hoger onderwijs

Kwart studenten verlaat hoger onderwijs zonder diploma

Zo’n drie kwart van de meisjes die hun middelbareschooldiploma halen, begint aan het hoger onderwijs.© belga

De trend van de langere studieduur in het hoger onderwijs is nog lang niet gekeerd. Het aantal studenten dat na een jaar afhaakt, is in tien jaar tijd zelfs met bijna de helft gestegen. Op effecten van de ‘harde knip’ is het nog wachten.

Simon Tibo, Klaas Maenhout

Het aantal studenten dat verdwaalt in het hoger onderwijs blijkt bijzonder moeilijk bij te sturen. Terwijl in 2008 28 procent van de studenten het hoger onderwijs verliet zonder bachelordiploma, blijft dat cijfer tien jaar later op 26 procent hangen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van Statistiek Vlaanderen.

Het aantal studenten dat al na één jaar bachelorstudies afhaakt, is in tien jaar tijd wel met bijna de helft gestegen. Het ging om 16 procent van de studenten die startten in het academiejaar 2021-2022, tegenover 11 procent in 2008-2009. “Voor deze generatie moet je allicht ook corona in rekening brengen”, reageert Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA). “Dit zijn jongeren die het einde van hun secundair doorkruist zagen door gedwongen schoolsluitingen en ook geen normale start hebben gehad in het hoger onderwijs. We betalen op tal van vlakken een serieuze prijs voor de schoolsluitingen van toen.”

Vooral in de graduaatsopleidingen, die sinds 2019 georganiseerd worden door de hogescholen, kleuren de cijfers rood. Van de studenten die startten in 2019-2020, beëindigde liefst 41 procent van de studenten de opleiding vroegtijdig. 24 procent van hen stopte al na een jaar. Van de studenten die begonnen in 2021-2022, stopte 31 procent na een jaar. Ook het studierendement van studenten in graduaten volgt een neerwaartse trend. Terwijl startende studenten in 2019-2020 nog 65 procent van de opgenomen studiepunten wisten te verzilveren, was dat in 2022-2023 nog maar 60 procent.

Mijlpaalsysteem

Het is al langer bekend dat het Vlaamse hoger onderwijs te kampen heeft met een lange studieduur en een laag studierendement en die tendens lijkt nog niet meteen gestopt, blijkt uit de cijfers van Statistiek Vlaanderen.

Van de studenten gestart in 2008-2009 behaalde nog 36 procent hun bachelordiploma binnen de vooropgestelde termijn, in 2020-2021 was dat nog maar 29,5 procent. Een positieve opsteker: het studierendement steeg wél licht, van 61 procent in 2021-2022 tot 63 procent in 2022-2023. Al blijft het daarmee nog onder het niveau van 2019-2020, toen dat zo’n 67 procent bedroeg.

“Dit bewijst dat de harde knip meer dan op tijd komt”, aldus Weyts. Dat systeem houdt in dat iedere startende student alle vakken van het eerste jaar binnen de twee jaar met succes moet hebben afgerond. “Al jaren kijkt men met lede ogen naar de oplopende studieduur: nu doen we er eindelijk iets aan.”

De Vlaamse regering besliste eerder om dat mijlpaalsysteem, waarmee de KU Leuven in 2021-2022 begonnen is, over heel Vlaanderen uit te rollen. “Omdat de studenten die in september gestart zijn, de eersten zijn in het systeem, is er nog geen impact zichtbaar”, zegt Weyts.

Aan de KU Leuven wierp de harde knip zijn vruchten al af. 42,6 procent van de nieuwe studenten slaagde in 2022-2023 voor alle vakken in het eerste jaar. “Een lichte stijging ten opzichte van vorig academiejaar die ons na een dalende trend weer op het niveau van 2010 bracht”, klonk het bij de KU Leuven.

Over twee jaar bekeken gaat het om 61,8 procent van de eerstejaarsstudenten uit 2021-2022 dat slaagde voor alle vakken.

Meisjes stromen vaker door

De populairste academische opleidingen waren economische en toegepaste economische wetenschappen. In 2022-2023 werden in die richtingen zo’n 4.000 diploma’s uitgereikt, zowel bachelors als master. Daarna volgen rechten, notariaat en criminologische wetenschappen, waar iets meer dan 3.000 diploma’s werden behaald. Het studiegebied ‘industriële wetenschappen en technologie’ vervolmaakt de top drie met net geen 3.000 diploma’s.

Binnen de professionele bachelors gingen handelswetenschappen en bedrijfskunde met de hoofdprijs lopen, goed voor meer dan 6.000 afgestudeerden. De onderwijsbachelor volgt op een ruime afstand met nog geen 5.000 diploma’s en industriële wetenschappen en technologie sluiten het podium af met meer dan 4.000 afgestudeerde studenten.

Ook opvallend: meisjes stromen vaker door naar het hoger onderwijs dan jongens, ongeacht het opleidingsniveau van de moeder. Dat verschil is niet klein: terwijl 74 procent van alle meisjes die hun middelbareschooldiploma gehaald hebben, aan hogere studies begint, is dat bij de jongens slechts 59 procent.