Direct naar artikelinhoud
InterviewRutger Bregman

‘Die grenzeloze aandacht voor jezelf: hou daarmee op’: over uw bullshitjob en hoe de wereld écht te verbeteren

Rutger Bregman: 'Als je gelooft in wat je doet, kun je gerust tachtig uur per week werken. Maar als je een bullshitjob hebt, kan dertig uur per week al te veel zijn.'Beeld Marjolein van Damme

Vijf jaar na De meeste mensen deugen heeft Rutger Bregman (35) een nieuw boek klaar. In Morele ambitie legt hij uit hoe u de wereld kan verbeteren. Door met uw bullshitjob te stoppen bijvoorbeeld. ‘Vergéét je passie. Vraag je liever af wat de wereld van jou nodig heeft.’

Houten, een gemeente ten zuidoosten van Utrecht. Het Plein − met hoofdletter omdat het plein in kwestie ook daadwerkelijk Plein heet − lijkt op een levensechte versie van de maquettes waarmee projectontwikkelaars ons willen doen geloven dat een Disney-leven perfect haalbaar is. Fleurig geklede Houtenaars laven zich aan de eerste lentezon, de café-uitbaters hebben hun terrassen uitgepakt, de fietspaden zijn breed en putloos, Albert Heijn staat paraat om middenklassenbuikjes te vullen, er wordt gewuifd, gedoeid en gehoudoed dat het een lieve lust is.

Het is dan ook even aanpassen wanneer Rutger Bregman me er in café De Roskam aan herinnert dat we in ontwrichtende tijden leven. “Er is voor het eerst sinds lang weer oorlog in Europa, radicaal-rechts wint overal de verkiezingen, er liggen nieuwe pandemieën op de loer en ondertussen sneuvelt het ene temperatuurrecord na het andere. Ik ben zoals bekend geen doemdenker, maar we bevinden ons wel op een scharniermoment in onze geschiedenis. En dus is het de hoogste tijd om in actie te komen. Om de grote uitdagingen van onze tijd aan te pakken.”

Hoe we dat kunnen doen, legt Bregman uit in Morele ambitie, de opvolger van het over ontelbare toonbanken geschoven De meeste mensen deugen. Morele ambitie vertrekt van de provocerende premisse dat de grootste talenten in onze samenleving zelden aan de grootste problemen werken. Omdat ze vastzitten in goedbetaalde, maar nutteloze banen. Omdat ze verblind en versuft door hun privileges niet meer zien wat er écht toe doet.

Gelukkig heeft Bregman tegen die kolossale verspilling van talent een medicijn ontwikkeld: morele ambitie. Dat is, zo schrijft hij, ‘de wil om de wereld drastisch te verbeteren’. En het woord ‘drastisch’ is niet toevallig in die zin gesukkeld. Als je de wereld wilt verbeteren, volstaat het niet om sojaschnitzels te eten. Je moet ook een veel krachtiger hefboom gebruiken: je carrière.

“De gemiddelde carrière bestaat uit tweeduizend werkweken”, legt Bregman uit. “Als je bereid bent om die allemaal te besteden aan de grote problemen van onze tijd − of het nu gaat over klimaatverandering of kindersterfte, over belastingontduiking of dierenleed − kun je veel meer voor de wereld betekenen dan door af en toe wat vegetarische smeerworst op je boterham te smeren of een keertje minder te vliegen.”

Bregman stond erop om de daad bij het woord te voegen: hij schreef niet alleen een boek, maar richtte ook een organisatie op − The School for Moral Ambition − waarmee hij en zijn medeoprichters zo veel mogelijk mensen willen helpen om hun bullshitjob in te ruilen voor een betekenisvolle baan. The School for Moral Ambition is gevestigd in de Amsterdamse Zuidas, het hart van het Nederlandse grootkapitaal. Omdat daar het talent zit dat op betreurenswaardige schaal verspild wordt?

Bregman: (knikt) “Mijn collega Simon van Teutem noemt de Zuidas ‘de Bermudadriehoek van talent’: de plek waar pas afgestudeerden worden opgezogen door consultancybedrijven, advocatenkantoren, banken en ICT-ondernemingen. Die veelbelovende jonge mensen willen we redden, door hen de kans te geven om met hun talent de grote wereldproblemen te helpen oplossen.

“In mei starten we met twee fellowships. De uitverkorenen stomen we klaar om hun carrière helemaal om te gooien. En we hanteren daarbij een totaal andere definitie van succes. Slagen betekent bij ons niet ‘zo veel mogelijk geld verdienen’ maar ‘zo veel mogelijk goed doen’. Natuurlijk, je moet nog steeds je hypotheek kunnen betalen. Ik heb hier in Houten ook een koopwoning en een elektrische auto. Maar je kunt maar in één auto tegelijk rijden. Het getuigt van een zekere leegte als je op een gegeven moment niet genoeg hebt.”

Was je boek ongeloofwaardig geweest als je The School for Moral Ambition niet had opgericht?

“Absoluut. Ik zit al meer dan tien jaar in de bewustzijnsbusiness. Ik schrijf boeken, ik geef lezingen en elke keer hoop ik dat er daardoor wat zal veranderen. Maar na tien jaar dacht ik: wat heb ik nou eigenlijk écht bereikt? Het antwoord op die vraag was ontnuchterend: sommige mensen hebben aan mijn boeken een positiever mensbeeld overgehouden, maar daar blijft het meestal ook bij. Dat moet dankzij The School of Moral Ambition veranderen.

“Als we elkaar over vijf jaar opnieuw spreken, wil ik het niet hebben over hoeveel boeken ik heb verkocht. Dan wil ik kunnen vertellen hoeveel technologieën we verder ontwikkeld hebben, hoeveel wetten we veranderd hebben, hoeveel bedrijven we opgestart hebben, hoeveel mensen en dieren we geholpen hebben. De eerste tien jaar van mijn carrière stonden in het teken van ideeën, de volgende tien moeten in het teken staan van impact.”

'Activisten die alleen maar Instagramposts schrijven hebben het misschien wat moeilijker met mijn boek.'Beeld Marjolein van Damme

De grondbeginselen van The School for Moral Ambition zijn in een aparte stijl geschreven. ‘We zijn dankbaar dat we de wereld mogen verbeteren.’ ‘We beschouwen alle wezens met bewustzijn als leden van onze morele kring.’ Ik hoor het jullie bijna in groep reciteren, al dan niet met de handen ten hemel geheven. Dreig je de kritische, hoogopgeleide mensen waar jullie op mikken met deze toon niet af te schrikken?

“Ik denk het niet. Ik denk dat veel mensen er naar verlangen onderdeel van iets groters te zijn.

“Ik vind je vraag eerlijk gezegd een typische Lage-Landenvraag. ‘Heb je wel genoeg zelfspot?’ ‘Maak je jezelf niet te groot?’ Ik denk niet dat ze me dat in Amerika zouden vragen. Maar in de Lage Landen is het natuurlijk niet de bedoeling dat je moralistisch of ambitieus bent. Hier krijg je applaus als je in de krant cynisch commentaar levert.”

Ik ben niet cynisch, ik stel een oprechte vraag.

Fair enough, het is ook een goede vraag. Kijk, ons zesde grondbeginsel gaat over levenslust. Over het feit dat moraliteit niet het enige in het leven is. Een beetje rotzooi trappen, wat aanlummelen: ook dat hoort bij een rijk en veelzijdig bestaan. Dus nee, we gaan niet gebukt onder te veel ernst. De basisdrijfveer om je bij ons aan te melden, zou enthousiasme moeten zijn: het gevoel dat er niks leukers is dan met je talent de wereld te veranderen. Als je de kans hebt om een verschil te maken, waarom zou je dat dan niet doen?”

Op LinkedIn schreef je: ‘Ik ben nog nooit zo hyper geweest als de afgelopen maanden.’ Omdat je merkt dat je nu al veel losweekt?

“Ik krijg dagelijks mails van mensen: ‘Kan ik helpen? Kan ik meedoen?’ Het is heerlijk om samen iets te bouwen. Om je met andere mensen te verenigen rond een ideaal, een plan en de afspraak om er een deel van je leven aan te wijden. Je kunt wel blijven leuteren over de noodzaak van systeemverandering en de defecten van het neoliberalisme, maar op een gegeven moment moet je toch wat gaan doen.”

Je wil met The School for Moral Ambition ook internationaal potten breken.

Morele ambitie komt ook in de Verenigde Staten uit. En dus willen we ook nabij Wall Street, die andere hotspot van talentverspilling, een organisatie opzetten. Eind dit jaar verhuis ik met mijn gezin voor een tijdje naar New York. Schoorvoetend, moet ik toegeven, want ik ben niet zo’n globetrotter. Maar je kunt niet al zoomend een beweging uit de grond stampen.”

Was De meeste mensen deugen een aai over onze bol, dan is Morele ambitie een pets in ons gezicht: we stellen onze talenten ten dienste van bedenkelijke bedrijven, en wat we onze carrière noemen, is in vele gevallen maar een geesteloze bedoening. Vooral marketeers, lobbyisten, influencers, beurshandelaars en bedrijfsadvocaten − ‘de mensen die kunnen staken zonder dat iemand er last van heeft’ − mogen zich aangesproken voelen. Al vindt Rutger Bregman dat iedereen zich door het concept van morele ambitie kan laten inspireren.

“Mijn moeder werkt als lerares met autistische kinderen. Ze heeft samen met collega’s een leesmethode ontwikkeld waarmee die kinderen vlotter leren lezen, ook kinderen van wie werd gezegd dat ze nooit zouden leren lezen. Aanvankelijk werd de methode alleen op haar eigen school toegepast, maar ondertussen vertelt ze er ook over op andere scholen. Dat geeft aan dat iedereen, ook mensen die al heel betekenisvol werk doen, zich kunnen afvragen: hoe kan ik meer impact realiseren?”

In sectoren zoals de zorg en het onderwijs is er een tekort aan arbeidskrachten. Dat zijn mooie bestemmingen voor mensen die een zinvoller job willen. Maar in andere sectoren is het aanbod kleiner. Er zijn meer vacatures voor marketeers die ketchup moeten verkopen dan voor marketeers die dierenrechten op de kaart moeten zetten.

“Dat geeft aan dat er een brede morele revolutie nodig is. Dat het belangrijk is om ook samen te werken met ondernemers en impactinvesteerders. Zij kunnen zoeken naar nieuwe verdienmodellen voor idealistische bedrijven. Zij kunnen ertoe bijdragen dat er meer betekenisvolle banen gecreëerd worden.”

Wat als ik een marketeer ben die het leuker vindt om ketchup te verkopen dan dierenleed aan te kaarten? Wat als ik liever speel dan preek? Ben ik dan een moreel laakbaar mens?

“Dan ben je vooral een saai mens. Ik vind ketchup hartstikke lekker, maar het lijkt me wel suf om nog een ketchupmerk in de markt te zetten. Al kan het uiteraard nog veel erger: je kunt ook voor de tabaksindustrie werken. Dan is je baan gewoon een morele schandvlek.”

Je legt in je boek uit hoe we onze jobs betekenisvoller kunnen maken. ‘Een bioloog of ingenieur kan een verschil maken in de strijd tegen de volgende pandemie. Een wiskundige of informaticus kan helpen bij de veilige ontwikkeling van artificiële intelligentie.’ Hoe kan ik, als journalist, meer morele ambitie aan de dag leggen?

“Als journalist bepaal je mee waarover mensen nadenken. De vraag is dus: wat zet je op de voorpagina? Wereldwijd is een van de de grootste oorzaken van kindersterfte loodvergiftiging. En toch schrijven kranten daar bijna nooit over. Het gevolg van dat gebrek aan aandacht is een gebrek aan actie: er zijn over de hele wereld maar twee serieuze ngo’s die loodvergiftiging uit de wereld proberen te helpen. Terwijl er elk jaar miljoenen kinderen aan sterven. Als journalist zou je dus kunnen zeggen: ik ga over iets onderbelichts schrijven. Zoals loodvergiftiging.”

Is bijvoorbeeld de oorlog tussen Israël en Hamas dan niet belangrijk?

“Natuurlijk wel. Maar er zijn al ontzettend veel journalisten die daarover schrijven. Gaan jouw stukken dan het verschil maken? Regelmatig krijg ik de vraag: ‘Rutger, waarom staat je tijdlijn niet vol met woedende berichten over Gaza?’ Als ik zou geloven dat die berichten een verschil zouden maken, zou ik ze schrijven. Want het is waar dat Israël de ene oorlogsmisdaad na de andere pleegt. Maar ik heb niet de illusie dat ik daar met wat tweets iets aan kan veranderen.

'Consultants of bankiers geven meestal vrij snel toe dat hun baan sociaal nutteloos is.'Beeld Marjolein van Damme

“Goed doen is meer dan alleen het goede zeggen. Overigens vind ik ook dat journalisten zich veel te vaak op het binnenland fixeren. In Nederland heeft Geert Wilders een gigantische verkiezingsoverwinning geboekt, die deels is gefaciliteerd door de bereidheid van zowat alle journalisten om mee te gaan in het frame dat de asielcrisis op dit moment het grootste probleem van Nederland is. Artikel na artikel las je hetzelfde: ‘We worden overspoeld, we kunnen dit niet aan.’ Dat is onzin. Nederland is steenrijk. Wij kunnen de opvang van asielzoekers prima aan. De overheid heeft de voorbije jaren gewoon te weinig geïnvesteerd in opvangcapaciteit. Nogal logisch dat mensen dan in parken gaan slapen.”

Ook kunstenaars geef je het advies ‘om mensen in beweging te krijgen en de aandacht te vestigen op wat nu nog onder de radar blijft’. Hebben kunstenaars die geen maatschappelijk geëngageerde kunst maken een bullshitjob?

“Nee, joh. Zoals gezegd: het leven is meer dan alleen maar moraliteit. Soms wil je gewoon naar iets onwijs moois kijken. Begrijp me echt niet verkeerd: ik zeg niet dat moraliteit alles moet opslokken. Je mag ook nog bordspelletjes spelen met je vrienden. Of lekker op vakantie gaan naar EuroParcs. Ik zeg alleen dat moraliteit in veel carrières een veel te kleine rol speelt. Dat je met je talent net zo goed wat wereldproblemen kunt helpen op te lossen.”

Alleen is het soms verdomd moeilijk om te weten hóé je die problemen moet oplossen. Voor de ene wetenschapper zit in de verdere ontwikkeling van kweekvlees een enorme potentiële winst, voor de andere zal vlees nooit op voldoende grote schaal gekweekt kunnen worden om echt een verschil te maken. Hoe kun je als doorsnee geïnformeerde sterveling weten aan welk doel je je talent het best schenkt?

“Door je in wetenschappelijk onderzoek te verdiepen. Er zijn genoeg onderzoekers die zich elke dag afvragen: wat zijn op deze planeet nu echt de grootste problemen en wat is er nodig om ze aan te pakken? Zij kunnen je vertellen wat voor jou de kansrijkste opties zijn. Die kritische, onpartijdige analyse ontbreekt vaak. Iedere jobcoach vraagt: wat is je passie? Vergéét je passie. Vraag je liever af wat de wereld van jou nodig heeft.

“Bij het Londense Charity Entrepreneurship, een incubator voor moreel ambitieuze start-ups, houden sommige mensen zich bezig met de gezinsplanning in Ghana. Denk je dat dat hun grote passie was? Helemaal niet. Maar ze hebben zich erin verdiept, ze hebben gemerkt dat ze er een enorm verschil mee kunnen maken en zo is het hun passie geworden.

“Die grenzeloze aandacht voor jezelf, dat eeuwige naar binnen kijken: hou daarmee op. Ik vind Alain de Botton een uitstekend schrijver, maar zijn School of Life is natuurlijk wel een beetje een School for Navelstaarders. Wij willen een School for Wereldverbeteraars zijn.”

Behalve een aanklacht tegen intellectuele zelfbevlekking, is Morele ambitie ook een oproep om idealisme te doen renderen. Om goede bedoelingen in harde resultaten om te zetten. In de strijd tegen onrecht, vindt Rutger Bregman, is winnen een morele plicht. En dus moeten we afscheid nemen van het idee dat bewustzijn automatisch tot verandering leidt. De Occupy Wall Street-protesten hebben de bezuinigingen niet tegengehouden, de Black Lives Matter-beweging heeft tot weinig concrete wetgeving geleid.

“Bewustzijn is noodzakelijk, maar onvoldoende”, zegt Bregman. “De progressieve wereldburgers zijn uitstekend geïnformeerd. Ze kennen de toeleveringsketens van de koffie die ze drinken en de kleren die ze dragen. Maar lijdt dat bewustzijn ook tot actie? Heel vaak alleen tot negatieve actie: ze eten geen vlees, ze vliegen niet, ze mijden bepaalde winkels. Dat is op zich niet verkeerd, maar is dat dan hun grote bijdrage aan een betere wereld? Voor mij gaat het niet over wat we niet doen, maar over wat we wel doen.

“Een van onze ambassadeurs, Mpanzu Bamenga, is in de politiek gegaan omdat hij een landelijk verbod op etnisch profileren wil afdwingen. Dat bewonder ik enorm. Veel te veel activisten staren zich blind op bewustzijn, terwijl ze misschien beter een lobbyorganisatie of een start-up uit de grond zouden stampen.”

Mensen die denken dat de goede zaak genoeg heeft aan goede intenties, noem je in je boek ‘de nobele verliezers’.

“Ja. Ze staan zogezegd aan de goede kant van de geschiedenis, maar krijgen in het hier en nu niks voor elkaar. Om echt het verschil te maken, moet je strategisch denken. Coalities smeden, geldstromen analyseren, macht opbouwen, op het beleid wegen. Effectieve idealisten zijn radicaal in hun doelstellingen, maar doelgericht in hun uitvoering.”

Kun jij na Morele ambitie nog bevriend zijn met iemand die geen morele ambitie toont?

“Ja, hoor. Maar als ik zie dat een vriend van me zijn talent verkwist, zal ik niet nalaten hem daarmee te plagen. Ik ben nooit vies geweest van een beetje shamen.” (lacht)

Dat blijkt ook in je boek. Over dertigplussers zeg je dat ‘wie eenmaal een taartschep heeft, doorgaans een verloren zaak is’. Over online-activisten dat ze meer bezig zijn met goed overkomen dan met het goede doen. Over gen Z’ers dat ze wel idealistisch zijn, maar onvoldoende ambitieus. Je houdt je lezers een weinig flatterende spiegel voor.

“Soms moet je mensen een beetje wakker schudden. Maar ik hoop dat ze mijn ongelijk zullen bewijzen. En dat ze onthouden dat ik hun een aantrekkelijk levensideaal voorhoud. Sommige mensen tekenen uiteraard protest aan. Niet de consultants of de bankiers, die geven meestal vrij snel toe dat hun baan sociaal nutteloos is. ‘Dit is mijn laatste jaar bij McKinsey’, zeggen ze dan. Om dat het jaar daarop nog eens te herhalen. (lacht)

“Maar de activisten die alleen maar Instagramposts schrijven, of de mensen die alleen nadenken over de woorden waarmee het onrecht in de wereld beschreven moet worden, hebben het misschien wat moeilijker met mijn boek. Ze vinden het niet fijn om te horen dat ze te weinig resultaten boeken, dat het hun aan een strategie ontbreekt. Maar het is vaak wel de waarheid.

“Zo zijn er links-progressieve activisten die altijd alles op één hoop gooien. Die zeggen: ‘Jij mag alleen meestrijden voor betaalbare huisvesting als je ook de juiste standpunten inneemt over de Israëlisch-Palestijnse kwestie, de klimaatverandering en de rechten van trans mensen.’ Ik denk niet dat zulke mensen voor veel verandering zullen zorgen. Je hebt immers een coalitie nodig om het verschil te maken. En het is echt oké om één probleem per keer op te lossen. Als je alles tegelijkertijd wilt doen, bereik je meestal niks.”

Je positioneert Morele ambitie als het antizelfhulpboek: we leven niet alleen om zelf gelukkig te worden, maar ook om van de wereld een betere plek te maken. Rangschik je een thema als mentaal welzijn lager op de maatschappelijke prioriteitenladder dan kindersterfte of armoede?

“De Britse abolitionist Thomas Clarkson heeft zich zeven jaar te pletter gewerkt om de slavernij te helpen afschaffen. Hij kon op een gegeven moment niet eens meer de trap op lopen. Wellicht had hij beter af en toe wat ademhalingsoefeningen gedaan en nu en dan iets in zijn dankbaarheidsboekje geschreven. Maar ik ben toch vooral blij dat hij voor een prachtig ideaal heeft gestreden en een groot verschil heeft gemaakt.

“Ik denk dat we soms wat te fanatiek in onze eigen ziel roeren. Je om anderen bekommeren is vaak een veel betere manier om gelukkig te worden. De oorzaak van al ons mentale ongeluk is volgens mij niet hard werken, maar een gebrek aan zingeving. Als je gelooft in wat je doet, kun je gerust tachtig uur per week werken. Maar als je een bullshitjob hebt, kan dertig uur per week al te veel zijn.”

Waarom heb je Morele ambitie aan je moeder opgedragen?

“Omdat zij me geleerd heeft dat het belangrijker is om op te komen voor het goede dan om anderen op hun gemak te stellen. Als een vriend haar zegt dat hij tijdens zijn vakantie naar Bali gaat, vraagt mijn moeder: ‘O ja? Waarom dan? Jij was toch bezig met duurzaamheid en het klimaat? Dat waren toch je idealen? Waarom handel je er dan niet naar?’ (lacht) Zo’n gesprek kan best ongemakkelijk worden. Maar ook ongemak kan productief zijn.”

'Ik zou mijn opvoeding niet idealistisch noemen, maar veeleer zingevend. Het leven is meer dan alleen 'das Fressen', dat idee.'Beeld Marjolein van Damme

Mag ik je idealisme het verlengstuk van je opvoeding noemen?

“Ik zou mijn opvoeding niet idealistisch noemen, maar veeleer zingevend. Het leven is meer dan alleen das Fressen, dat idee. Waarom ben ik hier? Waar ga ik naartoe? Wat is mijn rol in het grotere geheel? Mijn ouders hebben me erop gewezen dat je als mens niet aan een aantal fundamentele vragen ontsnapt. Maar ze hebben me alle vrijheid gegeven om die vragen zelf te beantwoorden.”

Twee jaar geleden werd je dochter Kaat geboren. Heeft het prille vaderschap je doen beslissen om de wereld een moreel geweten te schoppen?

“Nee, ik was al langer met het idee van morele ambitie bezig. Ik durf trouwens te betwijfelen of je wel een beter mens wordt door kinderen te krijgen. Vaak gebeurt het tegenovergestelde. Kunnen jonge ouders plots niet meer verder kijken dan hun eigen gezin. Zeker hoogopgeleide, progressieve mensen lopen vaak eindeloos te soebatten over minieme variabelen. ‘Geef ik mijn dochter wel lang genoeg borstvoeding?’ ‘Mag mijn zoon wel of niet bij mij in bed slapen?’ Dat soort dingen doet er niet zoveel toe.”

Hoe inconsequent mag jij van jezelf leven?

“Ik kan haast niet anders dan inconsequent zijn. Puur veganisme, bijvoorbeeld, is een bijna onbereikbaar ideaal. Ik heb een leren riem: moet ik die weggooien? Mag ik een gerecht niet meer eten omdat er nog een microgram melkpoeder in zit? Als je je idealisme zo ver doordrijft, is het niet langer aantrekkelijk. Dan ben je ook te veel met jezelf bezig in plaats van met de wereld.

“Ik wil geen heilige zijn. Ik wil ook nog de bloemetjes kunnen buitenzetten en een keer geld uitgeven aan onzin. Anderzijds mag je het jezelf ook niet te gemakkelijk maken. Ik zou niet te snel denken: ‘Ach ja, de mens is een gebrekkig wezen, wie zonder zonde is, werpe de eerste steen.’ We moeten ook offers kunnen brengen. Zo’n zwaar leven hebben de meeste Nederlanders en Belgen niet.”

In een interview met de Volkskrant zei je dat aandacht ‘karakterbedervend’ kan zijn. Wanneer kwam je daarachter?

“Toen ik in Zuid-Korea op tournee was om Utopia for Realists, mijn derde boek, te promoten. Een interviewer stelde me een vraag over de politieke situatie in Zuid-Korea. Ik hoorde mezelf het begin van een antwoord formuleren en dacht plots: ‘Wat ben ik in vredesnaam aan het doen? Ik weet níks over dit land. Ik ben hier net een paar uur en ik zit al meningen rond te strooien over de Zuid-Koreaanse politiek. Terwijl ik niet eens de naam van de premier ken. Of is het een president?’ (lacht) Dat zijn dus de momenten waarop je jezelf streng moet toespreken.”

Je houdt er uitgesproken standpunten op na. Wanneer heb je voor het laatst over iets getwijfeld?

“Ik ben de hele tijd aan het twijfelen. Na jouw vraag over de grondbeginselen van onze school sloeg de onzekerheid meteen toe: ‘Heeft hij een punt? Hadden we die beginselen anders moeten formuleren?’ Maar soms ben ik ook heel zeker van mijn zaak. En dat vinden mensen weleens vervelend.

“Als je zoals ik een groot podium krijgt, roep je ook veel weerstand op. En dat snap ik. Ik zou Rutger Bregman ook een ergerlijk figuur vinden als ik hem niet was. (lacht) In het Algemeen Dagblad verscheen laatst een column waarin stond: ‘Morele ambitie is een prima idee, maar niet als Rutger Bregman het zegt.’ Kan ik best mee leven. Het is niet mijn levensdoel om door iedereen aardig gevonden te worden.”

We ronden af, want ‘the Dutch wunderkind of new ideas’ (dixit The Guardian) moet nog andere journalisten te woord staan. ‘Straks toch even checken of ik eigenlijk een taartschep heb’, denk ik terwijl ik in mijn auto stap.

BIO

• Nederlandse historicus, schrijver en opiniemaker • geboren op 26 april 1988 • een van de vaste schrijvers van onlineplatform De Correspondent • publiceerde o.m. De geschiedenis van de vooruitgang, Gratis geld voor iedereen, Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers en De meeste mensen deugen