“In 86 procent van de interventies nam de politie tijd om naar de burger te luisteren. Dit loont”

© Photo News

Anjuli Van Damme, een 30-jarige criminologe, trok in het kader van haar doctoraatsstudie zes maanden in het kielzog van twee interventiediensten van lokale politiezones. Het doel? Nagaan of het gedrag van politie het gedrag van de burger kan voorspellen.

De resultaten van het onderzoek stellen dat hoe de politie zich opstelt inderdaad van invloed is op de reactie van de burger. De kans is groter dat een burger zal meewerken en respect vertonen ten aanzien van de politie wanneer de politie zelf ook faire handelingen stelt. Echter, wat nog een grotere invloed heeft op het gedrag van de burger tijdens een interactie, zijn de achtergrondkenmerken van burgers. Uit het onderzoek blijkt namelijk dat bepaalde groepen minder geneigd zijn mee te werken met de politie en meer geneigd zijn respectloos gedrag te vertonen ten aanzien van de politie dan andere groepen. Denk maar aan verdachten, personen uit een lage sociale klasse, geïntoxiceerde personen…

Tijdens 40% van de 284 geobserveerde politie-burgerinteracties werkte de burger niet mee met de politie voor minstens een deel van de interactie. Tijdens 42% van de interacties toonde de burger respectloos gedrag ten aanzien van politie. “De interventiedienst is vaak een brandweerpolitie”, zegt Van Damme. “Interventie-inspecteurs worden vaak opgeroepen voor problemen en de burgers zien de politie in deze gevallen vaak niet graag komen. Dit komt dan ook vaak tot uiting in het gedrag van de burger ten opzichte van de politie.”

De politie, uw vriend

Tijdens 86% van de interacties heeft de politie de tijd genomen om naar het verhaal van de burger te luisteren. Dit loont! De burger is meer geneigd mee te werken met de politie wanneer de politie de burger een stem biedt. “Heel wat politiemensen dragen burgers een warm hart toe”, zegt Van Damme. “Ik heb situaties gezien waarbij inspecteurs de tijd namen om te luisteren naar mensen die louter hun hart wilden luchten. Nadien zeiden inspecteurs me ook: goh, die man heeft waarschijnlijk geen familie meer, als wij dan een luisterend oor kunnen bieden, doen we dat met plezier.”

Tijdens 86% van de interacties hebben de politie-inspecteurs ook verantwoording afgelegd ten opzichte van de burger over de beslissingen die ze namen en/of het waarom van hun interventie. “Dit is een behoorlijk hoog percentage”, zegt Van Damme. “U moet weten dat heel wat van de interventies burger-geïnitieerd zijn, dus het afleggen van verantwoording over het waarom van de interventie, lijkt dan minder noodzakelijk. Toch hebben heel wat politie-inspecteurs hier oog voor.”

Respectvol gedrag

Tijdens 75% van de interacties heeft de politie expliciet respectvol gedrag vertoond naar de burger toe. Hiermee wordt bijvoorbeeld bedoeld: het aanspreken van de burger met meneer, mevrouw, het geven van een hand. Louter ‘zakelijk’ gedrag valt hier niet onder.

“Deze cijfers moeten genuanceerd worden”, stelt Van Damme. “Tijdens heel wat interventies spraken de inspecteurs de burger aan bij voornaam, of ze pasten zich aan door het dialect van de burger te gebruiken, soms gebruikten ze zelf een grapje met als doel de burger gerust te stellen. Hoewel deze situaties objectief gezien niet werden gecodeerd als ‘expliciet respectvol’ en dus niet zijn meegerekend bij de 75%, hebben ze wel een positief effect gehad op het gedrag van de burger. Dat leert ons dat heel wat inspecteurs zich ook vaak kunnen aanpassen aan hun publiek en soms betekent het aanspreken met een voornaam voor een burger soms meer dan “mevrouw, meneer”.” Dit is iets waar we ook onderzoeksmatig rekening mee moeten houden en onze instrumenten op moeten aanpassen.

Ook tijdens 75% van de interacties heeft de politie steun, begrip of bezorgdheid geuit ten aanzien van de burger. “Opnieuw een mooi percentage”, stelt Van Damme. “U moet weten dat het tonen van steun, begrip of bezorgdheid in bepaalde situaties niet relevant is. Denk maar aan iemand die de politie louter om informatie vraagt. Bovendien was de burger in 47% van de interacties een verdachte. Dit betekent dat politie-inspecteurs zelfs ten aanzien van verdachten begrip, steun of bezorgdheid uiten.”

Is het allemaal rozengeur en maneschijn?

Bovenstaande cijfers hebben reeds aangetoond dat het overgrote deel van de geobserveerde interacties positief was van de politie uit, zelfs wanneer de burger negatief gedrag vertoonde ten aanzien van de politie. Er werd ook respectloos gedrag van de politie ten aanzien van de burger geobserveerd.

“De resultaten zijn wat ze zijn”, stelt Van Damme. “De gedragingen zijn gemeten aan de hand van een codeboek, gebaseerd op vroeger onderzoek. Het gaat om objectieve metingen. Niet tegenstaande zijn ze een gevolg van actie-reactie.”

Van Damme gaat verder… “Wanneer ik terugdenk aan mijn observaties, moet ik stellen dat ik het gedrag van sommige inspecteurs in bepaalde situaties wel begrijp, maar daarom niet goedkeur. De burger is mondiger geworden. Inspecteurs binnen de dienst interventie worden dagelijks geconfronteerd met problemen en vaak met niet-meewerkende, respectloze burgers… Inspecteur zijn, is geen evidente job. Bovendien draagt elke inspecteur een rugzakje op de rug met dingen die ze hebben meegemaakt en hebben gezien. Het overgrote deel van inspecteurs heeft een correcte attitude ten aanzien van de burger en doet een fantastische job. Echter, zoals in elke job en zelfs de volledige samenleving, zijn er enkelen waarbij het toch eens mis kan gaan. Kijk in eigen boezem, en geef jezelf een pluim als je weet dat je goed bezig bent. Durf echter je eigen gedrag ook eens in vraag te stellen. En… wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.”

Anjuli Van Damme eindigt met: “Mijn observaties hebben me geboeid. Ze hebben me doen inzien dat de politie echt soms het verschil maakt. Vandaar de keuze om ook zelf deel uit te gaan maken van de politie equipe.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen