Iets minder extremisten op OCAD-lijst, "maar dreiging is niet gedaald"
Het voorbije jaar stonden nog 650 extremisten op de lijst van OCAD, de instelling die de dreiging in ons land analyseert. Dat is een lichte daling tegenover een jaar eerder. Toch ligt de gemiddelde dreiging van de mensen die nog op de lijst staan hoger, waarschuwt OCAD.
Sinds de aanslagen in 2016 verzamelt OCAD in de Gemeenschappelijke Gegevensbank (GGB) de namen en de beschikbare informatie over potentieel gevaarlijke individuen of groeperingen in ons land. In 2022 stonden er zo'n 700 mensen op die lijst, maar sindsdien is het aantal licht gedaald.
"In 2023 zijn zowat 80 individuen geschrapt uit de GGB, terwijl er een dertigtal nieuwe individuen bijkwamen", zegt OCAD-topman Gert Vercauteren. "Personen worden geschrapt uit de GGB wanneer duidelijk is dat ze geruime tijd positief evolueren en er geen negatieve elementen meer opduiken."
Vooral de online radicalisering bij jongeren, waaronder minderjarigen, vormt een grote uitdaging
Volgens Vercauteren is de daling te wijten aan het feit dat "de grootste impact van de Syriëcrisis achter de rug ligt". Toch wil hij waarschuwen voor voorbarig gejuich. "Dat betekent niet dat de dreiging automatisch daalt. Uit onze analyse blijkt dat de gemiddelde dreiging die uitgaat van de personen in de GGB licht is gestegen."
Onlineradicalisering
Bijna 9 op 10 mensen op de OCAD-lijst (88 procent) zijn te vinden in jihadistische hoek. 9 procent heeft te maken met rechts-extremisme en nog eens 2 procent met links-extremisme. Een veel kleiner groepje omvat dreigingen van mensen met anti-establishmentgevoelens of mensen die een link hebben met een bepaalde buitenlandse context.
Vercauteren waarschuwt nog dat "het werk nooit af is". "We mogen geen gas terugnemen in het delen van informatie noch in het plegen van overleg." Ook moeten we manieren vinden om extremistische propaganda tegen te gaan. "Vooral de online radicalisering bij jongeren, waaronder minderjarigen, vormt een grote uitdaging."