijd heel zorgend was geweest, zei steeds vaker ‘nee’, en mijn vrouw, die pas moeder durfde te worden nadat ze het moederen van Patricia had afgekeken, werd steeds zelfverzekerder in haar rol.

“Daar kwam nog iets bij: er ontstonden conflicten over de opvoeding van de kinderen. Met zijn tweeën opvoeden is al ingewikkeld, laat staan met zijn drieën, het bleek dat ieder van ons anders met problemen omging, en op het laatst werd de sfeer onhoudbaar, tot en met slaande deuren aan toe. Ik vroeg Patricia: ik snap dat jullie relatie stopt, maar dat betekent toch niet automatisch dat onze relatie ook stopt? Patricia was verrast en mijn vrouw begreep dat deze wellicht onvoorziene consequentie niet af te wenden was en verzoende zich onmiddellijk met de nieuwe situatie.

“Anderhalf jaar lang heb ik heen en weer gependeld tussen de twee vrouwen, een week bij de een en een week bij de ander, maar de tuin van ons plattelandshuis raakte verwaarloosd, en sinds een jaar of tien ben ik nu drie dagen bij Patricia en vier bij mijn vrouw. Dan stap ik in de auto met een podcast op, een tasje met kleren en mijn e-reader en maak een rit van 45 minuten.

“Het fijne van twee relaties is dat ik me op twee fronten tegelijk ontwikkel. Met Patricia is het alleen maar harmonie, met mijn vrouw gaat het er een stuk pittiger aan toe. Samen komen ze tegemoet aan mijn drie grootste behoeften: vrijheid, liefde en leren. Maar het is niet alleen maar leuk. Ik ben vaak niet op de plek waar ik eigenlijk moet zijn. Wanneer de een een doktersafspraak heeft, en ik net bij de ander ben, maak ik een overweging: rijd ik anderhalf uur heen en weer of sla ik over? Met feestjes hetzelfde. Mijn vrouw en ik zijn even oud, Patricia is nu 73. Ze heeft vriendinnen met dementie. Wat als zij mij straks dag en nacht nodig heeft? Ik heb er nog geen antwoord op. Gedachten daarover stop ik in een laatje en ik vertrouw op de intuïtie die me al zo veel verrassends heeft gebracht.”