Liesbet Sommen (CD&V)

‘Plusouders verdienen een statuut: het is een zorgrol die nergens mee te vergelijken valt’

Liesbet Sommen (CD&V) Voormalig Directeur Sociale Zaken bij diverse CD&v-vicepremiers

Plusouder zijn is een zoektocht, zo schrijft Liesbet Sommen uit eigen ervaring. De bijhorende worstelingen neem je er zonder probleem bij als je maatschappelijke erkenning krijgt voor de onmisbare rol die je opneemt. Daarom pleit ze voor een statuut voor de plusouder om zo duidelijkheid te scheppen en rechten en plichten af te bakenen.

Ik ben een plusouder. Dat is zo gekomen omdat de man van mijn dromen bij de start van onze relatie drie dochters meebracht uit zijn vorig huwelijk. Op dat moment waren ze 3, 5 en 6 jaar oud. Bij ons thuis staan ze genoegzaam bekend als “de meisjes”. We wonen inmiddels 8 jaar week om week samen.

Daarnaast ben ik ook mama. Drie jaar na de start van onze samenwoonst verwelkomden we een dochter en vervolgens een zoon – de kers op onze taart. Zij zijn nu 4 en 2,5 jaar en maken zonder meer de lijm uit van ons gezin. Wij vijven noemen hen “de kleintjes”.

Plusouder dekt voor mij de lading. De meisjes houden niet van het prefix “stief”. Ze beschouwen mij niet als een bedreiging, wel als een fijne aanvulling. Als een extraatje. Ouder klinkt voor mij ook beter dan mama, als het over de meisjes gaat. Hun mama ben ik emotioneel gesproken zeker niet, want ze hebben er al eentje waarvan ze heel veel houden. Hun ouder ben ik wel: ik sta mee aan het hoofd van ons gezin en zij erkennen mij ook als dusdanig. Ik bepaal mee het praktische verloop in ons gezin en dus van hun dagelijks leven als ze bij ons zijn.

Assepoester

Plusouder zijn is een zoektocht. Had je van tevoren geweten hoe het bij momenten zou zijn was je er misschien niet ingestapt, maar nu je erin zit wil je het ook niet meer kwijt. Kinderen opvoeden is altijd veel geven, of ze nu biologisch van jou zijn of niet. Mensen zeggen weleens dat je er zoveel voor terug krijgt. Bij biologische kinderen is dat inderdaad onvoorwaardelijk het geval. Als plusouder moet je daar echter hard aan werken. De relatie met je pluskind moet met vallen en opstaan worden opgebouwd.

De vertrekbasis van waaruit je dat doet is niet vanzelfsprekend. Het negatieve beeld ten opzichte van stiefouders, en dan vooral stiefmoeders, zit diep in onze cultuur geworteld. Denk maar aan de sprookjes van Sneeuwwitje en Assepoester. Als plusouder start je dus met een gekleurd beeld over je eigen rol en ben je bang dat ook anderen op die manier naar je zullen kijken. Met lood in mijn schoenen nam ik in ‘onze’ week deel aan school-en verjaardagsfeestjes van de meisjes, want ik voelde de afkeurende blikken, ingebeeld of niet. Was zij de echtbreekster? En later, toen ik zelf mama werd: behandelt zij de meisjes wel evenwaardig aan haar eigen kinderen?

Betreden paden ontbreken

De rol van plusouder baadt vandaag in onduidelijkheid. Er zijn heel wat zelfhulpboeken, maar die vertrekken vaak vanuit de eigen ervaringen van de auteur. En wie wil zelfhulp voor iets dat als positief zou moeten worden beschouwd? Je zoekt dus tegen wil en dank een rol. Maar je voelt aan dat er geen maatschappelijke bedding is waarin je mee kan drijven. Je vraagt je af of je pluskinderen, als je oud bent, nog zullen langskomen als je partner overleden is. Je hoopt dat de halfzussen-en broers goed zullen kunnen blijven opschieten als ze volwassen zijn. Dat er geen financiële discussies ontstaan bij het verdelen van de erfenis als wij ouders allebei tot stof zijn wedergekeerd. Op die vragen zoek je als individu een antwoord, maar een geëffend pad is er maatschappelijk niet.

Al deze worstelingen neem je er zonder probleem bij als je erkenning krijgt voor de rol die je opneemt. Dat hoeft in eerste instantie niet eens tastbaar te zijn. Maar laat ons wel wezen: de tienduizenden, zo niet meer dan honderdduizend plusouders in Vlaanderen nemen uit liefde en engagement een taak op in de opvoeding van onze kleinste medeburgers. Ze vormen mee de kern van de ‘village’ waarbinnen een kind wordt grootgebracht. De negatieve perceptie op plusouderschap en samengestelde gezinnen is onterecht, zo blijkt ook duidelijk uit onderzoek van Opgroeien.

Erkenning

Plusouderschap is een zorgrol die nergens mee te vergelijken valt, maar die wel aanleunt tegen andere vormen. Mantelzorgers zijn essentieel voor het omringen van zorgbehoevende buren, ouders of familieleden. Pleegouders nemen onbaatzuchtig (een deel van) de opvoeding over wanneer het de biologische ouders tijdelijk of definitief niet lukt. Mantelzorgers en pleegouders hebben, meer dan terecht, een statuut.

Dat statuut is op zichzelf een vorm van erkenning. Het begint met de gedachte dat een statuut gerechtvaardigd is, omdat plusouderschap gaat om een onmisbare rol in onze samenleving. Daarna wordt het statuut evolutief ingevuld met rechten en plichten. Zo heeft het statuut voor pleegzorgers duidelijkheid gebracht. De biologische ouder beslist over de fundamentele opvoedingskeuzes, tenzij hij of zij daarvoor niet bereikbaar is. De pleegzorger heeft het recht om dagelijkse beslissingen te nemen, zoals het uur waarop het kind gaat slapen en of het bij een vriendje kan gaan spelen. Pleegouders hebben nog geen ouderschapsverlof, maar wel andere types van verloven. Ook mantelzorgers hebben in het kader van hun statuut recht op zorgverlof.

Vanuit het belang van het kind

Een statuut voor plusouders is in mijn ogen altijd vrijwillig. Geen enkele situatie is immers te vergelijken. Het wordt alleen aangevraagd als de biologische -en plusouders hier nood aan hebben, in het belang van het kind. Het statuut kan een kader zijn om het gesprek aan te gaan wanneer er tijdens of na de scheiding behoefte is om de rol van de plusouder te verduidelijken.

Er kan in worden opgenomen welke beslissingen de plusouder wel en niet over de kinderen kan nemen. Dit kan rust geven voor alle partijen waardoor het kind minder kans loopt om in een situatie van vechtscheiding op te groeien. De filosofie van het statuut is dat het bijdraagt aan het welzijn van alle ouders van het kind, zodat het kind in een veilig en gelukkig gezin groot kan worden.

Het statuut kan ook de mogelijkheid bieden om een tweede adoptie toe te staan. Vandaag is het enkel mogelijk voor een van beide plusouders van een kind om het te adopteren. De eventuele plusouder uit het andere huishouden moet ook het recht kunnen krijgen dit te doen. Koen Geens (cd&v) diende hierover een wetsvoorstel in in de Kamer. Het statuut kan een aanleiding zijn om dit recht te openen.

Het statuut kan evolueren

Het statuut kan bovendien andere rechten geven aan de plusouder, bijvoorbeeld het delen van het ouderschapsverlof met (een van) de ouders. Dit kan natuurlijk alleen maar mits hun toestemming. Voor cd&v moet het opnemen van ouderschapsverlof door de plusouders in elk geval kunnen.

De rechten en plichten voor plusouders gekoppeld aan het statuut kunnen evolueren in functie van de maatschappelijke noden. Denk bijvoorbeeld aan een specifieke regeling over erfenisrechten. De aanvraag, het gesprek en het documenteren van het statuut kan gebeuren via een erkende echtscheidingsbemiddelaar, een advocaat of een notaris. Het agentschap Opgroeien kan een databank over plusouders met het statuut bijhouden.

Liesbet Sommen is voormalig Directeur Sociale Zaken bij diverse CD&V-vicepremiers (o.a. Kris Peeters). Ze is vrijwillig klimaatcoach bij KlimaatContact en kandidaat op plaats 2 van de Europese lijst van CD&V.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content