Sommige werknemers krijgen van hun werkgever sport- en cultuurcheques. Die kan je gebruiken voor toegangstickets voor concerten en festivals, voor musea, theaters, tentoonstellingen, dierentuinen, boekhandels, sportclubs, sportzalen enzovoort. Er geldt een maximum van 100 euro aan dergelijke cheques per jaar en per werknemer.

De wettekst van Vandenbroucke zorgt ervoor dat het gebruik wat eenvoudiger wordt. Vandaag is het bijvoorbeeld zo dat de cheques vijftien maanden geldig zijn, van 1 juli van dat jaar tot 30 september van het jaar nadien. De geldigheidstermijn verandert niet, maar voortaan kunnen de sport- en cultuurcheques onmiddellijk worden gebruikt. En net als bij maaltijd- en ecocheques wordt de heruitgifte van vervallen cheques met drie maanden mogelijk. 

Tot slot zorgt het ontwerp voor een reglementering van de elektronische uitgifte van de cheques. Er zijn vandaag al uitgevers die elektronische sport- en cultuurcheques uitgeven, maar dat zal voortaan moeten gebeuren met respect voor dezelfde procedures en voorwaarden als vandaag al gelden voor de maaltijd- en ecocheques. Daarvoor krijgen ze zes maanden de tijd.