Direct naar artikelinhoud
InterviewPhilippe Van Cauteren

Ophef over Beaufort-kunstwerk van 200.000 euro: ‘Als je alle investeringen in kunst en cultuur samentelt, is dat een marginaal bedrag’

Het bewuste kunstwerk van de Finse Sara Bjarland. Ze geeft zogenaamde wegwerpspullen een nieuw leven door ze in een kunstvorm te gieten.Beeld Zana Bulteel

Van ‘geldverspilling tot ‘rijp voor het containerpark’: een nieuw kunstwerk in Wenduine, in het kader van kunsthappening Beaufort, roept heel wat reacties op. ‘Mensen verwachten te vaak dat kunst moet aansluiten bij hun verwachtingen’, zegt Philippe Van Cauteren, directeur van het SMAK in Gent.

Hoe kijkt u naar het kunstwerk?

Philippe Van Cauteren: “Ik heb het nog niet in het echt gezien. Maar op basis van de foto’s komt het over als een vrij klassiek bronzen sculptuur. Wat mij betreft is er weinig choquerends aan. Het heeft ook een waardevolle boodschap: de gestapelde stoelen representeren de wegwerpcultuur. In die zin vind ik het een geslaagd kunstwerk.”

Toch krijgt het kunstwerk opvallend negatieve reacties. ‘Dit hoort op het containerpark’, valt bijvoorbeeld op sociale media te lezen. Kijkt u daarvan op?

“Ja, ik ben ergens wel verbaasd over de consternatie rond dit werk. Als je een tour zou doen van verschillende rondpunten in Vlaanderen, ga je heel wat sculpturen en andere kunstwerken zien die een pak choquerender zijn.

“Anderzijds ben ik altijd opgelucht om vast te stellen dat kunst mensen verontrust. Zolang kunst mensen verontrust, mensen doet twijfelen aan hun smaakoordeel of mensen ontgoochelt, is er hoop. Dat bewijst dat kunst nog steeds iets in beweging zet. Het zou een stuk verontrustender zijn als er honderd procent consensus is over een bepaald kunstwerk.

“Mensen verwachten te vaak dat kunst moet aansluiten bij hun verwachtingen. Maar goede kunst knaagt net aan die verwachtingen. Als een kunstwerk erin slaagt om mensen wakker te schudden en iets los te maken, zoals hier, dan is dat net een goed teken.”

Merkt u hoe mensen steeds kritischer worden tegenover kunst die niet overeenstemt met die verwachtingen?

“Er is natuurlijk een verschil tussen exposities in een museum en kunst in de openbare ruimte. Door een toegangsticket in een museum te kopen, verklaren mensen zich al bereid om zich bloot te stellen aan iets nieuws en onverwachts. Maar in de openbare ruimte kan iedereen met kunst in contact komen. En in de onzekere en kwetsbare tijden waarin we leven, wordt die kunst dan misschien sneller kop van Jut.

“Ik merk dat de autoriteit van kunstenaars meer ter discussie komt te staan. Als we naar de dokter gaan, gaan de meeste mensen zonder veel twijfel innemen wat die voorschrijft. Maar bij Beaufort, dat nochtans net zo goed een instituut is, wordt die autoriteit veel sneller in twijfel getrokken.

“Je mag niet vergeten dat er heel wat kunde en expertise in zo een kunstwerk zit. Dit is het resultaat van jarenlange oefening en techniek, veel trial-and-error, en een grote kennis van de kunsttraditie. In dit werk zitten verwijzingen naar het werk van de beeldhouwer Constantin Brâncuși, naar de accumulaties van de Frans-Amerikaanse kunstenaar Arman. Maar dat gaat aan veel mensen voorbij, en dan is het ook makkelijker om zo een werk neer te sabelen.”

De gemeente De Haan en de provincie betaalden samen 200.000 euro voor dit kunstwerk. Een deel van de criticasters, onder wie ook Filip Dewinter en Dries Van Langenhove, stellen vooral de vraag of dat geld goed besteed is.

“Het is begrijpelijk dat er kritisch gekeken wordt naar hoe we met geld omspringen. Maar als je alle investeringen in kunst en cultuur samentelt, is dat een marginaal bedrag op de hele begroting. Het zou eigenlijk een meervoud moeten zijn.

“Wat dat betreft moeten we vaker eens kijken naar het grotere plaatje. Wat blijft ons bij van de negentiende eeuw? Het zijn niet meteen de besparingen of de electorale keuzes in elke regeerperiode. Wat ons bijblijft, zijn de werken van de grote kunstenaars, de belangrijke boeken die geschreven zijn, de gebouwen die er tot op vandaag staan. Kunst kan ons ook helpen om op een andere manier te kijken naar gebeurtenissen als de oorlog in Oekraïne of Gaza. Daar hebben we vandaag meer dan nood aan.”

‘Wat blijft ons bij van de negentiende eeuw? Niet meteen de besparingen of de electorale keuzes in elke regeerperiode, maar de kunstwerken’
Philippe Van Cauteren