In zijn antwoord stipt minister van Werk Brouns aan dat anderstaligen, net als andere werkzoekenden die zijn ingeschreven bij VDAB, “dienstverlening op maat” krijgen. Dat kan onder meer gaan om oriënterende acties en begeleiding, ondersteuning bij solliciteren, competentieversterking, verschillende vormen van werkplekleren, intensieve bemiddeling naar werk, enz...  

Uit dezelfde cijfers blijkt ook dat 29,3 procent van de niet-werkende werkzoekenden bij VDAB weinig of geen kennis van het Nederlands heeft. “Al die dure begeleidingstrajecten werpen amper vruchten af zolang men de taal niet beheerst”, reageert Vlaams Belang-parlementslid Ilse Malfroot. 

Volgens minister Brouns blijkt uit de uitstroomcijfers dat ook veel werkzoekenden met een beperkte kennis van het Nederlands een job kunnen vinden. “De werkvloer is de grootste school van Vlaanderen, en de geknipte plaats om je kennis van het Nederlands verder te verfijnen”, aldus Brouns.

Malfroot is het niet eens met die analyse. “De Vlaamse regering ontkent op die manier het belang van taalvaardigheid op de arbeidsmarkt. Het activeringsbeleid faalt wel degelijk en dat kunnen we niet los zien van een gebrekkige taalkennis”, aldus Malfroot. “Het is daarom te gek voor woorden dat de huidige Vlaamse regering blijft inzetten op het verlenen van arbeidsvergunningen aan mensen van buiten de EU, terwijl “anderstaligen die hier al zijn niet geactiveerd raken.”