Direct naar artikelinhoud
InterviewDe vragen van Proust

Sarah Vandeursen: ‘Terugkeren naar ‘De ideale wereld’ was een vergissing’

Sarah Vandeursen: ‘Gelukkig heb ik een creatieve manier gezocht om met mijn kwaadheid om te gaan, want het helpt natuurlijk niet om aan de kant wat te staan roepen.’Beeld Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Twintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: zangeres en tv-maakster Sarah Vandeursen (40). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

1. Hoe oud voelt u zich?

“Ik ben in november 40 geworden, maar voel me al heel mijn leven 32. Toen ik 32 was, wist ik: ah ja, het klopt. (lacht) Eigenlijk denk ik niet in leeftijden. Ik vind ouder worden heel fijn. Ik maak regelmatig een tussentijdse evaluatie van hoe het leven loopt en wat er op je pad komt en hoe je daarmee omgaat, maar dat staat los van een getal. Ik vermoed dat ervaring je rijper en rijker maakt, maar een cijfer heeft op zich weinig betekenis. Ik wil me ook niet tot een veertiger reduceren.”

2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Speels, baldadig en kwetsbaar. Hoop ik te zijn en te blijven. Ik heb ze alle drie nodig om dit bestaan te kunnen leiden en trouw te blijven aan mezelf. Speels als tegenwicht, als ik me te kwetsbaar voel of als de dingen te serieus worden in mijn hoofd. Als iets te groot of te zwaar dreigt te worden, realiseer ik me: ja, juist, Sarah, het is allemaal maar een spel. Je hebt de kaarten in de hand en je kunt nu zelf beslissen hoe je ernaar kijkt. Speel het spel gewoon mee en geef er niet te veel gewicht aan. Of hou er niet te veel rekening mee. Daarin zit dan mijn baldadigheid. Ik durf soms nogal de illusie te hebben dat ik vrij ben. (lacht) Ik vind dat veel waard.

“Kwetsbaarheid heb ik te lang als een zwakte gezien. Om mijn kwetsbaarheid te verbergen gebruikte ik grapjes. Alles kapotrelativeren, niets serieus nemen. Tot er gewoon niets meer overbleef. Er was gewoonweg geen ‘ik’ meer. En dat doe ik niet meer, dus daar ben ik blij om. Ik ben met recht en reden én trots kwetsbaar. Ik heb trouwens de indruk dat er maatschappelijk op dat vlak een kantelbeweging aan de gang is en dat vind ik een positieve evolutie. Door me kwetsbaar te tonen voel ik me dicht bij mezelf. Het blijft een worsteling hoever je daarin gaat als publiek figuur, want je kunt er makkelijk op afgerekend worden.

“Daarnaast ben ik ook redelijk, vind ik. En op het moment dat ik het niet ben, ben ik baldadig. (lacht) En dat is goed. Ik sta daar volledig achter. Het is soms nodig.”

3. Wat drijft u?

“Heel lang kwaadheid, vrees ik. Ik vind het geen fijn antwoord, want het is een gevoel en dat kan worden weggezet als irrationeel. Gelukkig heb ik een creatieve manier gezocht om met die kwaadheid om te gaan, want het helpt natuurlijk niet om aan de kant wat te staan roepen. Het vraagt veel geduld en energie en vindingrijkheid om op zoek te gaan naar manieren die wél geschikt zijn om dingen aan te pakken.

“Ik ben ook in therapie gegaan om uit te zoeken waar die kwaadheid vandaan kwam. En dat is nu behandeld en verwerkt, waardoor er veel ruimte vrij is gekomen voor positievere drijfveren, zoals goesting en passie. Het is voor mij veel aangenamer en minder slopend om speelser en milder in het leven te staan. Vooral omdat het resultaat van kwaadheid nooit zal zijn wat je ermee hoopt te bereiken. Soms moet je er gewoon van wegstappen. En dat besef ik nu en dat is fantastisch. Ik ben veel rustiger nu. Ik kan dingen ook makkelijker parkeren.”

4. Is het leven voor u een cadeau?

“Een cadeau in de zin van ‘tof wat erin zit’? Zeker niet. Maar als je er op de juiste manier mee kunt omgaan, door er namelijk speels naar te kijken en daarbij een bepaalde vrijheid te ervaren, is het wel een cadeau. Voor mij nu meer dan ooit. Het leven is een ongelooflijk complex gelaagd gegeven. Je bent al gedetermineerd door de plek waar je geboren wordt. Dus ik kan me voorstellen dat mensen op die vraag uiteenlopende antwoorden geven.”

5. Wat was de moeilijkste periode in uw leven?

“Er zijn er verschillende, maar ik ga mijn favoriete moeilijkste periode nemen. (lacht) Omdat het ook de prachtigste periode in mijn leven was, namelijk de meest inzichtrijke. Het jaar dat ik zwaar in therapie ben geweest. Het was ontzettend hard om dingen onder ogen te moeten zien, maar tegelijk ontstond er daardoor wel een ongelooflijke ruimte voor acceptatie van mezelf. Het was alsof ik voordien in een waas leefde, de schellen vielen mij van de ogen. Er zat nog altijd een kind in mij dat niet erkend was in zijn lijden. Dus de ergste pijn viel meteen ook samen met een ongelooflijke verlichting. Namelijk gewoon kunnen ademen en zien waar ik nu sta. Wauw, ik ben omringd door fantastische mensen, ik heb een fantastische job. En dat ook echt voelen.

BIO • Geboren in Brugge in 1983 • Zangeres, tv-maakster en actrice • Studeerde sociaal werk • Organiseerde straattheater met CirQ in Gent • Raakte bekend met electrotrashgroep Kenji Minogue • Was panellid bij Vier-programma Geubels en de idioten (2015-2016) en werkte vanaf 2016 voor De ideale wereld (Canvas) • Maakte de Canvas-docu’s Sarah in Genderland (2022) en Sarah in Wokeland (2023) • Is nu te zien in de film Skunk • Heeft een dochter van 15 jaar

“Voordien kon ik dat niet. Ik voelde niets. Ik was dood vanbinnen. Dat was dus een moeilijk inzicht, het besef: heb ik dan zo lang niet geleefd? Hoe heb ik dat in godsnaam gedaan, al die tijd? Alsof ik wakker schoot uit een hele lange nare droom. Want ik wist niet: wie is Sarah nu eigenlijk? Wat zit er onder die wirwar van gevoelens en gedachten? Chaos. En kijk, ik voel geen chaos meer. Ik zet mezelf niet langer weg als een onmogelijk geval. Mijn gebruik van humor voelt ook niet meer fout aan, omdat ik nu weet waar het vandaan komt. Het voelt niet meer wrang om het in te zetten. Meer dan ooit heb ik goesting om grappige dingen te doen. Net omdat alles verwerkt en geplaatst is. Alles is helder. Dat is fantastisch.

“Wel word ik nog af en toe getriggerd als ik in de media berichten lees over verkrachting, omdat ze het idee van straffeloosheid rond seksueel geweld alleen maar voeden. Naar potentiële verkrachters is er geen duidelijk signaal: dit wordt serieus genomen. Want je komt er blijkbaar nog altijd mee weg. Nicolas (Caeyers, veroordeeld tot een jaar cel met uitstel voor de verkrachting van twee jongens van 13 en 15 jaar oud, AJ) is daar een goed voorbeeld van. Er zit ergens een fout in het systeem. En dat maakt mij onrustig, zeker omdat ik een dochter van vijftien heb. Hoe kan het dat verkrachting nog zo vaak voorkomt? Waarom lijkt het alsof er zo weinig tegen wordt opgetreden? En wat zijn de gevolgen voor de meisjes en jongens die het meemaken? Kunnen we het daar eens over hebben?”

6. Welke kleine alledaagse dingen kunnen u blij maken?

“Werkelijk álles. Ik heb een obsessie met kleur en licht. Gewoon een bloem die opengaat of een prachtige lichtinval, daar word ik ongelooflijk gelukkig van. Na zo diep te hebben gezeten, heb ik een enorme zintuiglijke gevoeligheid ontwikkeld, en daar ben ik dankbaar voor. Dat is een gave die weinig mensen hebben, denk ik.”

Sarah Vandeursen: ‘Ik heb ergens een zeer romantisch beeld, heel fout waarschijnlijk, ‘to go out with a bang’, met een overdosis heroïne.’Beeld Stefaan Temmerman

7. Wat biedt u troost?

“Dan toch kunst waarin heel veel verdriet of kwaadheid schuilt. In mijn jeugd heb ik zo vaak in het donker in mijn kamer naar luide muziek zitten luisteren en zitten meeroepen. Heel pathetisch, maar ik heb daar ontzettend veel aan gehad. Waarschijnlijk omdat ik me herkende in het lijden van een ander die dat beter onder woorden kon brengen.

“En als ik daar nu op terugkijk: ook zelf op het podium staan met Kenji Minogue. Maar jongens toch, gelukkig bestond er zoiets als creativiteit. Creativiteit heeft mij gered. Niet alleen mijn eigen creativiteit, maar vooral de creativiteit die andere kunstenaars op mij overbrachten. Schoon hè?

“En dat we daarop zouden besparen! (windt zich op) Ik ben toch geen uitzondering, hè? Waar vinden mensen troost in? In muziek, in theater, in film, noem maar op. Hoe kun je nu meewarig over kunst doen? We gaan allemaal kapot zonder. Neem kunst weg en er blijft niets over van beschaving of potentieel geluk. In kunst vinden we betekenis, herkenning, erkenning. En dat hebben we net nodig, in dit totaal zinloze bestaan. Wat ons dan weer bij speelsheid brengt. Want doordat het leven zinloos is, is het wel heerlijk om te gaan spelen. Er kan niets mislopen, want het is toch maar een spel. Fantastisch.”

8. Welk moment zal u blijven koesteren?

“De geboorte van mijn dochter. Natuurlijk wel. Wauw, absoluut. Zeker weten. (lacht) Ja, je kunt dat met niets vergelijken, hè. Je voelt meteen één en al onvoorwaardelijke liefde. Zelfs door de waas van apathie waarin ik toen nog zat. Dat drong zo hard door. Ik weet ook nog dat er snel een zinnetje in mijn hoofd opkwam: ha, daarom bestaan we. Ja, ja. De illusie van zingeving. Die is intussen alweer voorbij hoor. (lacht)

“Ik was 24 toen ik zwanger werd. Totaal ongepland. En in een allerminst handige situatie, namelijk: ik was net afgestudeerd. Net twee maanden met de vader van mijn dochter al liftend door Amerika getrokken, fantastisch avontuur, en een week later bleek ik zwanger. Niet samenwonend, geen werk. Maar fantastisch dat we die verbinding zijn aangegaan. Beste keuze ooit. Negen maanden na haar geboorte zijn we uit elkaar gegaan, maar van bij het begin was het een uitgemaakte zaak: we gaan haar allebei opvoeden, eerlijk verdeeld. Heel logisch, vond ik, omdat ik ook wel zag dat zijn liefde voor haar minstens even groot was als die van mij.”

9. Waar hebt u spijt van?

“Goh, ik ben nog altijd een beetje in dubio hoe ik dit moet vertellen, maar terugkeren naar De ideale wereld was een vergissing. Na mijn therapie was ik vanuit een ongelooflijke vlaag van mildheid en vergevingsgezindheid in staat om voorbij mijn eigen koppigheid te treden en dat programma een nieuwe kans te geven, en ik had dat gewoon niet moeten doen.

“Ik wens hier ook niet uit te leggen wat er precies mis is gegaan, want dat zijn interne zaken en ik heb daar duidelijk over gecommuniceerd met de betrokkenen. Maar ik vind het belangrijk om aan te geven dat ik het frustrerend vond om opnieuw een hoogdrempelig gesprek te moeten aangaan om aan te kaarten dat ik het op creatief niveau niet divers genoeg vond, zowel op als achter de schermen. Het is absoluut verbeterd sinds ik daar ooit begonnen ben, er worden inspanningen geleverd, maar op het vlak van het bedenken en de rolverdeling van de filmpjes en sketches kan dat zeker beter. Dus laten we het er vooral over blijven hebben. Ik supporter!”

10. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Ik huil niet genoeg. Het is verbeterd, gelukkig. Ik kan al wenen van ontroering. En recent toch ook van ellendigheid. Ik dacht: ik ben tweeëndertig jaar (schalks) en voel me zo moe en uitgeput. Is dit het? Help! Machteloosheid in combinatie met uitzichtloosheid, dan sla ik tilt.”

11. Wanneer bent u ooit door het lint gegaan?

“Als ik me zodanig gekwetst voel en ik voel me niet begrepen maar eerder uitgelachen in mijn pijn door de andere partij, sla ik volledig door. Daar moet ik absoluut aan werken, want de razernij die dan vrijkomt, is totaal ongecontroleerd. Gelukkig gebeurt dat weinig. Meestal probeer ik eerst een gesprek aan te gaan om de kwaadheid de pas af te snijden.”

12. Hoe was u als kind?

“Dat is moeilijk te zeggen, omdat ik geen herinneringen heb aan de periode voor mijn verkrachting. De eerste negen jaar zijn één grote leegte. Het is alsof ik pas daarna gestart ben met mijn leven. Maar ook dan was het vooral een grote puinhoop van verwarring en verdriet en pijn. Mijn vrouwelijkheid was al eens afgenomen en bovendien ontwikkelden zich geen borsten, dat was een complex gegeven voor mij. Gelukkig had ik mijn muziek en kon ik zo alle pijn wegplaybacken voor de spiegel. Ik ben zeker dat elke puberteit gepaard gaat met een enorm lijden, dus in die zin voel ik me niet speciaal.

“Daarbovenop had ik wel pech gehad, dat wel, maar door in een constante staat van ongemak te verkeren, kon ik makkelijk rare dingen doen, wat mensen snel zijn gaan beschouwen als absurde humor. Dat toont nog maar eens aan hoe creativiteit een leven kan redden. Ik heb het mezelf altijd moeilijk gemaakt, omdat ik het gewend was dat het leven moeilijk was. Op den duur vond ik dat kicken natuurlijk. Nog een uitdaging? Laat maar komen. Een vreselijke omgeving? Ik zal daar wel tegenin gaan. Vandaar mijn baldadigheid dus. Maar vanaf nu mag het ook af en toe eens chill zijn. En aangenaam en fijn en constructief. Ik verdien dat.” (lacht)

13. Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?

“Leonardo DiCaprio. Ik was licht geobsedeerd. Ik had zeker vier ringmappen vol met informatie over hem. Ik ben ook meerdere malen met mijn ma naar Titanic gaan kijken. Totaal verliefd. Terecht, denk ik. Bleek dat hij nog kon acteren ook.” (lacht)

14. Welk boek heeft een speciale betekenis voor u?

“Het eerste boek dat echt iets losmaakte, achteraf bekeken is het begrijpelijk waarom, is Extreem luid & ongelooflijk dichtbij (2005, AJ) van Jonathan Safran Foer. Omdat het aanspraak maakte op een soort lijden en pijn waarin ik herkenning kon vinden. Het idee dat ik niet alleen stond.”

15. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Ja, maar in negatieve zin. Ik weet nog dat ik soms zat te bidden uit angst voor een grote figuur die naar mij zat te kijken. Ik heb religie altijd eng gevonden. Ook waarschijnlijk omdat die sekteachtige, bijna dodelijke manier van kijken naar de wereld vaak terugkomt in horrorverhalen. Bij religie denk ik alleen aan straf en angst. Met alle respect voor mensen die wel geloven. Het beeld dat ik ervan heb, is totaal eenzijdig en karikaturaal. Maar dat is mijn recht. Denk ik dan alweer.” (lacht)

16. Hoe definieert u liefde?

“Wel, ik heb het voorrecht om dat effectief te mogen ervaren. Maar hoe moet ik dat omschrijven? (denkt na) Als ik in een conflict zit, denk ik elke keer opnieuw: het is voorwaardelijk. Maar eenmaal we uit het conflict zijn, besef ik weer dat het onvoorwaardelijk is. Want blijkbaar kun je de vuilste conflicten en ruzies hebben en daar toch overheen stappen en dichter bij elkaar komen. Dus dan móét het wel onvoorwaardelijk zijn. Anders klopt het niet. Dat je in staat bent om steeds dezelfde conflicten, om redenen die blijven terugkomen, te overwinnen en zo naar elkaar toe te groeien, vind ik totaal niet te vatten. En dat is dan liefde waarschijnlijk. Net als kunst: neem het weg en er blijft niets meer over dat enige betekenis of waarde heeft in dit leven.

“Wat ik ook doe, of wat hij ook doet, we blijven elkaar graag zien. Dat is toch waanzin. (lacht) Prachtig. En bij momenten verschrikkelijk. Liefde ligt heel dicht bij haat, hè. Natuurlijk twijfel ik soms. Maar uiteindelijk kom ik dan weer bij dat gevoel vanbinnen: absoluut, hij en ik, no other way! Telkens opnieuw voor elkaar kiezen. Wauw. Mocht het allemaal rozengeur en maneschijn zijn, zou dat helemaal geen uitdaging zijn. Maar met alle shit erbij? Wauw! (lacht) Ik ben blij dat ik dat eindelijk ervaar.

“Wat ik zo bevrijdend vind aan liefde, is dat je van je grootste stommiteiten ontslagen kan worden. In die zin heb ik gelukkig vrienden die open en schaamteloos vertellen over hoe hun relaties in elkaar zitten, zonder een ideaalbeeld op te hangen, omdat je dan tot de essentie komt. Want het leven is niet ideaal, verre van. Maar daarom is het net zo schoon op momenten dat het goed is.”

17. Wat vindt u erotisch?

“Een bepaalde blik van mijn lief die zowel zelfverzekerdheid als rust uitstraalt en waarin tegelijk zachtheid schuilt. Dat maakt hem kwetsbaar en daardoor ook stoer. Dat vind ik enorm sexy. Net als zijn talent en intelligentie en humor, maar die blik doet het helemaal.”

18. Hoe zou u willen sterven?

“Ik heb ergens een zeer romantisch beeld, heel fout waarschijnlijk, to go out with a bang, met een overdosis heroïne. Als het voor mij dan toch op is, als het lijden de overhand neemt of ik kan niet meer genieten van het leven, wil ik toch graag in schoonheid kunnen eindigen met de prachtigste hallucinaties. En dan het liefst met mijn lief. Hij is iets jonger dan ik. Dus ik hoop dat onze mentale en fysieke gezondheid zich een beetje op elkaar afstemmen. Ja, ik hoop hem toch mee te sleuren in mijn negatieve spiraal. (lacht) Dat lijkt mij fantastisch. Hij weet ervan, hoor. En voorlopig is hij ook wel mee in dat plan. Als je dan toch kunt kiezen, waarom niet? Het is speels, baldadig en een beetje kwetsbaar. Voilà.” (lacht)

19. Wat zou u wensen als laatste avondmaal?

“Sowieso veel oesters en daarna een hele reeks kleine umamigerechtjes, en dan goed kotsen na mijn overdosis.” (lacht)

20. Welke droom hebt u nog?

“Samenwerken met David Lynch. Ik hoop dat David Lynch naar Skunk kijkt en denkt: amai, die vrouw zou ik beter eens bellen. (lacht) Dat zal nooit gebeuren, dat weet ik ook. Ik maak mij geen illusies, maar daarom is het een droom natuurlijk. Nu, samenwerken met Koen Mortier was ook al een droom. Skunk is niet lynchiaans, maar wel bijzonder omdat de film gebaseerd is op het boek van Geert Taghon waarin hij vertelt over zijn ervaringen in de jeugdpsychiatrie. Het idee dat zulke schrijnende toestanden zich afspelen in Vlaamse huiskamers, maakt het des te geschifter. Je krijgt een inkijk in een zwaar disfunctioneel gezin van drugs, alcohol en geweld. Ik speel de moeder, een monster, die complexgewijs uiteraard ook zelf slachtoffer is.

“Het was een ongelooflijk spannende ervaring om voor de eerste keer een niet-komische rol te spelen. Maar blij. Heel dankbaar. Oprecht. Heel fijn om dat vertrouwen te krijgen. Als ik een kans krijg, floreer ik. Dan denk ik: ja tuurlijk, ik moet mij bewijzen. Ik ga ervoor, want je vertrouwt mij en ik ga je niet teleurstellen. Dan kan ik niet anders dan mij er volledig in smijten en alles geven tot alles juist zit. Vertrouwen krijgen is alles. Voilà. Dat werkt voor mij. En dan krijg je mij. Helemaal. Professioneel, hè.” (lacht)

Skunk speelt nu in de Belgische bioscopen.