De gruwelijke feiten dateren van eind april 2015. Het intussen door CBR opgeslorpte Inter-Beton was bijna negen jaar geleden volop bezig om de betoncentrale langs de Lodewijk de Raetstraat in Lommel te vernieuwen. Rond de middag liep de weegbrug door overbelasting van grind vast. Jurgen Emmers, die al sinds 2009 bij het bedrijf werkte op basis van interimcontracten, kreeg de taak om het grind op de transportband te trekken. Als gevolg van onder meer telefonische miscommunicatie werd de band te vroeg opgestart. Het slachtoffer had geen enkele kans. Met volle snelheid sleurde de band Emmers mee en de alleenstaande man zat geklemd. Het slachtoffer overleed onmiddellijk.

Vorige maand moesten de directeur, fabriekschef en projectleider zich voor de Hasseltse rechtbank verantwoorden voor onopzettelijke doding. Zij riskeerden boetes tussen 3.600 euro en 7.200 euro.

Geen noodstop en afscherming

Advocaat Bert Partoens, die optrad voor de moeder en broer van Jurgen Emmers, schetste tijdens de behandeling van de zaak dat er heel wat zaken zijn misgelopen. Hij duidde dat er geen noodstop was, maar ook geen afscherming van de band. “Helaas was er ook geen duidelijke richtlijn over de communicatie voor de opstart van de band. Een werknemer nam de telefoon op. Alleen begreep hij verkeerd dat de band opgestart mocht worden en niet dat hij zich klaar moest houden. Bovendien had die werknemer niet eens zicht op de band.”

Volgens de rechter kan echter niet nagegaan worden of een noodstop het leven van Jurgen Emmers had kunnen redden. Het niet plaatsen van een afscherming is volgens de rechtbank wel een cruciale fout van de projectleider. Maar ook Inter-Beton als rechtspersoon draagt hier mede de verantwoordelijkheid door het gebrek aan uitdrukkelijke procedures over de opstart van de bewegende delen, luidt het vonnis. Tot slot liep ook de communicatie mis, zoals aangehaald door Partoens. Ook een fout waarbij de rechtbank naar de projectleider kijkt.

Bij het bepalen van de straf voor de projectleider, hield de rechter rekening bij het ernstig overschrijden van de redelijke termijn. Zo dateert het dossier al van negen jaar geleden, waardoor de rechter louter een eenvoudige schuldigverklaring uitsprak.

Vrijspraak

De directeur van Inter-Beton blijft wel buiten schot. De rechter wijst in het vonnis op de interne taakverdeling, de structuur binnen het bedrijf en de aanstelling van een veiligheidscoördinator, waardoor de veiligheid door het bestuur niet uit het oog verloren werd. “Er blijkt niet dat een van de foutieve gedragingen veroorzaakt werd door een fout in het algemeen beleid van Inter-Beton”, stelt de rechter. Ook de fabriekschef treft geen schuld. “Het ongeval is gebeurd tijdens de ombouw van de betoncentrale. Uit het strafdossier blijkt niet dat beklaagde in die specifieke omstandigheden van ombouw nog een leidende functie had.” Beiden mannen kregen de vrijspraak.

Partoens vroeg een morele schadevergoeding van 30.000 euro voor de moeder, 7.000 euro voor de broer en de betaling van de begrafeniskosten, maar de rechter herleidde de bedragen tot 6.500 euro en 2.000 euro. De rechtbank heropent de debatten over de vergoeding van de begrafeniskosten op 6 mei.