Klimgeit Laurens De Plus is klaar voor zijn Ronde-debuut: “Bernal zei me al dat hij dit ook eens wil doen”

Door die dramatische val in Dwars door Vlaanderen kreeg het enthousiasme richting zondag een flinke knauw, maar we bieden graag wat tegengewicht door Laurens De Plus aan het woord te laten. De 28-jarige Belgische klimmer haalde de selectie van INEOS Grenadiers en is door het dolle heen met zijn debuut in Vlaanderens mooiste.

“Het zat al in m’n hoofd sinds de winter”, vertelt De Plus. “Ik zat met een groot gat tussen de Ronde van Catalonië en de Waalse pijl, dus ik had me op de longlist laten zetten voor de Ronde van Vlaanderen. We zitten sowieso al niet dik in kasseimannen en toen Heiduk en Rowe uitvielen, zei de ploeg dat ik me klaar moest houden. Vorige week kreeg ik dan te horen dat ik in de selectie zat. Jammer voor de anderen uiteraard, maar ik was superblij. Naast renner ben ik gewoon ook een grote koersfan. En dit is een van de koersen die ik absoluut wilde afvinken. Dit is echt kicken.”

Veel ervaring met kinderkopjes heeft De Plus nochtans niet. Bij de junioren reed hij wel eens de Ronde – hij werd toen 51ste – en bij de beloften won hij met Gent-Staden een Vlaamse eendagswedstrijd, maar als prof? Het toenmalige Quick-Step Floors zette hem in zijn eerste jaren een keer in de GP Samyn of Nokere Koerse in, maar de focus ging heel snel naar klimkoersen. “Je moet kiezen, hè. Door mijn fysionomie ging ik logischerwijze voor de lange cols en het (grote)rondewerk. Veel kasseien heb ik niet meer gezien, behalve in de Tour van 2019, toen we over de Muur van Geraardsbergen reden, en in de BinckBank Tour datzelfde jaar, toen we naast de Muur ook de Bosberg over moesten.”

“Ik heb al veel berichten gehad van mensen die zeggen dat ze mij willen uitspelen in hun pronostiek, maar dan denk ik: da’s verloren geld” (lacht)

Laurens De Plus

Renner INEOS Grenadiers

Het moet wel gezegd: hij maakte daar indruk. In die rit werd hij derde, vlak na Oliver Naesen en Greg Van Avermaet, en daardoor werd hij ook eindwinnaar. “Dat ging zeker goed, ja, maar dat is toch een ander verhaal. Het was in de zomer, in goeie omstandigheden, ik had net de Tour in m’n benen en het was ook al dag zeven van die ronde – iedereen zat op de limiet. In de Ronde van Vlaanderen gaat iedereen fris aan de start komen. Misschien kan ik verrassen, maar je moet me zeker geen dark horse noemen of zo. Ik heb al veel berichten gehad van mensen die zeggen dat ze mij willen uitspelen in hun pronostiek, maar dan denk ik: da’s verloren geld.” (lacht)

Wat met Roubaix?

De Plus wil zich vooral amuseren. “Ik ga keihard mijn best doen en proberen om mijn neus aan het venster te steken. Dat kan, want er is niet echt een hiërarchie in onze ploeg. We moeten de tactiek nog bespreken, maar anticiperen en met een goed groepje op tijd vertrekken lijkt me een goed plan. Victor Campenaerts stuurde al dat hij geïnteresseerd is. (grijnst) Het zal natuurlijk vooral ook afhangen van de benen, maar het feit dat er de laatste jaren heel wat klimmers ook de finale hebben gekleurd – Pogacar op kop – geeft goeie moed. Ik ben ook overtuigd: zet Bernal op de kasseien met zijn huidige conditie en die raakt ook ver, zeker omdat de Ronde zo lang en zwaar is. Ik had het er met hem nog over in Catalonië. ‘Misschien moet ik dat ook ooit eens doen’, zei hij.”

Benieuwd waar De Plus straks eindigt, maar ook wat hij nóg allemaal wil afvinken. “Parijs-Roubaix, hè”, zegt hij lachend. “Nee nee. Enfin, nu toch niet, want ik moet ook nog een beetje denken aan de Tour. Maar later, waarom niet. Milaan-Sanremo wil ik ook ooit rijden. Nu eerst focussen op de Ronde. Ik kijk er echt naar uit, ook omdat we dicht bij mij thuis in Denderleeuw passeren.” En om terug te keren naar het begin: vooral ook hopen dat hij zelf niet tegen de grond gaat, zodat zijn Tour niet in het gedrang komt.. “Tja, ik heb er zelf al genoeg bij gelegen om te weten dat dat kan gebeuren. In elke koers en op elke training. Maar chapeau aan de organisatie dat ze zo veel mogelijk doet om de risico’s te verkleinen.”