Eerder kwamen Derwael, Brassart en Pinxten in actie in de wereldbekers in het Egyptische Caïro en het Duitse Cottbus. Derwael staat momenteel met het maximum van de punten aan de leiding in het wereldbekerklassement aan de balk na goud in Caïro en een vijfde plaats in Cottbus (achter vier turnsters die al zeker zijn van een olympisch ticket). Brassart behaalde brons aan de brug in Cottbus, ze is met één in rekening gebracht resultaat zevende in het WB-klassement. Erika Pinxten werd in Caïro tweede in de balkfinale, achter Derwael, en vijfde in de grondfinale. In Cottbus eindigde Pinxten op de zevende plaats in de balkfinale. In de WB-ranking aan de balk is ze tweede achter Derwael, voor de grondoefening staat ze op de derde stek.

Derwael is nog niet geplaatst voor de Spelen van Parijs, waar ze haar titel van Tokio (2021) aan de brug hoopt te verdedigen. Om een olympisch ticket te verzilveren, heeft de Limburgse nog twee opties. Via de wereldbekers verzekeren de twee beste gymnasten van de niet-geplaatste landen op één specifiek toestel zich van een individueel allroundticket voor Parijs, waarbij de drie beste resultaten tellen. Daarnaast is er het EK in Rimini (2-5 mei). De hoogst geplaatste gymnaste in de allroundcompetitie van de niet-geplaatste landen haalt daar een olympisch ticket.

Aan de brug besliste Derwael nog niet in actie te komen. Dat komt te vroeg in haar revalidatieproces, nadat ze vorig jaar vanwege een schouderblessure het WK in Antwerpen moest missen. 

In Bakoe zijn de kwalificaties van de damesbrug voorzien op donderdag, de finale op zaterdag. De kwalificaties van de balk staan vrijdag op het programma, de finale zondag. Na Bakoe is er van 17 tot en met 20 april nog een wereldbekermanche geprogrammeerd in het Qatarese Doha. Dan hoopt Pinxten opnieuw van de partij te zijn.