Drie jaar geleden ritwinnaar in Tirreno, nu kiest Van der Poel voor hoogtestage: “Zijn voorbereiding zal af zijn”

Drie jaar geleden reed Mathieu van der Poel in Gualdo Tadino met gekruiste armen over de streep en bokste vervolgens een gat in de lucht. Het was een zegegebaar dat hij in de Moto GP had gezien. Hij vond het ‘cool’ en hij wilde het ook een keer proberen.

Het was niet dat hij met sprekend gemak de sprint had gewonnen. Wout van Aert werd tweede en dan, zei Van der Poel, moet je heel diep gaan om te winnen.

Wout van Aert is er niet bij in deze Tirreno-Adriatico en Mathieu van der Poel ook niet. Beide renners zijn op hoogtestage. Van Aert op de Teide, Van der Poel in het Syncrosfera hotel in de buurt van het Spaanse Alicante, waar hij in een zuurstofarme kamer slaapt.

De stage zit er bijna op, Van der Poel zal er drie weken zijn geweest, zegt zijn ploegleider Christoph Roodhooft. Nadat Van der Poel in Tabor zijn zesde wereldtitel veldrijden behaalde, beslisten Van der Poel en zijn ploegleiding om zonder competitie naar Milaan-Sanremo te trekken.

Zoals Tadej Pogacar, die ook nog niet had gekoerst voor hij in de Strade Bianche startte. We weten allemaal hoe dat ging. We weten ook hoe Van der Poel vorig jaar Milaan-Sanremo won. Hij ging zo hard door op de Poggio dat zelfs Pogacar er niet van terug had.

Zonder competitie naar Milaan-Sanremo gaan noemt Roodhooft “een berekend risico”. “Twee jaar geleden voegden we Mathieu pas op het laatst toe aan de ploeg voor Sanremo. Dat ging ook redelijk goed.” Van der Poel werd toen derde in een koers die door Mohoric werd gewonnen, na diens duizelingwekkend afdaling van de Poggio.

Roodhooft: “Twee jaar geleden kwam Mathieu terug uit blessure. Nu zal zijn voorbereiding af zijn. Dat is een ander verhaal. We zijn van mening dat Mathieu zich zeker zo goed met training kan voorbereiden op de koersen die er voor hem aankomen, dan bijvoorbeeld hier in de Tirreno.”

Na Tabor nam Van der Poel vakantie (hij ging skiën), trainde hij op zeeniveau, daarna volgde een hoogtestage. Roodhooft: “We doen het nu al jaren zo. In het verleden, telkens wanneer hij terugkeerde van hoogte, of na een break, won hij in acht van de tien gevallen. Ook daarom leek deze aanpak ons een goed idee.”