Minister Lahbib: ‘De erkenning van de Palestijnse staat is louter symbolisch. Palestijnen verdienen beter’

Buitenlandminister Hadja Lahbib en Palestijnse president Mahmoud Abbas. © Belga
Lotte Lambrecht

De internationale gemeenschap denkt volop na over scenario’s voor na het oorlogsgeweld in Gaza. Maar hoe die er precies moeten uitzien? Niets is eenvoudig en weinig is duidelijk, zo bleek nog maar eens tijdens de driedaagse reis van minister Hadja Lahbib aan Israël en Palestina.

Alle fotografen die donderdag in Ramallah aanwezig waren bij de ontmoeting tussen de Palestijnse president Mahmoud Abbas en de Belgische minister van Buitenlandse Zaken Hadja Lahbib (MR) moesten een covidtest afleggen. Over de gezondheid van de 88-jarige president wordt goed gewaakt.

Abbas is al sinds 2005, na het overlijden van Yasser Arafat, de president van de Palestijnse Autoriteit (PA), het officiële bestuur van de bezette Palestijnse gebieden. De laatste parlementsverkiezingen in Palestina vonden wel in 2006 plaats, waardoor de democratische legitimiteit van de PA zo goed als onbestaande is. Ruim 90 procent van de Palestijnen ziet Abbas liever van het toneel verdwijnen. En dat lijkt hij ook zelf te willen. ‘Ik ben moe’, zei hij tijdens zijn onderhoud met minister Lahbib. De president is klaar om zich terug te trekken zodra er nieuwe verkiezingen komen. En het is zijn ‘vurige wens’ dat die er zo snel mogelijk komen – weliswaar na een staakt-het-vuren.

Na de oorlog

Zowel de Europese Unie als de Arabische landen broeden op een post-oorlogsplan voor de heropbouw van Palestina. Tijdens haar werkbezoek herhaalde Lahbib het Europese voorstel om een internationale conferentie te organiseren, onder leiding van het Belgische Europese voorzitterschap. Voorwaarde is dat alle partijen rond de tafel zitten. Hamas wordt wel uitgesloten van de gesprekken, benadrukte Lahbib: ‘Er kan geen sprake zijn van onderhandelingen met een groep die naar eigen zeggen uit is op de totale vernietiging van Israël.’

Een oplossing die vaak naar voren wordt geschoven is de unanieme internationale erkenning van een Palestijnse staat. Maar wat betekent dat? Het territorium van de Palestijnse gebieden hangt met spuug en plakband aaneen. Lahbib vergeleek het met ‘confetti van stukjes land’, dat ook nog eens onderbroken wordt door zo’n 560 checkpoints en wegversperringen. Er is geen sprake van een democratisch verkozen overheid, de PA is zwak en het parlement werd in 2007 tot nader order opgeheven. ‘De erkenning van een Palestijnse staat zou louter symbolisch zijn’, vindt Lahbib, ‘en daar heeft de Palestijnse bevolking geen enkele boodschap aan. Zij verdienen beter.’

Donderdag sprak de minister nog met verschillende Palestijnse middenveldorganisaties. En ook voor hen is de erkenning van de Palestijnse staat niet per se the way to go. Meer dan naar een eigen staat, snakken ze naar volledig burgerschap met volwaardige rechten, weg van de ‘apartheid die nu wordt gevoerd’. Ze willen het einde zien van de Israëlische bezetting en van de illegale kolonisering van de Westelijke Jordaanoever.

En wat met Gaza? Na maanden van bombardementen ligt de strook van 360 vierkante kilometer volledig in gruzelementen. Geschat wordt dat het herstel een slordige 70 miljard dollar zou kosten, de VN spreekt over ‘decennia aan heropbouw’.

De PA speelt geen enkele politieke rol meer in de Gazastrook, maar verkiezingen kunnen daar verandering in brengen. Abbas zei tegen Lahbib dat hij verkiezingen organiseren in de strook ‘mogelijk acht’, maar logistiek is dat gewoon onmogelijk. En mag Hamas, eventueel tegen voorwaarden, deelnemen aan zulke verkiezingen? Het zou niet de eerste maal zijn: ook het Ierse Sinn Féin, de politieke tak van de terroristische IRA, nam in de jaren negentig deel aan democratische verkiezingen. Hamas mag niet verboden worden, vonden de middenveldorganisaties waar Lahbib mee sprak, want wat verboden is, wordt net aanlokkelijker.

Politieke comeback

De ontmoeting tussen Abbas en Lahbib vond plaats op een kritiek politiek moment voor de Palestijnse Autoriteit. De nieuwe Palestijnse premier Mohammed Mustafa kondigde aan dat er zondag een nieuw kabinet komt dat hoofdzakelijk uit technocraten zal bestaan. Op die manier wil de PA het Palestijnse probleem ‘depolitiseren’.

De politieke veranderingen komen er op aandringen van onder meer de VS, die de PA performanter willen maken en voorbereiden op discussies over de toekomst van Palestina en Gaza. In de Gazastrook heeft de PA geen enkele zeggenschap meer sinds de oorlog tussen Hamas en Fatah, de partij van president Abbas. De jure zijn ze er nog leider, maar de facto is Hamas heer en meester. Vermoed wordt dat de hernieuwde PA ook enkele ministers uit Gaza zal bevatten. Want de PA koestert wel de ambitie om een politieke comeback in de Gazastrook te maken.

Is de herschikking van de PA louter cosmetisch? Mustafa is geen nieuw gezicht. Hij was een tijdlang minister van Nationale Economie en financieel adviseur van Abbas. Can we offer you more of the same?, schreef het Britse weekblad The Economist onder een foto van Mustafa met Abbas.

Straatarm

De Palestijnse Autoriteit is straatarm. Deels is dat te wijten aan de verregaande interne corruptie. Abbas’ zonen zouden geld dat toebehoort aan de Autoriteit verduisterd hebben, Mustafa dook op in de Panama Papers, enzovoort.

De Palestijnse economie heeft ook een serieuze klap gekregen. Sinds 7 oktober kunnen zo’n 200.000 Palestijnse gastarbeiders niet meer werken in Israël, waar ze pakken meer verdienden dan in Palestina. Volgens een rapport van de Wereldbank uit februari kromp de economie van de bezette Palestijnse gebieden met zo’n 22 procent. De werkloosheid bedraagt 29 procent.

En dan is er nog de Israëlische overheid, die sinds een akkoord uit 1990 verantwoordelijk is voor de inning van de Palestijnse importbelastingen, goed voor ruim 65 procent van de inkomsten van de PA. Israël weigert sinds 7 oktober om zo’n vierde van dat geld over te maken, want ‘het kan gebruikt worden om Hamas te financieren’. Als reactie weigerde de PA álle betalingen. Uiteindelijk werd er samen met de VS een compromis gevonden en wordt het geld nu op een Noorse rekening gestort. De PA krijgt dat geld nog altijd niet, maar accepteert wel de andere drie vierde van de belastingen.

Ondertussen in Israël

Buur-bezetter Israël speelt ook een belangrijke rol in de Palestijnse toekomstplannen. Sinds 7 oktober is het dreigingsgevoel in de Israëlische samenleving toegenomen en ligt de illusie van ongenaakbaarheid volledig aan diggelen. Hoe zal Israël zijn trauma verwerken? Gaat het verder op het pad van totale militarisering en radicalisering? Of evolueert het opnieuw richting openheid en kiest het toch voor vrede?

Ook de Israëlische economie lijdt onder de oorlog. Verschillende bedrijven verlieten het land, mede door de radicalisering van het politieke landschap en de invloed daarvan op de Israëlische instituties – denk maar aan Netanyahu’s poging om de macht van het Israëlische hooggerechtshof te fnuiken. Al die onzekerheid uit zich ook op persoonlijk vlak. Het gebruik van antidepressiva bij Israëli is toegenomen, een trend die al voor de oorlog aan de gang was.

Zolang Netanyahu in het zadel zit is er geen kans op verzoening. Maar misschien is het einde van zijn presidentschap dichter dan op het eerste zicht lijkt. De Israëlische politiek is de laatste dagen volledig in de ban van het dossier rond de legerdienst voor de Haredi, de ultraorthodoxe bevolking. Die groep, die 13 procent van de Israëlische bevolking uitmaakt en het snelst aangroeit, hoeft geen legerdienst te doen en krijgt financiële steun van de overheid voor zijn religieuze studie. Maar het systeem is onbetaalbaar geworden. Volgens het Israëlische Hooggerechtshof is de wet die dat uitzonderingsstatuut regelt discriminerend, ze vervalt op 1 april. De ultraorthodoxe politieke partijen in het oorlogskabinet van Netanyahu dreigden al met een vertrek uit de regering als de wet wordt aangepast.

Niets doen

Beide partijen zijn uitermate getraumatiseerd, elk door hun eigen geschiedenis – of dat nu de Naqba is, de Holocaust of 7 oktober. Pasklare antwoorden of kant-en-klare oplossingen zijn er niet. Wat wel buiten kijf staat, is dat niets doen geen optie is.

Want er dreigt een politiek vacuüm in Gaza. De VN-organisatie UNRWA, een belangrijke speler in de Gazastrook, ligt onder vuur. En Hamas wordt beetje bij beetje door Israël gedecimeerd – volgens de Israëlische regering werd een derde van Hamasleden, zo’n 13.000 man, gedood. Van die situatie kunnen gewapende milities handig gebruik maken, met alle chaotische gevolgen van dien.

De internationale gemeenschap wil de kwestie in handen nemen. En een pragmatisch plan kan oplossingen bieden. Maar het heeft tegelijkertijd ook valkuilen. Kan een plan dat volledig bekokstoofd werd boven de Palestijnse hoofden heen de harten en geesten veroveren van de Palestijnse bevolking, de Gazaanse in het bijzonder?

Partner Content