Direct naar artikelinhoud
InterviewLust & Liefde

Marjolein (73) valt na 50 jaar weer voor haar jeugdliefde: ‘Hij leek niet getekend door de jaren, hij was dezelfde knapperd waar ik zo gek op was geweest’

Marjolein (73) valt na 50 jaar weer voor haar jeugdliefde: ‘Hij leek niet getekend door de jaren, hij was dezelfde knapperd waar ik zo gek op was geweest’
Beeld Sammy Slabbinck

Vijftig jaar na hun laatste contact vond Marjolein haar eerste vriendje terug, die inmiddels in de Verenigde Staten woonde. Dat ze snel verliefd aan het worden was, had ze wel in de gaten, maar ze had nooit gedacht dat ze zomaar weer dat meisje van toen zou worden.

“Ik was 16 en hij 19, we speelden hockey in dezelfde club. Ik herinner me hem als een ontzettend knappe jongen en ik was verbaasd en vereerd door hem te worden opgemerkt. Hij werd de eerste jongen met wie ik seks had, mijn moeder wist niet hoe snel ze me naar de huisarts moest sturen. Tweeënhalf jaar lang was het nu eens aan en dan weer uit.

“Na zijn eindexamen verhuisde hij naar Parijs en later naar Londen, waar hij me uitnodigde te komen logeren. Hij werkte in de platenindustrie. In Londen waren we bij een optreden van The Beatles, ze speelden ergens hoog op een dak, maar na een paar nummers zijn we weggegaan omdat we honger hadden. Zo heb je dus lief als je jong bent, samen eten was minstens zo veel waard als een concert van The Beatles. En als het om bewonderen ging, bewonderden we natuurlijk vooral elkaar.

“Maar een relatie is gecompliceerd als je jong bent en helemaal als je allebei in een ander land woont. We zagen elkaar maar af en toe, soms was ik jaloers op de vrouwen die hij wel dagelijks kon zien. Daarbij: mijn leven met hem was zo anders dan dat met mijn vriendinnen, ik kwam bij Maxim’s in Parijs, zij waren nog nooit in een nachtclub in Amsterdam geweest. Als onrustige puber ging ik naar alle feestjes en dacht dan ook weleens aan al die jongens die ik misschien nog meer kon krijgen.

“Toen hij 21 was verhuisde hij naar de VS. Ik wilde mee, maar ik was net begonnen met mijn studie en hij zei: het is beter als je hier blijft, we moeten allebei aan onze toekomst denken. Het was 1968, samen met een vriendin begon ik vluchtelingen te helpen die aan het Spanje van Franco wilden ontsnappen. Op een van die vluchtelingen werd ik verliefd, we trouwden en kregen twee kinderen en hebben jarenlang in Spanje gewoond.

“Vorig jaar zat ik wat te neuzen op LinkedIn en ik vond een man van wie ik dacht: hé, dat zou hem kunnen zijn. Ben jij dit, schreef ik. Ja, was het antwoord, en voor we het wisten zaten we uren aan de telefoon. Hij had mijn moeder nog gekend en mijn broers, en op een of andere manier deed dat ertoe. Wanneer je ouder wordt, speelt het verleden een steeds grotere rol, misschien uit een behoefte alle losse eindjes van je leven aan elkaar te knopen, een behoefte aan zingeving, aan duiding. Het was natuurlijk niet voor niets dat ik hem nu pas benaderde, na mijn 70ste, jaren na mijn scheiding en vijftig jaar na ons laatste contact.

“Hij stelde vragen over vroeger die zelfs mijn dochters en vriendinnen niet stelden omdat ze mij niet kennen uit die tijd, vragen en opmerkingen die soms de ontbrekende stukjes in mijn herinneringen waren. Een bijna intieme ervaring die mij alle schroom deed verliezen; ik hoefde deze man niet op afstand te houden, niet bang te zijn me te laten kennen, want hij kende me al.

“Al snel begonnen we bijna dagelijks te bellen en te facetimen. Het tijdsverschil met Seattle is zo groot dat hij wakker wordt als ik ga slapen en andersom. We konden dus alleen op bepaalde momenten van de dag met elkaar praten, en steeds weer werd er iets uitgewisseld, wat zonder ons tweeën vergeten zou gebleven omdat er buiten ons geen getuigen waren. Samen lachten we bijvoorbeeld weer om zijn vader.

“We waren allebei ontzettend opgetogen, dit kwam zo onverwacht. Hij zei, ik kom over een paar maanden naar Nederland, want ik moet daar van alles regelen, maar waarom kom je niet eerst hierheen? Ik overlegde met mijn dochter, zij vond het een onbesuisd maar heerlijk plan, en vervolgens belde ik met een luchtvaartmaatschappij en had binnen vijf minuten een ticket.

“Toen gebeurde nog iets opmerkelijks. Dat ik heel snel verliefd aan het worden was, had ik wel in de gaten en ook dat ik behoorlijk nerveus was voor de werkelijke ontmoeting, maar ik had nooit gedacht dat ik zodra in Seattle die enorme aankomsthal binnenkwam, weer helemaal het meisje zou worden dat ik vijftig jaar geleden was.

“Glimlachend stond hij tussen alle andere wachtenden. Hij leek niet ouder, niet getekend door de jaren, hij was dezelfde knapperd waar ik zo gek op was geweest. En ook nog eens even vrolijk. Zijn haar was grijs en vol, hij was gebruind, slank. We omarmden elkaar. Daar ben ik dan, zei ik en al mijn zorgen – of we wel voldoende hadden om over te praten, hoe het zou zijn om samen te slapen – verdwenen. Ik werd helemaal rustig en nu de relatiestress ontbrak leek de verbondenheid zelfs sterker dan ooit.

“Tijdens mijn hele verblijf werd dat gevoel bevestigd. Hij nam me mee naar zijn huis in zo’n typische Amerikaanse wijk, met kleine villa’s en veel groen en straten waar niemand loopt. Het was mooi weer, we gingen lunchen aan een meer, de bediening was allervriendelijkst en ik kon Spaans praten met de Mexicanen. Weer hadden we het uitgebreid over vroeger. Maar ook onze levens nu bleken veel raakvlakken te hebben. Hand in hand deden we boodschappen in de grote malls. Hij reed altijd.

“Vroeger was ik bang hem kwijt te raken, op een of andere manier was er altijd wel wat, maar dat is voorbij. Jaloezie speelt geen rol meer. Ik denk zelfs dat als hij morgen belt dat het voorbij is, dat ik me daarmee uiteindelijk kan verzoenen, hoe gek ik ook op hem ben. Want alles wat we samen hebben voelt als een bonus. Zijn hele komst in mijn leven zie ik als een bonus.

“We hoeven niet altijd bij elkaar te zijn om het goed te hebben. We hoeven geen gezin meer te stichten, geen andere relaties meer uit te proberen, we hoeven niet te trouwen, zelfs niet samen te wonen. Dat het dus ook weer door ziekte en dood kan stoppen, so be it. We zijn gewoon heel erg gelukkig met hoe elke dag nu gaat. Hij belt vlak voor ik ga slapen en als ik wakker word bellen we opnieuw. En elke keer als ik zijn stem hoor, voel ik me geborgen.”