Frederik Delaplace besloot vorige week om de documentaire waarin slachtoffers van Bart De Pauw aan het woord komen voorlopig niet uit te zenden. Hij deed dat omdat er excuses van de tv-maker op til zouden zijn. Die beslissing lokte een storm van kritiek uit en dinsdag liet de VRT weten dat de docu toch zou worden uitgezonden. In een mededeling was sprake van een “grote inschattingsfout”.

Meyrem Almaci van Groen en Katia Segers van Vooruit ondervragen bevoegd minister Benjamin Dalle (CD&V) donderdag in de commissie Media van het Vlaams Parlement. Maar Almaci wil ook de CEO zelf horen. Ook Segers overweegt dat te vragen. “Al wil ik wel eerst het antwoord van de minister horen.”

De vraag wordt gesteund door leden van de meerderheid. “Er zijn antwoorden die de minister niet alleen kan bieden”, zegt een van hen. “De CEO moet zelf een tijdlijn komen geven. Als er op een avond tijd tweehonderd handtekeningen kunnen worden verzameld, is het toch duidelijk dat er nog een bepaalde mate van onveiligheid is bij de omroep.”

Karin Brouwers van CD&V vraagt zich vooral af of het directiecomité op de hoogte was van de beslissing. “Het lijkt er wel op dat Delaplace deze bevoegdheid had volgens het mediadecreet. Maar dan is er bijvoorbeeld nog altijd de vraag of hij de slachtoffers wel heeft ingelicht”, zegt ze.

N-VA houdt het bij een korte reactie. “Het zou kunnen dat de CEO een reden had om te doen wat hij heeft gedaan”, zegt fractieleider Wilfried Vandaele.