3 vragenVlaamse toetsen

De kennismakingstoets, een voorproefje op de Vlaamse toetsen: “Een school die ondermaats presteert, wordt daarop aangesproken”

De Vlaamse toetsen zullen op computers worden afgelegd. In Londerzeel kwam Ben Weyts (N-VA) al even kijken hoe dat verloopt.© Nicolas Maeterlinck/belga

Vanaf maandag maken 148.000 leerlingen over heel Vlaanderen een ‘kennismakingstoets’, een voorproefje op de Vlaamse toetsen die in april en mei voor het eerst worden afgenomen. Die moeten niet alleen het niveau van de leerlingen, maar ook de kwaliteit van het onderwijs meten.

Simon Tibo

“Was dat nu moeilijk?” De laatste vraag die de leerlingen van het Virgo Sapiensinstituut in Londerzeel maandag krijgen, komt niet van de computer, maar van Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). Weyts gaf in Londerzeel het startschot voor de Vlaamse toetsen. De leerlingen van het vierde leerjaar en tweede middelbaar vulden er een ‘kennismakingstoets’ in. In totaal zullen 148.000 leerlingen dat vanaf maandag doen. Scholen, leerkrachten en leerlingen kunnen zo voor het eerst proeven van het systeem. In april en mei van dit jaar worden de eigenlijke toetsen voor de eerste keer afgenomen.

1. Waarom komen die Vlaamse toetsen er?

De centrale toetsen kaderen in een strategie om de Vlaamse onderwijskwaliteit op te krikken. “Het grote verschil met bestaande onderzoeken die de kwaliteit van ons onderwijs meten, zoals de Pisa-testen, is dat die slechts een steekproef bevragen en dat om de vijf jaar”, zegt Weyts. “Onze Vlaamse toetsen zullen jaarlijks afgenomen worden, bij alle leerlingen, in alle scholen. Ze meten ook meer specifiek de kennis van de eindtermen, wat bij internationale testen niet het geval is.”De Vlaamse toetsen moeten zo een beter beeld geven van de evolutie van het onderwijsniveau in Vlaanderen

2. Wat houden de toetsen juist in?

Het gaat om centrale proeven die jaarlijks in alle Vlaamse scholen zullen worden afgenomen. Leerlingen zullen er tijdens hun schoolcarrière vier keer aan moeten deelnemen: in het vierde en zesde leerjaar basisonderwijs en in het tweede en zesde jaar secundair onderwijs. De uitrol wordt gespreid over de komende drie jaar: dit jaar gaan het vierde jaar basisonderwijs en het tweede jaar secundair er al mee aan de slag, in 2026 volgt het zesde leerjaar basisonderwijs en in 2027 het laatste jaar secundair.

De toetsen peilen naar het niveau van de leerlingen op twee leerdomeinen: wiskunde en Nederlands. De eindtermen dienen als richtsnoer bij het opstellen van de vragen.

De toetsen worden gespreid afgenomen. Een eerste toetsmoment, dat bestaat uit twee toetsen, test het begrijpend lezen en laat leerlingen wiskundige problemen oplossen, tijdens een tweede moment volgen focustoetsen voor wiskunde die naar specifiekere domeinen peilen, zoals meetkunde of wiskundige verzamelingen. Elke toets duurt maximaal vijftig minuten. Leerlingen leggen de testen af op de computer en naargelang hun prestaties zullen de vragen in een latere fase van de toets makkelijker of uitdagender worden.

3. Wat zal er gebeuren met de resultaten?

Scholen zullen via een dashboard de resultaten van hun eigen leerlingen kunnen vergelijken met die van gelijkaardige scholen en met het Vlaamse gemiddelde. De leerlingen worden op dat dashboard ingedeeld in vijf vaardigheidsniveaus. Daarnaast zullen scholen kunnen zien hoe goed hun leerlingen de eindtermen beheersen. Leerlingen krijgen dan weer een individuele fiche en kunnen zo hun eigen progressie over de jaren bijhouden.

© Nicolas Maeterlinck/belga

Wanneer een school ondermaats presteert, zal die daar op aangesproken worden. In de eerste plaats volgt begeleiding, maar volgens Weyts kunnen slechte resultaten ook aanleiding zijn voor een vervroegde doorlichting: “Sanctioneren zal nooit louter op basis van de Vlaamse toetsen gebeuren, maar bij slechte resultaten zullen de alarmbellen wel afgaan.”

Omgekeerd wil de minister scholen die goed presteren ook financieel belonen: “Als we zien dat een school erin slaagt om leerwinst te boeken bij de leerlingen, kunnen we die het vertrouwen geven om vrijer over de middelen te beschikken, iets waar de scholen al langer om vragen.” Voorlopig is dat systeem nog niet van kracht, maar de minister wil het voor de komende regeerperiode wel op tafel leggen.