Binnen de EU bestaat al langer een kader om grensoverschrijdende verkeersovertredingen aan te pakken. Een richtlijn uit 2015 maakt het mogelijk om via een geautomatiseerde identificatie van eigenaars van voertuigen buitenlandse verkeersovertreders op te sporen en te vervolgen. Toch blijft nog zowat 40 procent van de grensoverschrijdende strafbare feiten onbestraft, omdat de overtreder niet wordt geïdentificeerd of de betaling van de boete niet wordt afgedwongen. 

Om de handhaving aan te scherpen, zijn onderhandelaars van het Belgische EU-voorzitterschap en het Europees Parlement het dinsdagavond laat eens geraakt over een herziening van de richtlijn. Die zal “de veiligheid op Europese wegen verbeteren” en “een gelijke behandeling van alle EU-bestuurders verzekeren, ongeacht hun nationaliteit”, zo stelt minister van Mobiliteit Georges Gilkinet in een persbericht. 

Voetgangerszones

Er komt dus een forse uitbreiding van de lijst van overtredingen die grensoverschrijdende samenwerking in gang zet. Dat was al zo voor, onder meer, snelheidsovertredingen, rijden door een rood licht of rijden onder invloed. Daar komen er nog eens negen bij, waaronder gevaarlijk parkeren of inhalen, hit-and-runs, onvoldoende afstand houden en het negeren van de toegangsbeperkingen in bijvoorbeeld voetgangerszones of de omgeving van scholen.   

Naast de geautomatiseerde uitwisseling van gegevens worden er ook strakkere procedures voor wederzijdse bijstand ingevoerd. Het akkoord verplicht de lidstaten  om snel te antwoorden op een verzoek uit een andere lidstaat om een overtreder op te sporen, en ten laatste twee maanden nadat alle noodzakelijke informatie is vergaard, zo verluidt in een persbericht van het Parlement. De lidstaat waar de overtreder woont, kan het innen van boetes van meer dan 70 euro ook overnemen van het land waar de verkeersovertreding plaatsvond. 

11 maanden

De lidstaat waar de overtreding plaatsvond, krijgt elf maanden tijd om de bestuurder in de andere lidstaat op de hoogte te brengen van de overtreding en de bijhorende boete. Dat moet gebeuren in een taal die de bestuurder begrijpt, en met informatie over mogelijkheden om beroep aan te tekenen. Het Europees Parlement bedong op termijn ook een verbod op het inschakelen van private bedrijven om boetes bij buitenlandse chauffeurs te innen.  

De deal, die deel uitmaakt van een breder pakket rond verkeersveiligheid, moet nog bekrachtigd worden door de lidstaten en het Parlement. Nadien krijgen de lidstaten tweeënhalf jaar tijd om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.