Daags voor de 1/8ste finales van de Conference League wil Union-kapitein Anthony Moris een misverstand de wereld uit helpen. “Nee, wij zijn niet moe”, lacht hij. “Elke keer als jullie daarover beginnen, moet ik lachen. We hebben een druk programma, maar als speler is er niks toffers dan wedstrijden te spelen. Spelerscarrières zijn kort, hè, dan kan je toch beter zoveel mogelijk wedstrijden spelen? Ook mentaal is de frisheid er nog, want het gaat telkens om een andere competitie en de trainer is zo slim om veel te roteren.”

Voilà, geen vermoeidheid bij Union dus hoewel de Brusselaars al sinds de winterstop voortdurend twee wedstrijden per week spelen. “Wel veel zin”, glundert ook trainer Alexander Blessin. “We zijn niet kansloos. Heeft Sadiki gezegd dat zelfs de finale mogelijk is voor ons? Als mijn spelers daarvan dromen, moeten ze het morgen (donderdag, red.) bewijzen.”

Fenerbahçe is als Turkse grootmacht echter niet te onderschatten, dat beseft Blessin ook wel. “Ze hebben zoveel individuele kwaliteit. Dzeko, Tadic, Batshuayi, wat een namen, hè. We hebben veel respect voor zo’n groot team. De vraag is wel hoe serieus ze de Conference League nemen. Zij voelen de druk om de titel te winnen in eigen land en voorlopig staan ze achter Galatasaray. We hebben niet zoveel druk om de competitie te winnen. (grijnst) We pakken elke wedstrijd serieus. We willen winnen. Al zullen we wel moeten opletten in één-tegen-éénsituaties. Het is beter voor ons om een overtal te creëren en collectief te spelen. In de omschakeling hebben ze het defensief moeilijk, daar liggen de kansen voor ons. Omgekeerd moeten ook wij achterin opletten, want ze zijn voorin echt wel sterk. Maar eerlijk? We focussen veel meer op onze eigen sterktes dan op die van hen.”