JavaScript is required for this website to work.
BINNENLAND

Forum

De voordelen van centralisatie in de uitbetaling van sociale uitkeringen

Een uniforme aanpak bij de uitbetaling van sociale uitkeringen heeft alleen voordelen, vindt Jonathan Vander Elst.

Jonathan Vander Elst is maatschappelijk werker bij de stad Antwerpen en heeft een achtergrond in maatschappelijk werk. Hij zet zich in voor diverse sociale projecten, waaronder zijn werk voor de LGBTQ+-gemeenschap via de non-profitorganisatie Think Different. Jonathan is ook politiek actief als campagneverantwoordelijke bij N-VA district Antwerpen. Hij schrijft uit persoonlijke overtuiging.

18/3/2024Leestijd 4 minuten

foto © Unsplash

Een uniforme aanpak bij de uitbetaling van sociale uitkeringen heeft alleen voordelen, vindt Jonathan Vander Elst.

Er zijn verschillende organisaties die instaan voor de uitbetaling van diverse sociale uitkeringen. Een voorbeeld hiervan is het Groeipakket, een wettelijk bepaald bedrag dat voor elk kind in Vlaanderen gelijk is. Het Groeipakket wordt uitbetaald door een van de vijf uitbetalers die je zelf kunt kiezen, namelijk de publieke uitbetaler FONS en de private uitbetalers Infino, KidsLife Vlaanderen, MyFamily en Parentia. Hoewel concurrentie over het algemeen positief is, rijst de vraag of dit voor sociale uitkeringen wel nodig is.

Alle partijen betalen hetzelfde wettelijk vastgelegde bedrag uit en er is weinig tot geen verschil in de aangeboden diensten. Een nadeel is dat er vijf organisaties zijn die elk een eigen structuur en werking hebben, waardoor er overlappingen en inefficiënties kunnen ontstaan.

Verzuiling

Naast de uitbetalers van het Groeipakket zijn ook sporen van de traditionele verzuiling te zien. Dit blijkt uit de structuur van de mutualiteiten zoals de Christelijke Mutualiteit (CM), de Liberale Mutualiteit, Solidaris, het Vlaams & Neutraal Ziekenfonds (VNZ) en Helan Onafhankelijk Ziekenfonds, en de werkloosheidsuitkeringskassen zoals ABVV, ACLVB, ACV en de Hulpkas.

Het OCMW kan voorschotten geven op uitkeringen van mutualiteiten en het Groeipakket als de dossierverwerking te lang duurt. Daarnaast kunnen er tot drie instanties betrokken zijn bij de afhandeling van een individueel dossier voor aanvraag werkloosheidsuitkering: de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), de werkloosheidsuitkeringskassen en het OCMW zelf. Deze situatie resulteert in aanzienlijke administratieve belasting voor alle betrokken partijen en veroorzaakt een scenario waarin de aanvrager van het kastje naar de muur wordt gestuurd waardoor hij de benodigde ondersteuning niet tijdig kan ontvangen.

Vakbonden

Dit leidt tot de vraag of het bestaan van meerdere uitbetalingsinstanties voordeliger is dan één centrale organisatie, zoals het OCMW dat verantwoordelijk is voor de uitbetaling van leeflonen en andere sociale steun.

Hoewel de rol van vakbonden cruciaal is voor het verdedigen van werknemersrechten en lidmaatschap ervan duidelijke voordelen heeft, lijkt het efficiënter te zijn als deze uitbetalingen door de RVA of een vergelijkbare instantie worden verwerkt. Het lijkt overbodig om meerdere organisaties te betrekken bij de uitbetaling van een basisrecht zoals een werkloosheids- of ziekte-uitkering. Het wettelijk bedrag blijft hetzelfde over de verschillende instanties heen. Voor extra diensten of voordelen kan men nog steeds kiezen voor een vakbond of mutualiteit, maar voor de uitbetaling van het wettelijk recht zou één centrale instantie genoeg zijn.

Transparanter en eenduidiger

Centralisatie zou zorgen voor meer transparantie en informatiedoorstroom met minder verlies van informatie en fouten. Nu wordt er vaak naar verschillende organisaties verwezen waardoor informatie versnipperd raakt. Dit zorgt voor onduidelijkheid waardoor dossiers vastlopen. Ook de GDPR-wetgeving maakt het soms moeilijk voor sociale uitbetaalorganisaties om noodzakelijke informatie op te vragen waardoor ook andere organisaties niet verder kunnen. Door centralisatie zou de samenwerking en het delen van informatie tussen organisaties verbeteren, wat de wachttijden voor hulp kan verkorten.

Ten tweede zou centralisatie de administratieve processen eenduidiger maken. Het bestaande systeem, waarbij meerdere organisaties betrokken zijn, leidt tot onnodige vertragingen en complexiteit met als gevolg dat aanvragers van steun soms meer dan een maand moeten wachten totdat hun aanvraag volledig is verwerkt. Centralisatie van de administratieve processen zou ook de werknemers ten goede komen aangezien zij zich dan meer kunnen richten op hun kerntaak. Momenteel bestaat een groot deel van hun takenpakket vooral uit (onnodige) administratieve last. Dit gaat ten koste van de tijd en energie die hulpverleners hebben, waardoor de kwaliteit van hun dienstverlening afneemt.

De huidige gefragmenteerde structuur is niet alleen inefficiënt, maar creëert ook een onnodige belasting voor zowel werknemer als steunaanvrager. Bovendien zouden alle betrokken partijen minder stress en frustratie ervaren, wat hun welzijn en motivatie zou bevorderen.

Fraude en misbruik

Een derde voordeel is dat centralisatie ook kan zorgen voor een betere allocatie van middelen, waarmee de algemene effectiviteit van deze organisaties wordt verhoogd. Door het stroomlijnen van de administratieve processen en het elimineren van overlappingen kunnen de kosten voor de overheid verminderen. Dit kan leiden tot een efficiëntere besteding van belastinggeld en meer middelen voor andere belangrijke sociale diensten.

Bovendien zou een uniforme aanpak het mogelijk maken om de uitbetaalkassen beter af te stemmen op de actuele noden van de samenleving en arbeidsmarkt. Deze flexibiliteit is cruciaal om tijdig in te kunnen spelen op veranderingen. Data-analyse zal waardevoller worden doordat informatie toegankelijker en gecentraliseerd is. Dit stelt de overheid in staat om proactiever te reageren op sociaal-economische veranderingen.

Tot slot zou een gecentraliseerd systeem effectiever fraude en misbruik kunnen bestrijden. Door één entiteit aan te wijzen als verantwoordelijk voor het beheren van werkloosheidsuitkeringen, verbetert het toezicht op regelnaleving aanzienlijk. Hierdoor kunnen onregelmatigheden efficiënter worden gedetecteerd en aangepakt. Zo ontstaat er een rechtvaardiger systeem waarbij de uitgekeerde steun rechtmatig terechtkomt bij degenen die er daadwerkelijk recht op hebben.

Antwerpen

De stad Antwerpen demonstreert de waarde van dergelijke initiatieven door alle interne afdelingen waaronder OCMW’s, vrijwilligersorganisaties en projectteams, te verenigen binnen een uniform platform. Dit faciliteert niet alleen de coördinatie en integratie van diensten waar nodig, maar bevordert ook de efficiëntie en samenwerking binnen de hele organisatie terwijl informatie toegankelijk blijft voor alle betrokkenen. Bovendien heeft de stad zich robuust getoond in het omgaan met diverse crisissen zoals een cyberaanval, de Oekraïnecrisis en de energiecrisis. De geïntegreerde aanpak maakt het mogelijk de activiteiten van verschillende organisaties te monitoren, redundantie te verminderen en eerder toegekende rechten te identificeren, wat bijdraagt aan de preventie van fraude.

De overgang naar een gecentraliseerd systeem vereist zorgvuldige planning en uitvoering waardoor het cruciaal is om alle stakeholders, inclusief werknemers, werkgevers, overheid en sociale partners, actief te betrekken bij dit proces. Hun inzichten en actieve betrokkenheid zijn essentieel om eventuele uitdagingen aan te pakken die zich tijdens de transitiefase voordoen.

Het is fundamenteel om de verouderde gefragmenteerde aanpak achter ons te laten en te evolueren naar een geavanceerde, vooruitziende benadering voor het beheer van onze sociale uitkeringsorganisaties. Dit vraagt een paradigmaverschuiving van decentralisatie naar centralisatie, waarin we overlapping en overbodige complexiteit elimineren en het aantal betrokken instanties tot een minimum herleiden.

Jonathan Vander Elst is maatschappelijk werker bij de stad Antwerpen en heeft een achtergrond in maatschappelijk werk. Hij zet zich in voor diverse sociale projecten, waaronder zijn werk voor de LGBTQ+-gemeenschap via de non-profitorganisatie Think Different. Jonathan is ook politiek actief als campagneverantwoordelijke bij N-VA district Antwerpen. Hij schrijft uit persoonlijke overtuiging.

Commentaren en reacties