Het aandeel Nederlandse studenten is hoger aan onderwijsinstellingen die dichter bij de grens met Nederland liggen. Wat de universiteiten betreft spande de Universiteit Antwerpen in het academiejaar 2015-2016 de kroon met 7,04 procent (5,84 procent in 2013-2014), gevolgd door de UHasselt met 2,07 procent (1,9 procent) en KU Leuven met 1,75 procent (1,50 procent). Bij de hogescholen scoort de AP Hogeschool Antwerpen het hoogst met 4,06 procent (3,12 procent), gevolgd door LUCA School of Arts met 3,9 procent (2,38 procent). Aan de universiteiten bedroeg het aandeel Nederlandse studenten in 2015-2016 2,35 procent (1,98 procent) tegenover 1,59 procent (1,13 procent) bij de hogescholen.

In een reactie wijst minister Crevits op het feit dat internationale mobiliteit een positieve zaak is, zowel voor het hoger onderwijs als voor de Vlaamse economie. “Buitenlandse studenten bouwen vaak in Vlaanderen immers een netwerk op dat ze later zullen aanspreken als ze partners zoeken in het bedrijfsleven”, meent de minister. In het kader van het ‘Damesakkoord’ met Nederland werd volgens de minister afgesproken ‘om de mobiliteitsstromen goed in kaart te brengen en op te volgen en hierover jaarlijks te overleggen’. “Indien nodig zullen methodieken worden ontwikkeld om de wederkerigheid te bevorderen”, aldus Crevits.