Direct naar artikelinhoud
AchtergrondLevendsduurte

‘Mijn vakantie is een weekje dicht bij huis geworden’: wanneer een job niet volstaat om rond te komen

Ambulancier Albéric Samyn (56) is iemand die voelt hoe het financieel steeds lastiger wordt. 'Ik kan niet meer sparen en vakanties zijn ingekort tot een weekje dichter bij huis.'Beeld Eric de Mildt

Heel wat gezinnen hebben het financieel lastig, zo toont de nieuwe Gezinsbarometer van de Gezinsbond. ‘De kloof tussen de laagste inkomens en de rest wordt steeds groter’, zegt woordvoerder Ivo Mechels. De vier belangrijkste conclusies.

1. De inkomensindex staat op een ‘dieptepunt’

Gezinnen stellen het vandaag gemiddeld iets minder goed dan een jaar geleden, toen de driemaandelijkse bevragingen voor de Gezinsbarometer zijn gestart. Maar het is geen spectaculaire daling: de ‘globale index’, die vijf levensdomeinen (wonen, relaties en welzijn, inkomen, toekomst van de kinderen en arbeid en gezin) samentelt zakte met 6 procent. Wél zorgwekkend is volgens de Gezinsbond de deelindex ‘inkomen’. Vorig jaar stond die op 6,3, nu op 5,4.

Albéric Samyn (56), ambulancier en vader van een zoon van 24 en een dochter van 19, is iemand die voelt hoe het financieel steeds lastiger wordt. “In de supermarkt kies ik nu niet meer voor A-merken, ik kan niet meer sparen en vakanties zijn geen lange verre reizen meer maar ingekort tot een weekje dichter bij huis. Het is allemaal te duur geworden”, zegt hij.

2. Een grote meerderheid van de laaggeschoolde gezinnen heeft het financieel moeilijk

Bijna 80 procent van de gezinnen met enkel een diploma lager middelbaar onderwijs meldt dat ze het “eerder tot zeer moeilijk” hebben om rond te komen. Ook voor bijna 7 op de 10 (69%) alleenstaande ouders is dat zo. Een derde kwetsbare categorie zijn gezinnen waar iemand ‘een zorgbehoefte’ heeft. Meer dan de helft van hen (54%) zit financieel op zijn tandvlees.

Samyn hoort bij de alleenstaande ouders. “Mijn dochter studeert aan de universiteit en mijn zoon zoekt werk. Omdat ik een laag loon heb, is het te krap, zeker sinds de energiecrisis”, zegt hij. “Vroeger verdiende ik als commercieel verantwoordelijke bij bedrijven als Miele en Smeg drie keer meer. Na een ziekte koos ik uit overtuiging voor de zorg. Maar ik krijg 14,36 euro bruto per uur. Dat is niet genoeg en dus werk ik extra in de weekends, ook als ambulancier.”

Daartegenover staan gezinnen waar die kwesties niet spelen en waar minstens een van de ouders een masterdiploma heeft. Zij geven aan dat ze het op alle vlakken goed stellen. “Maar de gezinnen aan de andere kant van het spectrum hadden het al moeilijk en krijgen het nog moeilijker. De kloof groeit”, zegt Ivo Mechels van de Gezinsbond.

3. Werk is geen garantie op financiële zorgeloosheid

Dat toont bijvoorbeeld het verhaal van ambulancier Samyn. In totaal een derde van de werkenden met een gezin meldt dat ze “moeilijk tot zeer moeilijk” rondkomen. Vijftien procent van de werkende gezinnen heeft het voorbije jaar financiële hulp gevraagd of gekregen van vrienden of familie en 18 procent heeft geen spaarcenten. Vorig jaar lag dat nog op 13 procent.

Nochtans liggen de recente hoge inflatie en energiecrisis grotendeels achter ons en heeft België een automatische loonindexering. “Maar voor de gezinnen met lagere inkomens blijkt dat onvoldoende”, zegt Mechels. “De energieprijzen zijn wel weer gedaald, maar niet weer op het niveau van voor 2022. Dat geldt ook voor de kosten van levensmiddelen. Voor gezinnen met de laagste inkomens zijn dat nog altijd zaken die een grotere hap uit het budget nemen. De loonindexering compenseert dat blijkbaar niet. Wij maken ons grote zorgen over hen.”

Dat doet ook het Netwerk tegen Armoede. “De Gezinsbarometer bevestigt helaas de signalen van onze lokale armoedeverenigingen”, zegt algemeen directeur Heidi Degerickx. “Door de opeenvolgende crisissen en dalende koopkracht houden mensen met de laagste inkomens minder over. Ook mensen uit de lagere middenklasse kunnen de eindjes steeds moeilijker aan elkaar knopen. En onze verenigingen zien meer mensen die werken die bij hen aankloppen.”

De energieprijzen zijn wel weer gedaald, maar niet weer op het niveau van voor 2022Beeld Tim Dirven

4. ‘Meer steun aan kwetsbare gezinnen is prioritair’

De overheid moet volgens de Gezinsbond de koopkracht van de meest kwetsbare gezinnen meer ondersteunen. “Het zou bijvoorbeeld nuttig zijn om hen te helpen met energiebesparende investeringen omdat energie toch nog altijd een relatief grote hap uit hun budget neemt en omdat die investeringen toch moeten gebeuren voor het klimaat”, zegt Mechels.

Het Netwerk tegen Armoede voegt toe dat de laagste inkomens moeten worden opgetrokken. “Het kan niet dat er in een welvarend land als België nog zoveel mensen onder de armoedegrens moeten leven”, zegt Degerickx. “Wij pleiten in ons memorandum voor de verkiezingen voor een volledige indexering van het Vlaamse Groeipakket én een hogere sociale toeslag op de maandelijkse kinderbijslag.”

Ook een werkpunt is toegang tot steun en collectieve basisvoorzieningen. “De overheid bouwt collectieve voorzieningen af die nochtans sterk helpen om armoede te voorkomen”, zegt Degerickx. “Kinderen die opgroeien in kwetsbare gezinnen hebben net een sociale woning, toegang tot kinderopvang en betaalbaar onderwijs nodig. We zien een grotere interesse voor de strijd tegen kinderarmoede, maar tegelijkertijd ondermijnen veel beleidsmakers net de gelijke toegang tot die basisvoorzieningen. Op het einde van de rit stellen we vast dat mensen soms moegetergd afhaken, ze vinden geen toegang tot hulp en nemen hun rechten niet op.”

Samyn slaagde daar wel in. “Ik krijg een verhoogde tegemoetkoming voor onder andere ziektekosten omdat ik onder een bepaalde inkomensgrens zit”, zegt hij. “Maar het was een administratieve rompslomp om dat in orde te krijgen en ik wist er eerst niet van.”