Direct naar artikelinhoud
InterviewPaul Van Tigchelt (Open Vld)

Paul Van Tigchelt (Open Vld): ‘Pas toen ik op mijn 20ste mijn vrouw leerde kennen, ontdekte ik wat een kerstfeest was’

‘Op sociale media doet het gerucht de ronde dat ik lid ben geweest van Reuzegom. Dat is fake nieuws.’Beeld Diego Franssens

Sinds hij in het najaar Vincent Van Quickenborne mocht vervangen als minister van Justitie en vicepremier waaien de crisissen hem tegemoet: schietpartijen in Brussel, cipiersstakingen, gevangenisdirecteurs die hun poorten dichthouden voor nieuwe gevangenen. Maar Paul Van Tigchelt (50) is een man met immer opgestroopte hemdsmouwen. De voormalige ‘cokemagistraat’ en ex-baas van het OCAD probeert zich nog vóór de verkiezingen op de kaart te zetten als Open Vld-lijsttrekker in Antwerpen. ‘Volgens de laatste peilingen haal ik zelfs geen zetel, maar wij zullen lós over de kiesdrempel gaan.’

De nieuwe minister van Justitie nodigt ons uit in het prachtig gerenoveerde oude gerechtshof van Antwerpen, waar hij ooit als drugsmagistraat aan zijn carrière begon. In het bureau van zijn vroegere baas, de procureur des Konings, leunt hij met een brede grijns achterover en legt hij zijn voeten als een sheriff op tafel.

Wie is Paul Van Tigchelt?

Paul Van Tigchelt: “Ik ben een bakkerszoon uit een oerklassiek Kempens gezin. Mijn vader had de bakkerij overgenomen van mijn grootvader. ’s Zondags moesten we naar de mis, na de middag ging ik naar de Chiro. Op zaterdag voetbalde ik, ’s avonds ging ik pinten drinken met mijn maten, en als ik ’s nachts thuiskwam, riep mijn vader me naar binnen om sandwichkes te maken.”

Hebt u overwogen om de zaak over te nemen?

Van Tigchelt: “Nooit. En mijn drie zussen ook niet. Onze ouders vonden het belangrijker dat we goed studeerden. Het is ook een zware stiel: mijn vader begon op vrijdagavond om halfelf te bakken. Die nachten wogen steeds zwaarder. In 2004 hebben mijn ouders de zaak stopgezet en zijn ze met pensioen gegaan. Als kind heb ik nooit met hen Kerstmis gevierd: wanneer andere mensen feestten, was het bij ons keihard travakken. Pas toen ik op mijn 20ste Annick (zijn vrouw, red.) leerde kennen, ontdekte ik wat een kerstfeest was.”

Waar droomde u van als kind?

Van Tigchelt: “Ik wilde beroemd worden. De paus die in zijn mobiel het volk mocht toezwaaien, dat leek me fantastisch (lacht). Mijn helden waren Luc Nilis en Johan Museeuw. Ik ben een Anderlecht-supporter: niemand scoorde mooiere goals dan Nilis. En Museeuw was een béést in de voorjaarsklassiekers. De jaren waarin hij de Ronde van Vlaanderen won, ken ik uit het hoofd. Nu supporter ik voor Wout van Aert, ook een rasechte Kempenaar met een bikkelharde kop. Hij gaat dit jaar Parijs-Roubaix winnen. In de Ronde is Mathieu van der Poel te explosief.”

Waarom ging u destijds rechten studeren?

Van Tigchelt: “Ik heb zes jaar op internaat gezeten op het Klein Seminarie in Hoogstraten, Latijn-wiskunde. In het zesde middelbaar had ik mijn buik vol van die acht uur wiskunde per week. Ik zag de relevantie van die cijfers en formules niet. Ik hield wel van taal en geschiedenis, maar ik koos voor rechten omdat je daar alle kanten mee uit kunt. Mijn kinderen van 18 en 20 doen nu ook rechten.”

Was u een goede student?

Van Tigchelt: “Nee, het interesseerde me allemaal maar matig. Tot de affaire-Dutroux losbrak. Het land stond op z’n kop, de mensen voelden zich verloren, maar ze trokken zich op aan twee magistraten die rechtvaardigheid moesten brengen en de ontvoerde meisjes zouden redden: Michel Bourlet en Jean-Marc Connerotte. (Klopt op tafel) Dát wilde ik doen. Ik ben na mijn studies meteen parketjurist geworden. Via de examens – die éérlijk verliepen – ben ik doorgegroeid tot substituut-procureur.”

U stond bekend als ‘de cokemagistraat van Antwerpen’.

Van Tigchelt: “Mijn oversten noemden mij een offensieve procureur. Ik heb het Falconplein mee opgekuist en heel wat drugsbendes opgerold. ’s Nachts betrapten we veel uithalers die ronddoolden in de haven met een kniptang en een dopsleutel, maar zonder coke. Omdat we hen niet konden pakken voor drugshandel of -bezit, introduceerde ik een nieuwe strategie: we vervolgden hen voor bendevorming en eisten strenge straffen.”

Hebt u straffe verhalen uit die periode?

Van Tigchelt: “O! Massa’s! Bij de gerechtelijke politie zaten een paar varkens die graag schunnige grappen uithaalden. Ze staken pornoblaadjes in mijn boekentas, zodat mijn vrouw ’s avonds zei: ‘Zeg, wat is dát hier?’ Toen twee mannelijke speurders op rogatoire commissie naar Colombia moesten, belde iemand achter hun rug naar het hotel: ‘Er arriveert straks een pasgehuwd homokoppel, kunt u iets romantisch voorzien?’ (lacht)

“Als drugsmagistraat zat ik op het dossier-Falcone, een onderzoek naar internationale cocaïnesmokkel. Op de telefoontap hoorden we toevallig iemand een diefstal met braak plegen. Dat bleek Stephaan Du Lion te zijn, de ruitenwasser die vorig jaar werd veroordeeld voor de moord op vier vrouwen. De inbraak had niks met drugs te maken, maar ik bezorgde het pv toch aan de onderzoeksrechter. Daardoor werd DNA van Du Lion afgenomen, wat uiteindelijk tot een doorbraak heeft geleid. Als ik die inbraak had geseponeerd, hadden ze hem waarschijnlijk nooit gepakt. Echt, ik amuseerde me rot bij het parket, omdat ik aan de kant van de good guys stond. Het is in Antwerpen pas mis beginnen te lopen toen ik wegging (knipoogt).”

U vertrok tijdelijk naar het kabinet van Patrick Dewael, die in 2003 minister van Binnenlandse Zaken was geworden.

Van Tigchelt: “Ik was net vastbenoemd en onze eerste kleine lag nog in de couveuse. Dewael gaf me een halfuur om te beslissen. Ik belde mijn vrouw en zei: ‘Schat, ik ga van werk veranderen.’ ‘Watte?!’ Ik had geen affiniteit met de politiek, maar er zit blijkbaar een onweerstaanbare drang in mij om op nieuwe treinen te springen. In 2016, twee maanden na de aanslag op de Bataclan in Parijs, kon ik directeur worden van het OCAD (Coördinatieorgaan voor Dreigingsanalyse, red.). Ik was als beste kandidaat uit het examen gekomen.

“Iemand verweet me toen dat ik een postjespakker was, maar het was veel makkelijker geweest om rustig bij het parket te blijven. Op het OCAD lag mijn hoofd elke dag op het kapblok. Je hebt daar niet het recht om iets te missen. Minder dan drie maanden na mijn aanstelling ontploften de bommen in Zaventem en Maalbeek. Dat was verschrikkelijk pijnlijk. We wisten dat er terroristen in the air waren, we hadden de El Bakraoui’s, Abdeslams en Abrini’s in het vizier, maar we konden het bloedbad niet vermijden.

“Op die fatale ochtend had ik mijn eerste interview als OCAD-directeur, met Radio 1. Na twee zinnen onderbrak de journalist me omdat er bommen waren ontploft op Zaventem. Ik ben meteen naar het Crisiscentrum gelopen, waar alle veiligheidsdiensten samenkwamen. Daar heb ik tot halfdrie ’s nachts gezeten. Er was geen tijd om iets te laten bezinken. Je zit in een tunnel en iedereen functioneert op zijn best. De weken daarna konden we de overlevende daders pakken. Op hun computers vonden we andere mogelijke targets: de haven van Antwerpen, de kerncentrales van Doel, het openbaar vervoer. Die hebben we maximaal beschermd, op terreurniveau 4. Daarna hebben we onze inlichtingendiensten gevoelig uitgebreid. We zijn niet meer het kneusje van Europa. De voorbije jaren hebben we verschillende terreuraanslagen verijdeld, vorige week nog één van minderjarige IS-aanhangers.”

‘Op het OCAD lag mijn hoofd elke dag op het kapblok. Minder dan drie maanden na mijn aanstelling ontploften de bommen in Zaventem en Maalbeek. Dat was verschrikkelijk pijnlijk.’Beeld Diego Franssens

GRATIS SACOCHE

Vincent Van Quickenborne zei ooit dat u een atypische magistraat was, met wie hij graag pinten dronk.

Van Tigchelt: “Ik heb de integriteit van een magistraat, maar protocol interesseert me niet. De politiemensen konden mij altijd bellen en ze mochten gewoon ‘Pol’ zeggen – vroeger stonden ze zelfs recht als ze naar ‘meneer de procureur’ belden. Ook als minister wil ik dicht bij het terrein staan. Ik ben een volksmens. Zelfs als OCAD-baas ging ik nog op café, en was ik jeugdtrainer van de voetbalploeg van mijn zoon. De jongens met wie ik vroeger voetbalde, zijn nog altijd mijn vrienden.”

U schijnt ook een fervent sporter te zijn?

Van Tigchelt: “Sinds ik adjunct-kabinetschef ben geweest bij Van Quickenborne, is het wat minder. Maar als ik naar het buitenland ga, neem ik altijd een zwembroek en loopschoenen mee. Op 22 oktober vorig jaar zou ik normaal mijn negende marathon hebben gelopen in Antwerpen. In 2022 had ik vier uur gedaan over die van New York, mijn traagste tijd: ik had wekenlang niet getraind door de ontvoeringsplannen tegen Van Quickenborne. In Antwerpen wilde ik dat rechtzetten, ik was erop gebrand om mijn vorige tijd – 3 uur 35 – te verbeteren. Maar er is iets tussengekomen.”

Het ontslag van Van Quickenborne.

Van Tigchelt: “De avond ervoor was ik met mijn vrouw op een feestje. Een vriendin die handtassen maakt, zei: ‘Paul, gij wordt de nieuwe minister van Justitie’. Ik geloofde er niks van, maar zij was zeker: ‘Als ge ’t wordt, krijgt uw vrouw een gratis sacoche.’ Ik ben daar op tijd vertrokken om fris te zijn voor de marathon. Om halftwee ’s nachts maakte mijn dochter me wakker: ‘Papa, Van Quickenborne heeft u nodig.’ Vincent zei: ‘Paul, jij gaat morgen niet lopen, jij wordt minister.’”

U moest niet eerst even overleggen met uw gezin?

Van Tigchelt: “Mijn vrouw wilde meteen van dat feestje naar huis komen voor een familieraad. Maar eigenlijk had ik al beslist. Als ik weigerde, zou ik daar mijn hele leven spijt van hebben. Al is het nooit mijn ambitie geweest om minister te worden: ik zei altijd dat ik nooit in de politiek zou gaan, ook al beweerden collega’s dat ik ervoor gemaakt was. Ze vonden mij een vlotte communicator die mensen kan meenemen in een verhaal. Vroeger was ik ook klasverantwoordelijke, parketwoordvoerder, begeleider van de stagiairs en zegsman van Patrick Dewael.”

Wat is uw grootste gebrek?

Van Tigchelt: “Als ik ergens voor ga, ben ik soms te koppig. De kunst is om te blijven luisteren en niet in een tunnelvisie te kruipen.”

Is Van Quickenborne nog altijd uw klankbord?

Van Tigchelt: “We horen elkaar nog vaak, maar het gaat almaar minder over Justitie. Vorige week belde hij wel om naar de toestand in de gevangenissen te vragen. Dan geeft hij tips: ‘Heb je daar al aan gedacht?’ Ik las in de pers dat zijn ontslag een berekende zet was, maar dat is flauwekul. Alsof wij aan het parket van Brussel hebben gevraagd om het dossier van Abdesalem Lassoued, die vorig jaar twee Zweedse voetbalsupporters heeft doodgeschoten, in de kast te laten liggen! Ik heb gezien hoe zwaar hem dat viel. Toen Johan Delmulle, de procureur-generaal van Brussel, me die vrijdag belde om te vertellen wat er was gebeurd, wist ik meteen hoe laat het was. Vincent kwam onmiddellijk tot dezelfde conclusie: ‘Dit is ontslag.’”

Gwendolyn Rutten reageerde misnoegd op uw aanstelling. Ze voelde zich gepasseerd, even dreigde een opstand in de partij.

Van Tigchelt: “Dat was niet plezant, maar het ging niet over mij. Iedereen erkende dat ik de juiste man was voor de job. Voor de partij was het wel schadelijk.”

U hebt de voorbije jaren vaak samengewerkt met Bart De Wever. Nu wordt hij uw tegenstander in dezelfde kieskring.

Van Tigchelt: “Dat is raar, ja. Als lijsttrekker moet ik nu campagne voeren en in debat gaan met hem. Ik apprecieer De Wever, en hij mij ook, dus ik ga hem niet afbreken.

“Misschien moet ik zíjn aanvallen pareren, maar dan zal ik uitleggen waar ik voor sta, en waar ik het verschil wil maken met de N-VA. Voor hen moet België splitsen, ik zie dat niet werken. Gaan we justitie en politie opdelen? We hebben pas een nieuw strafwetboek gestemd, daar is veertig jaar aan gewerkt: gaan we straks een Vlaams, Brussels en Waals strafwetboek maken? Er loopt een proces tegen de Albanese maffia, die cocaïne invoert via de Antwerpse haven, Brussel gebruikt als knooppunt en connecties heeft met Italië en Albanië. Als we justitie splitsen, moet het Brussels parket een rogatoire commissie naar Antwerpen sturen om hier onderzoeksdaden te plegen. Dat is absurd. We zien in Brussel tot welke inefficiëntie de opdeling in negentien gemeenten en zes politiezones leidt. Gaan we de boel nog meer versnipperen? Geef mij maar één kapitein op het schip.”

Theo Francken zei in Humo dat de Open Vld-verkozenen straks met één auto naar het parlement kunnen rijden.

Van Tigchelt(schatert): “Dat zal dan toch een grote auto moeten zijn.”

Zal die auto langs Antwerpen passeren? Volgens de laatste peilingen haalt u zelfs geen zetel.

Van Tigchelt: “Wij gaan lós over de kiesdrempel, jongeuh! Ik spreek met heel veel mensen en doe debatavonden over veiligheid, waar ik veel goeie commentaar krijg. (Stellig) Ik kan de mensen overtuigen om niet op De Wever of Tom Van Grieken te stemmen. Ik heb twintig jaar achter de schermen gewerkt op alle niveaus. Mijn netwerk is immens, ik ken íédereen binnen het veiligheidswereldje, ik heb ervaring met de media. (Balt gespeeld theatraal de vuist) En nu kan ik al die expertise omzetten in politieke mácht!

”Sorry, ik ben een Antwerpenaar. Bescheidenheid is niet mijn sterkste kant (lacht).”

Volstaat bekwaamheid nog in onze spektakeldemocratie?

Van Tigchelt: “De mensen snakken naar degelijkheid en minder politiek gekrakeel. ‘Kom overeen en los het op’, zeggen ze. Daar sta ik voor: nie zeveren, nie neuten, handen uit de mouwen. Ik hoop dat de pers politici ook meer afrekent op wat ze dóén en minder op wat ze allemaal toeteren. Ik kan u een hele lijst geven met zaken die al tien, twintig jaar vastzaten en die we de voorbije maanden gedeblokkeerd hebben.”

Maar ondertussen halen Vlaams Belang en PVDA in de peilingen samen bijna 40 procent.

Van Tigchelt: “Ik kan met iedereen door één deur, behalve met extremisten. Ik geloof ze niet en ik vertrouw ze niet. Ze dwepen met extreme leiders zoals Poetin en Xi Jinping. Die beelden waarop honderden fascisten in Italië de Hitler-groet brengen, daar word je toch bang van? Die gasten willen de klok terugdraaien, lgbtq-rechten afbouwen, vrouwen weer aan de haard zetten en onze vrijheden afpakken. Dat wil ik niet meemaken.”

ONSCHULDIGE DOOP

Er zitten vandaag 12.382 gedetineerden in onze gevangenissen, terwijl er maar plaats is voor 10.732. Meer dan vijfhonderd mensen slapen op de grond of in een noodbed. Hoe komt dat? (Dit interview werd afgenomen voor de feiten in de Antwerpse gevangenis waarbij een gedetineerde 72 uur werd gemarteld)

Van Tigchelt: “Die overbevolking bestaat al meer dan vijftig jaar. We hebben in deze legislatuur 1.200 plaatsen extra gecreëerd, maar er zijn nóg meer gedetineerden bijgekomen, omdat we voor het eerst in decennia de korte celstraffen weer uitvoeren. Dankzij de kraak van het Sky ECC-netwerk pakken we nu ook enorm veel drugscriminelen. Veertig procent van de gedetineerden zit vast voor drugsfeiten.”

Onlangs beslisten acht van de achttien Vlaamse gevangenissen om geen nieuwe gedetineerden meer op te nemen. Begrijpt u dat?

Van Tigchelt: “Ja, zolang ze met ons blijven spreken. Ik had vóór die actie al met de gevangenisdirecteurs en cipiersvakbonden samengezeten. Ze hebben hun noodkreten geslaakt, ik heb onze visie uitgelegd en nadien hebben sommigen toch die opnamestop doorgevoerd. Twintig jaar geleden zou ik dat persoonlijk hebben genomen. (Gespeeld plechtig) Nu ben ik ouder en wijzer. De cipiers zijn het beu en willen een fors signaal geven dat aandacht krijgt.”

Hoe gaat u het oplossen?

Van Tigchelt: “We willen snel driehonderd plaatsen creëren met de uitbreiding van het penitentiair verlof. Bepaalde categorieën van gedetineerden kunnen de gevangenis nu voor enkele weken verlaten, vroeger was het maar voor één week.

“Verder willen we de instroom van geïnterneerden beperken. Bij één op de drie geweldsdelicten tegen cipiers is een geïnterneerde betrokken, ze veroorzaken vier keer meer geweld dan andere gedetineerden: ik snap dat het personeel daar genoeg van heeft. Geïnterneerden die de gevangenis hebben verlaten en het te bont maken in een forensisch psychiatrisch centrum (FPC, red.), mogen voortaan niet meer terugkeren naar de gevangenis. België is al meermaals veroordeeld omdat er te veel geïnterneerden in de bak zitten. Die mensen zijn ziek en hebben medische begeleiding nodig.”

Dreigen er geen gevaarlijke gekken vrij te komen?

Van Tigchelt: “Uiteraard niet. Wie gevaarlijk is, blijft opgesloten. De gezondheidszorg heeft daar voorzieningen voor.”

Maar die zitten ook vol.

Van Tigchelt: “De voorbije jaren zijn er twee FPC’s bijgekomen, in Gent en Antwerpen. Vanaf 2028 komen er nog vierhonderd plaatsen in het Luikse Paifve, in Waver en in Aalst. Ik bekijk met minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) hoe we mensen vanuit FPC’s vlotter kunnen laten doorstromen naar de reguliere psychiatrie.”

De cipiers eisen dat u de uitvoering van korte gevangenisstraffen terugdraait.

Van Tigchelt (fel): “Dat gaan we níét doen. Alle straffen moeten uitgevoerd worden. Dat zal de gevangenisbevolking op termijn net structureel doen krímpen. De niet-uitvoering van de korte straffen leidde tot inflatie: rechters gaven hogere straffen om er zeker van te zijn dat de veroordeelde daadwerkelijk in de cel vloog. Dat ondermijnde de geloofwaardigheid van justitie. Er zitten trouwens maar achthonderd kortgestraften in onze gevangenissen, tegen 3.600 illegalen en 985 geïnterneerden.”

De cipiers staakten vijftien keer in 2023 en zeventien keer in 2022. Topman Bob Van den Broeck van het Vlaams Agentschap voor Justitie raadde hun in een open brief aan om tractoren te huren en kruispunten te bezetten: dan zal de politiek eindelijk luisteren.

Van Tigchelt: “Dat was niet zijn beste zet als ambtenaar. Ik luister wel degelijk naar het personeel, en ik ben ervan overtuigd dat onze visie op lange termijn vruchten zal afwerpen. In het nieuwe strafwetboek staat dat een gevangenisstraf de laatste optie is. We willen straffen op maat: als een verslaving leidt tot crimineel gedrag, pak je dat het best aan met een hersteltraject. Spreekt een rechter toch een gevangenisstraf uit, dan moet hij die motiveren. Nu pleegt 70 procent van de gedetineerden binnen de vijf jaar nieuwe feiten. Daarom hebben we het Scandinavische model van detentiehuizen overgenomen, waarin we hen intensief voorbereiden op hun terugkeer naar de maatschappij.”

Van Quickenborne had vijftien detentiehuizen beloofd, er zijn er maar twee open. Had u niet beter gewacht met de uitvoering van de korte straffen?

Van Tigchelt: “Het zal nóóit het goede moment zijn. Maar de voorbije jaren kwamen er 1.200 plaatsen bij, waaronder nieuwe gevangenissen in Haren, Dendermonde en Beveren. In 2025 zullen er nog zes detentiehuizen opengaan.”

Wanneer een kortgestrafte in de gevangenis komt, krijgt hij een folder van de FOD Justitie waarin staat hoe hij snel een enkelband kan bemachtigen. Wie 15 maanden heeft gekregen, komt meteen in aanmerking. U zegt wel dat u de korte straffen uitvoert, maar de meeste veroordeelden zitten blijkbaar heel snel thuis.

Van Tigchelt: “Het is toch niet vreemd dat de FOD die mensen informeert over hun rechten? De strafuitvoeringsrechtbanken kennen niet zomaar elektronisch toezicht toe. Ze zijn erg streng.”

In Nederland hebben ze de recidive met 50 procent verlaagd door werkstraffen te geven in plaats van korte celstraffen. Volgens experts is het onmogelijk om gedetineerden in zo’n korte periode goed voor te bereiden op een terugkeer naar de maatschappij. En intussen verliezen ze mogelijk hun baan, hun woning en hun partner.

Van Tigchelt: “In Vlaanderen worden bijna 6.000 werkstraffen per jaar uitgesproken. Dankzij het nieuwe strafwetboek zal dat nog toenemen. Dat is een moedige politieke keuze in een maatschappij die steeds luider roept om meer wraak en strengere straffen. Maar uit rapporten van experts blijkt inderdaad dat de detentieschade bij korte gevangenisstraffen groter is dan de voordelen. Daarom hebben we gevangenisstraffen tot zes maanden geschrapt.”

Cd&v-voorzitter Sammy Mahdi had het na de zaak van Sanda Dia over ‘werkstrafjes’.

Van Tigchelt: “Dat soort populisme lijdt tot de erosie van de rechtsstaat. Het is erg gevaarlijk dat men justitie bekritiseert om stemmen te winnen. Er mag kritiek zijn, maar mensen moeten begrijpen dat rechters nog altijd het best geplaatst zijn om te oordelen, omdat zij álle elementen hebben. Ik spreek vaak met jongeren om te voelen waar hun verontwaardiging vandaan komt. De meesten kijken genuanceerd naar het arrest in de zaak-Sanda Dia en beseffen ook dat Acid een gevangenisstraf met uitstel heeft gekregen omdat hij een werkstraf heeft geweigerd. Als Mahdi vindt dat het systeem fout zit, moet hij de wet wijzigen in plaats van te toeteren op sociale media. Maar ik heb cd&v niet gehoord over aanpassingen aan het nieuwe strafwetboek.”

Moeten werkstraffen op het strafblad komen?

Van Tigchelt: “De werkstraf stáát op het strafblad, maar niet op het bewijs van goed gedrag en zeden. De politie kan zien wat een Reuzegommer heeft uitgespookt, een toekomstige werkgever niet. Werkstraffen zijn gericht op re-integratie: ze worden vooral opgelegd aan kansarmen, om hun toekomstkansen niet te hypothekeren.”

Hoe was úw studentendoop?

Van Tigchelt: “Ik was lid van Wellidia, een studentenclub uit Weelde. Ik ben gedoopt op een zaterdagnamiddag op het kerkplein in Weelde, met een hoop onschuldige vetzakkerij en een cantus achteraf. Als preses heb ik nooit mensen gedoopt. Wij deden vooral cantussen, karaoke-avonden en carnavalsstoeten.”

U kent het gerucht dat de ronde doet op sociale media?

Van Tigchelt: “Dat ik lid ben geweest van Reuzegom? Dat is fake news.”

Na wekenlange beroering over klassenjustitie raakte bekend dat een topmagistraat van de Hoge Raad voor Justitie de vraag voor het juristenexamen doorspeelde aan een advocaat wiens ouders ook magistraten zijn.

Van Tigchelt: “Er loopt een onderzoek, maar als de berichten kloppen, is dat een slag in het gezicht van elke magistraat. Ik kan mij niet inbeelden dat veel magistraten zich aan zoiets schuldig zouden maken. Ik wil dat de Hoge Raad van Justitie zich grondig bezint en maatregelen neemt om het vertrouwen te herstellen.”

‘Bij de gerechtelijke politie stak men weleens pornoblaadjes in mijn boekentas, zodat mijn ’s avonds vrouw zei: ‘Zeg wat is dát hier?!’Beeld Diego Franssens

TOFFE GAST

Voor het tv-programma Niveau 4 maakte u een ritje met de Brusselse politie.

Van Tigchelt: “Dat was niet nieuw. Als Antwerps magistraat deed ik met de politie huiszoekingen in het holst van de nacht. Dan wordt de deur ingebeukt, zie je criminelen vluchten via het dak en giert de adrenaline door je keel.”

In februari waren er in Brussel acht schietpartijen in acht dagen tijd. Sommige wijken en pleinen zijn in handen van drugscriminelen die zich onaantastbaar wanen.

Van Tigchelt: “We moeten die pleinen schoonvegen en teruggeven aan de mensen. Alles begint met very irritating police die de dealers dag na dag oppakt. Ik ben bij de politiezone Brussel-Elsene geweest: zij doen drie keer per week een gecoördineerde actie met politie in burger, in uniform en op de fiets. Daar hebben ze de zaak wél onder controle. Dat moet in Anderlecht en Sint-Gillis ook kunnen.”

Van 2012 tot 2018 wás er very irritating police in Sint-Gillis. De criminaliteitscijfers zakten spectaculair, maar het Uneus-project werd opgedoekt na beschuldigingen over racisme en politiegeweld. Een politieman zei me: ‘Het parket en de lokale politiek keerden hun kar omdat we agressieve arrestanten weleens een bloedneus sloegen. Nu is het crapuul daar de baas.’

Van Tigchelt: “Dan moeten we dat bijsturen en het project heropstarten. En justitie moet volgen. Maar dat vraagt ook een jarenlange strijd tegen armoede, werkloosheid, spijbelgedrag, verloedering, leegstand en illegaliteit.”

Uit recent onderzoek blijkt dat er in bijna alle Brusselse metrostations drugsoverlast is. Het aantal meldingen is in één jaar tijd verdrievoudigd. Is Brussel nog wel te redden?

Van Tigchelt: “Maar enfin! Als minister van Justitie kan ik toch mijn handen niet in de lucht gooien? We moeten die crackverslaafden in kaart brengen, van straat halen en hun problemen aanpakken. Dat is duur en arbeidsintensief, maar er is geen alternatief. Brussel is trouwens óók een bruisende stad met leuke plekken, mag dat ook eens gezegd worden?”

De politie-inspecteurs in Niveau 4 zeggen allemaal dat ze dweilen met de kraan open. De drugsmaffia zet aan de lopende band illegale dealers in: als de politie er één oppakt, is ze uren zoet met papierwerk, en ondertussen heeft een nieuwe dealer de plek al ingenomen.

Van Tigchelt: “Dat is niet dweilen met de kraan open. We pakken die kerels één voor één op. Er zitten al 3.600 illegalen in onze gevangenissen, en we proberen die zo snel mogelijk uit te wijzen.”

Dat horen we al twintig jaar.

Van Tigchelt: “Ja, maar ik dóé wat ik zeg. Vorig jaar hebben we er samen met Nicole de Moor (cd&v-staatssecretaris voor Asiel en Migratie, red.) al 1.500 teruggestuurd vanuit de gevangenis.”

Marokko, Tunesië en Algerije nemen hun onderdanen toch niet terug?

Van Tigchelt: “Marokko wel. Ik ben daar op 1 november geweest.”

Wat zeiden ze? ‘Voor uw mooie ogen doen we het wel’?

Van Tigchelt: “Ja. Ze vonden mij een toffe gast (grijnst). Laat ons zeggen dat politieke en diplomatieke druk werkt.”

U beweerde in Terzake dat de kopstukken van de drugsbendes – die een luxeleven leiden in Dubai, Marokko en Turkije – zenuwachtig worden. Was dat geen bluf?

Van Tigchelt: “Helemaal niet. De eerste verdachte werd eind vorig jaar uitgeleverd vanuit Dubai, de tweede zit er snel aan te komen (drugsbaron Nordin El H., bijgenaamd Dikke Nordin, red.). Een ander kopstuk vertrouwde het niet meer in Dubai en vertrok naar Marokko. Ik zei tegen de Marokkanen (tikt op zijn scherm): ‘Déze moeten jullie oppakken.’ Twee weken later zat hij vast. Dat gaat rond in het milieu, ze worden heel zenuwachtig. Ik verzeker u: we gaan er nog meer oppakken. Sommigen zoeken al toenadering om een schikking te treffen. Ik wil die kerels ook in de gevangenis isoleren, zodat ze daar hun handel niet kunnen voortzetten.”

In de analyses over de war on drugs en het onveiligheidsprobleem in Brussel lees je telkens dat parket en politie zwaar onderbemand zijn.

Van Tigchelt: “Ik word daar lastig van. Vlak na de aanslag van Lassoued hebben wij het Brussels parket versterkt met acht magistraten en vijf juristen. Daar komen er nog vijftien bij. De Brusselse spoorwegpolitie: 25 man extra. Federale gerechtelijke politie: 67 aanwervingen. Toen ik in 2005 voor Dewael werkte, waren er 37.000 politieambtenaren, nu 50.000. Wij hebben meer politiemensen per inwoner dan onze buurlanden.”

Bij het Brussels parket klagen ze over een onhoudbare werkdruk. Waarom moest er een aanslag worden gepleegd vóór de regering begreep hoe erg het daar misliep?

Van Tigchelt: “Wow, die vraag is erover. Dat daar één dossier in een kast is blijven liggen, kwam niet door onderbemanning maar door gebrekkige digitalisering.”

De gerechtelijke achterstand in Brussel is anders immens. In september 2023 had het Brussels parket al meer dan zevenduizend zaken geseponeerd wegens een gebrek aan speurders. Een advocaat kreeg te horen dat zijn zaak pas in 2040 voor het hof van beroep zal komen.

Van Tigchelt: “Waarom denkt u dat er zoveel gedetineerden in de cel zitten? Niet omdat politie en justitie lijdzaam toekijken, hè. Je moet ook creatief zijn. Wij bieden tools aan, zoals boetes die betrapte druggebruikers onmiddellijk moeten betalen. In Antwerpen heb ik dat al in 2012 ingevoerd. Op Tomorrowland werken die minnelijke schikkingen goed, we moeten ze in Brussel ook gebruiken. Voor fiscale zaken hebben we bij het Antwerps parket plea bargaining ingevoerd: om slopende onderzoeken en lange procedures te vermijden gaat de procureur rond de tafel zitten met de verdachte en zijn advocaat. Willen ze bekennen, dan maken we een deal over de straf. Zulke oplossingen kunnen justitie sneller en beter doen draaien.

“Meer volk en geld voor justitie mag niet het enige antwoord zijn. Ook qua magistraten zitten wij niet slecht in vergelijking met het buitenland. Het justitiebudget is deze legislatuur gestegen van 1,9 miljard naar 2,66 miljard. We hebben een inhaalbeweging gemaakt en de kaders voor 97 procent ingevuld. Moeten daar in de volgende regering nog 20.000 politieambtenaren en 700 rechters bij? Prima! Maar dan zal er een pak minder geld zijn voor de sociale zekerheid, onderwijs, defensie en voetpaden. En ik dacht dat we de begroting op orde moesten krijgen?”

© Humo