JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

Forum

Milder Vlaams manifest blijft manifest vertekend

Professor Rudy Aernoudt trekt de redeneringen en conclusies van het ‘Vlaams Manifest’ van Remi Vermeiren in twijfel.

Rudy Aernoudt is professor economie aan de UGent en auteur.

9/3/2024Leestijd 4 minuten
Rudy Aernoudt over het Vlaams Manifest van Remi Vermeiren.

Rudy Aernoudt over het Vlaams Manifest van Remi Vermeiren.

foto © WIKI

Professor Rudy Aernoudt trekt de redeneringen en conclusies van het ‘Vlaams Manifest’ van Remi Vermeiren in twijfel.

Het Warandemanifest dat pleitte voor een splitsing van België, is achttien jaar later aan actualisatie toe. Het siert Remi Vermeiren dat hij nu alleen de pelgrimstocht aanvat en met cijfers probeert aan te tonen dat Vlaanderen écht niet langer het Waals blok aan het been kan behouden. Maar net als achttien jaar geleden volhardt de auteur in dezelfde denkfouten.

Het Warandemanifest van achttien jaar terug – zo genoemd naar de Brusselse club van Vlaamse ondernemers – pleitte onverdroten voor een splitsing van het land. Het werd geschreven – of althans ondertekend – door een groep Vlaamse ondernemers. In zijn nieuw boek, ditmaal solo, is Remi Vermeiren wat milder en pleit niet langer, althans op korte termijn, expliciet voor de splitsing van het land; ook al omdat hij inziet dat daar geen draagvlak voor bestaat bij de bevolking.

In mijn antimanifest, onder de titel, Vlaanderen – Wallonië, je t’aime moi non plus, nam ik de redenering van de Warandegroep op de korrel. Serge Gainsbourg en Jane Birkin zijn er jammer genoeg niet meer, maar mijn argumenten blijven overeind, dus onnodig om een nieuw boek te schrijven als reactie op de nieuwe pennenvrucht van Remi Vermeiren. Terloops, Remi merkt op dat zijn boek helemaal geen politieke boodschap inhoudt. De vraag luidt dan natuurlijk waarom het gepubliceerd wordt op 100 dagen van de verkiezingen (sic).

Denkfout

Het siert Remi dat zijn boek doorspekt is met cijfers. Maar zijn grootste, fundamentele denkfout – hij is niet de énige – is dat hij de transfers bekijkt vanuit de regionale bril. Transfers zijn immers interpersoonlijk en niet interregionaal. De niet-werkende Waal en de niet-werkende Vlaming worden onderhouden door de werkende Waal en de werkende Vlaming. De gepensioneerde Vlaming en de gepensioneerde Waal worden onderhouden door de actieve Vlaming en de actieve Waal. Nu kan men inderdaad zeggen dat er in Vlaanderen meer gepensioneerden zijn dan in Wallonië en dat er in Wallonië meer werklozen zijn dan in Vlaanderen, maar de regionale bril blijft een artificiële ad hoc-denkoefening.

Anders gezegd, de kloof tussen het inkomen van een Waal en het inkomen van een Vlaming bedraagt 21 procent voor de transfers, en 12 procent erna. De transfers zorgen er dus voor dat de kloof tussen Walen en Vlamingen – niet tussen Vlaanderen en Wallonië – enigszins wordt gedicht. Maar de doorsnee Waal blijft armer dan de doorsnee Vlaming.

De dalende transfers

Als we dan toch in de redenering van de regionale logica proberen mee te stappen, dan stellen we vast dat over 2006 –  jaar van de publicatie van het eerste manifest en het antimanifest – de meeste studies tot transfers van 3 euro per Vlaming per dag komen. Op basis van diezelfde methode berekende ik dat de transfers vandaag 2,8 euro bedragen. In nominale bedragen zijn de transfers dus vrij constant. Als we echter rekening houden met de inflatie, dan is de 3 euro van 2006 gelijk aan 4,5 euro in 2024. De transfers zijn dus in reële termen gedaald met 60 procent. Een van de grote oorzaken zijn de transfers van 2,2 miljard euro per jaar richting Vlaanderen als gevolg van de oudere Vlaamse bevolking (cijfers Nationale Bank van België).

Is splitsing de oplossing?

Voor separatisten is het antwoord eenvoudig: splits België. Economisch gezien leidt dat niet tot een verrijking van Vlaanderen, maar tot een verpaupering. De eerste vraag is immers met of zonder Brussel. Voorstanders van autonomie zouden de Brusselaars daarover zelf moeten laten beslissen. Indien Brussel zich afsplitst van Vlaanderen, dan zouden op basis van internationaal recht de pendelaars hun belastingen moeten betalen in Brussel. Dat zou inhouden dat Brussel 5,2 miljard bijkomende belastingen kan innen ten koste van de Waalse en vooral Vlaamse inkomsten.

Voorts blijven de steeds oplopende schulden een groot probleem. Of wij die nu gaan verdelen op basis van bevolking of op basis van het bruto binnenlands product, dat blijft voor Vlaanderen hetzelfde want dat betekent dat 58 procent van de schulden zou worden toegewezen aan Vlaanderen. Dat zou leiden tot een schuldratio van 115 procent ten opzichte van het bruto binnenlands product. Een last die de volgende generatie Vlamingen zou moeten torsen.

Hoe de transfers verder afbouwen?

Is er een alternatief? De beste manier om de transfers af te bouwen is ervoor te zorgen dat in alle regio’s de beoogde tewerkstellingsgraad van 80 procent wordt bereikt. Dat is iets waar vandaag enkel Oost- en West-Vlaanderen in slagen. Het zou meteen het einde van de transfers inluiden. Immers, 90 procent van de ‘interregionale’ transfers zijn het gevolg van de lagere tewerkstellingsgraad in Wallonië dan in Vlaanderen.

De 80 procent tewerkstellingsgraad zou er ook voor zorgen dat er geen begrotingstekorten meer zijn

De 80 procent zou er ook voor zorgen dat er geen begrotingstekorten meer zijn. Want een tewerkstellingsgraad van 80 procent op Belgisch niveau zou door de fiscale en sociale bijdragen enerzijds en door minder werklozensteun anderzijds, leiden tot een jaarlijkse begrotingsbesparing van 23 miljard euro. Dus meer dan driemaal de transfers die immers door de meeste studies worden geschat op ongeveer 7 miljard euro.

Indien het de Vlamingen menens is, boven het politieke discours, om de transfers stop te zetten, dan stel ik voor dat zij collectief in een volgende regering die maatregelen eisen die de tewerkstellingsgraad in Wallonië zullen opkrikken. En dan gaat het om het beperken van de werkloosheid in de tijd, het afschaffen van het ‘Gents systeem’ waarbij syndicaten de werkloosheid uitbetalen, controle en sancties invoeren bij niet aanvaarden van een arbeidsaanbod, inclusief aan de andere kant van de taalgrens, enzovoorts. Het is de énige manier om het Waals wanbeleid en cliëntelisme een halt toe te roepen.

Realpolitik

Is dat realpolitik? Ja natuurlijk, als alle Vlaamse partijen dat willen, is dat politiek haalbaar. Maar het is ook economisch haalbaar in de huidige context van arbeidskrapte en niet-ingevulde vacatures. Voor deze te nemen maatregelen is zelfs geen twee derde meerderheid nodig. Heel wat Europese landen hebben trouwens de 80 procent-doelstelling al lang bereikt. En bovendien zet deze benadering de interpersoonlijke solidariteit, toch een Europese waarde, niet op de helling. Welke Vlaamse partijen hebben de moed dit op te nemen in hun verkiezingsprogramma?

Rudy Aernoudt is professor economie aan de UGent en auteur.

Commentaren en reacties