Direct naar artikelinhoud
AnalyseOorlog in Gaza

‘Een druppel op een veel te hete plaat’: België parachuteert straks 10 ton noodhulp boven Gaza, maar dat is niet zonder risico

Het vertrek van de Belgische A400M maandag vanop Melsbroek.Beeld Photo News

Het is een dure, omslachtige en gevaarlijke manier om de Gazanen te helpen. Toch zal ook een Belgisch vrachtvliegtuig later deze week tien ton aan noodhulp in het belegerde Gaza parachuteren. Waarom?

1. Waarom zijn airdrops nodig?

Volgens het Wereldvoedselprogramma van de VN (WFP) lijdt bijna de hele bevolking van de Gazastrook honger. Gazanen bestormen de weinige hulpvrachtwagens die nog over de grens komen. Voedingswaren kosten astronomische bedragen op de zwarte markt. Unicef waarschuwt dat er in Gaza veel kinderen zullen omkomen van honger en dorst als er niet snel wordt ingegrepen.

Om de twee miljoen noodlijdende Gazanen te helpen, zijn een handvol landen – Jordanië, Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, Frankrijk, Nederland en de Verenigde Staten – sinds vorige week begonnen met hulppakketten via de lucht te droppen, ook wel airdrops in het militaire jargon. Ook België zal later deze week goederen in de enclave parachuteren.

Tellingen van de VN leren dat de noodhulp aan de Gazastrook vorige maand is teruggevallen tot minder dan honderd vrachtwagens per dag. Dat is tot vijf keer minder dan voor de terreuraanslagen van 7 oktober. Israël knijpt al maandenlang de hulp via de weg naar Gaza af. Onderhandelingen over een nieuw staakt-het-vuren in Egypte hebben voorlopig geen doorbraak opgeleverd.

2. Wat zijn de Belgische plannen?

De federale regering heeft afgelopen vrijdag het licht op groen gezet voor een dropping van ‘zeer dringende humanitaire hulp’ aan Gaza. Het gaat om 6 ton aan voedselpakketten (vooral calorierijke maaltijden) en 4 ton aan hygiënekits. Maandagmiddag is een A400M-vrachtvliegtuig van het Belgische leger al met een deel van deze hulp naar Jordanië vertrokken. Dinsdag volgt een tweede vlucht.

Een vliegveld nabij de Jordaanse hoofdstad Amman doet dienst als uitvalsbasis voor de operatie. Sinds vorige week is daar een Belgisch verkenningsteam aanwezig. Dat team moet onderzoeken hoe en waar de airdrop kan plaatsvinden. Er wordt gemikt op woensdag, maar Israël beslist over de concrete timing van de vlucht. Toestemming zal er normaal pas komen na een inspectie van de Belgische hulpgoederen in Jordanië.

In theorie kan de Belgische hulp tijdens een enkele vlucht boven Gaza gedropt worden. In het nieuwe vrachtvliegtuig van het Belgische leger – de A400M – passen meer dan twintig palletten van één ton. Maar ook hier is het afwachten hoe Israël dit ziet. Het Israëlische leger moet een tijdslot willen geven dat zo’n grote airdrop boven de oorlogszone toelaat.

Sowieso is het de bedoeling van België om het niet bij één vlucht te houden. Ons land is bereid om de komende dagen of weken ook noodhulp geleverd door andere landen boven Gaza te parachuteren. Concrete afspraken of plannen zijn er nog niet.

Een airdrop kan in principe op twee manieren: ofwel via het Gravity Extraction System (GES), waarbij het vliegtuig zijn neus optilt tijdens de vlucht en de lading door de zwaartekracht naar buiten rolt. Ofwel via het Parachute Extraction System (PES), waarbij een parachute achter het vliegtuig komt te hangen en zo de lading naar buiten trekt. Boven Gaza zal gekozen worden voor de eerste optie.

Waar de Belgische hulpgoederen geparachuteerd zullen worden, is nog onduidelijk. Vorige week werd hulp vaak langs de kustlijn gedropt. “Maar de Palestijnen vonden de airdrops boven zee vernederend en verkiezen airdrops boven land, ook al zijn ze zich bewust van de mogelijke nevenschade”, vertelt kolonel Bruno Beeckmans.

In totaal zullen een veertigtal Belgische militairen in Jordanië gelegerd worden. Het gaat dan om piloten, technici en de experten van RavAir die instaan voor de dropping zelf.

3. Wat is het probleem met een airdrop?

Hulpverleners zeggen dat airdrops zinvol kunnen zijn in hoge nood, maar waarschuwen dat het geen oplossing is voor de humanitaire nood in Gaza.

“Ik denk niet dat het droppen van voedsel in de Gazastrook het antwoord kan zijn”, zegt Philippe Lazzarini, de topman van de VN-organisatie voor Palestijnse Vluchtelingen (UNRWA). “Het echte antwoord is: open de grensovergangen en breng konvooien en medische hulp naar de Gazastrook.” Volgens Lazzarini is goederen parachuteren een “extreem dure” manier om hulp te voorzien die enkel kan dienen als “laatste redmiddel”.

Gazanen zien noodhulp aan parachutes neerkomen.Beeld REUTERS

Janti Soeripto, het hoofd van de ngo Save the Children, noemt de airdrops “theater”. “Je kunt niet echt garanderen wie het krijgt en wie niet,” zegt ze aan de Amerikaanse krant The Washington Post. “Je kunt niet garanderen waar het terechtkomt. En je kunt mensen in gevaar brengen.” Soeripto verwijst onder meer naar het feit dat Palestijnse kinderen soms de zee in waden om de zware hulppakketten op te halen.

Op recente beelden van tv-zender CNN is te zien hoe Palestijnen wanhopig proberen om goederen die vanuit de lucht zijn gedropt veilig te stellen met geïmproviseerde zwepen. De VN-noodhulporganisatie OCHA heeft begin vorige week al gemeld dat er criminele bendes actief lijken in de Gazastrook. Zij zouden zich proberen te verrijken door hulp te stelen en die vervolgens op de zwarte markt te verkopen.

Het Rode Kruis-Vlaanderen vindt dat “het gebruik van airdrops niet altijd de meest aangewezen vorm is om noodhulp te verdelen”. Volgens woordvoerder Jan Poté is het “altijd efficiënter en effectiever om gerichte noodhulpverdeling te doen door hulpverleners die bevoorraad worden via de weg”. Zo is er meer controle en kunnen er grotere hoeveelheden geleverd worden, luidt het.

“Ja, dit zal een druppel op een veel te hete plaat zijn”, geeft federaal minister van Ontwikkelingssamenwerking Caroline Gennez (Vooruit) toe. “Wat we nodig hebben is een staakt-het-vuren, met permanente en ongehinderde toegang van hulp via alle grensovergangen. Er moet meer humanitaire hulp toegelaten worden. Wat wij vandaag doen is met de moed der wanhoop toch een beetje hulp sturen.”

Volgens Gennez is hulp via de lucht “de morele plicht” van ons land. “Maar iedereen voelt aan dat het gemakkelijker is om een truck de grens over te laten rijden met hulp.”