R.G. liet verstek gaan voor zijn proces op de Mechelse correctionele rechtbank. “Spijtig, want de ouders van het slachtoffer hebben ongetwijfeld nog heel wat vragen die ze beantwoord zouden willen zien”, begon procureur Karel Berteloot aan zijn uiteenzetting.

Een 26-jarige Mechelaar overleed begin 2022. Volgens de procureur bracht hij de laatste dagen van zijn leven door met R.G. Het was een andere vriend die het lichaam van de Mechelaar daags nadien aantrof en alarm sloeg. Bij een huiszoeking in de woning vond de politie verschillende verdovende middelen, sterke drank, maar ook methadon en insulinespuiten. Het slachtoffer bleek immers diabetespatiënt te zijn.

In het huis vond de politie geen spoor meer van R.G., maar trof er wel zijn identiteitskaart aan. De man, een Nederlander, kon pas in februari van vorig jaar worden opgepakt. Hij bleek het Mechelse slachtoffer al een vijftal jaar te kennen en gaf ook toe dat hij de laatste weken bij hem had verbleven. “Maar hetgeen hij verklaarde wat er die nacht was gebeurd, dat deed echt wel de wenkbrauwen fronsen”, ging procureur Berteloot verder. “Zo zei hij dat hij gewekt werd door een bonk. Hij zag zijn huisgenoot op zijn buik liggen in de deuropening van de badkamer. Hij mompelde, sprak wartaal en was naar eigen zeggen pislam.”

Gevlucht

R.G. zou de twintiger nog naar een zetel hebben gedragen en hem geholpen hebben met overgeven. Zonder zijn hulp zou de jongeman zelfs niet meer tot in de zetel zijn geraakt, zei hij. “Maar na het overgeven is meneer G. gewoon terug in zijn bed gekropen. Hulp zocht hij niet, laat staan dat hij de hulpdiensten belde. Toen hij daags nadien wakker werd, bleek zijn vriend overleden te zijn. Hij werd bang, heeft zijn hebben en houden genomen en is gevlucht.”

Volgens het Openbaar Ministerie was er sprake van schuldig verzuim. “Voor de nabestaanden van het slachtoffer blijft dan ook de prangende vraag of hun zoon nog had geleefd moest R.G. de hulpdiensten wel gebeld hebben. Een vraag waarop we geen antwoord kennen.”

Tegen de Nederlander eiste het OM tien maanden cel en een boete van 800 euro. Advocaat Senne Meeus stond de ouders van het slachtoffer bij en verwees onder meer naar het toxicologische onderzoek. “Daaruit blijkt dat de zoon van mijn cliënten gestorven is door een aandoening die het gevolg was van zijn diabetes. In plaats van zijn huisgenoot te helpen en de hulpdiensten te bellen, heeft hij zijn boeltje gepakt. Hij probeerde zelfs zijn sporen uit te wissen”, klonk het.

Juiste pad

De mama van het overleden slachtoffer nam ook het woord tijdens het proces. “We hebben nog heel veel vragen over de laatste dagen en uren van onze zoon. Hij stond altijd klaar voor zijn vrienden, maar toen hij zelf hulp nodig had van een vriend was die laf en meedogenloos”, zei ze. “Onze zoon zat na een moeilijke tijd terug op het juiste pad en hij heeft hem opnieuw meegetrokken in de wereld die hij achter zich had gelaten. Daar ben ik van overtuigd.”

“Ik hoop dat R.G. nog in de spiegel kan kijken en beseft wat hij gedaan heeft. Hoe moeilijk kon het zijn om een ziekenwagen te bellen? Ik ben er zeker van dat onze zoon nog had kunnen geholpen worden.”

De rechtbank velt een vonnis op 16 april.