Nieuw op 1 april: nieuwe voorrangsregels in kinderopvang en het minimumloon stijgt boven 2.000 euro bruto 

Een nieuwe maand, nieuwe regels. Zo veranderen de voorrangsregels in de gesubsidieerde kinderopvang in Vlaanderen (ten voordele van ouders die minstens vier vijfde werken of een opleiding volgen) en stijgt het minimumloon voor het eerst boven de 2.000 euro. Ontdek hieronder wat er nog allemaal verandert.

Nieuwe voorrangsregels in kinderopvang geven voorrang aan werkende ouders

In de gesubsidieerde kinderopvang in Vlaanderen treden vanaf 1 april nieuwe voorrangsregels in werking. Kinderopvanguitbaters zullen nog slechts maximaal 10 procent van hun plaatsen kunnen voorbehouden voor kinderen uit kwetsbare gezinnen. Tot nu toe was een verplichting van 20 procent van kracht. Op die manier wil de Vlaamse regering voorrang geven aan ouders die minstens vier vijfde werken of een opleiding volgen.

"Als basisregel geldt dat je als organisator voorrang geeft aan gezinnen waarvoor kinderopvang noodzakelijk is om te werken of om een opleiding met het oog op werk te volgen", zo staat in een infodocument van Kind en Gezin.

Heel wat organisaties binnen en buiten de kinderopvang tonen zich kritisch over de nieuwe regels. Ze vrezen dat hierdoor de ongelijkheid nog verder zal worden versterkt en onder anderen ouders in armoede uit de boot zullen vallen. Een twintigtal organisaties heeft op 20 maart aangekondigd naar het Grondwettelijk Hof te stappen om klacht in te dienen tegen de nieuwe voorrangsregels.

Minimumloon stijgt boven de 2.000 euro bruto

Op 1 april verhoogt het minimumloon in ons land, en gaat het voor het eerst boven de 2.000 euro bruto. Volgens de christelijke vakbond ACV zien zo 80.000 werknemers hun loon verhogen.

De verhoging werd afgesproken tijdens de interprofessionele onderhandelingen voor de periode 2021-2022. Een eerste verhoging vond plaats op 1 april 2022, met 76,28 euro. 

Een tweede verhoging van het minimumloon volgt nu. Het minimumloon wordt opgetrokken met 35,7 euro bruto per maand. "Het nieuwe minimumloon bedraagt dan 2.029,88 euro per maand", zo legt de christelijke vakbond ACV uit. 

Netto houden werknemers nog iets meer over: 50 euro. Ook de fiscale werkbonus wordt immers opgetrokken.

Op 1 april 2026 wordt het minimumloon nog eens opgetrokken, opnieuw met 35,7 euro.

Leurkaart wordt afgeschaft

De leurkaart, die verplicht is voor onder meer huis-aan-huisverkopers en verkopers op markten, wordt vanaf 1 april afgeschaft in Vlaanderen. De afschaffing maakt deel uit van een Vlaams decreet dat de regels rond ambulante handel en kermisactiviteiten actualiseert.

Het decreet moet lokale besturen onder meer extra hefbomen geven om in te spelen op nieuwe consumententrends en nieuwe commerciële kansen op het vlak van markten en kermissen. Volgens minister van Werk Jo Brouns (CD&V) past de ingreep ook in de administratieve vereenvoudiging. 

De leurkaart was onder meer verplicht voor deur-aan-deurverkopers. "Door een correcte inschrijving in de KBO (Kruispuntbank voor Ondernemingen, red.) volstaat evenwel een check van de KBO om te weten of die ondernemer ambulante of kermisactiviteiten kan uitoefenen", is de uitleg in het decreet.

Einde van klassieke stookolie 50S

De klassieke stookolie 50S verdwijnt vanaf 1 april uit de markt. In de plaats komt een milieuvriendelijkere - maar iets duurdere - variant met minder zwavel.

De 50S verwijst naar het maximum toegestane zwavelgehalte: 50 ppm (parts per million) of 0,005 procent. In de plaats komt stookolie 10S, of huisbrandolie met maximaal 0,001 procent zwavel. Hoe minder zwavel, hoe beter voor het milieu. De verlaging van het zwavelgehalte is overigens al jaren bezig.

In de praktijk zullen consumenten niks merken van de nieuwe brandstofnorm. Veel brandstofhandelaars boden de nieuwe soort al aan. De voorraden van de oude variant 50S raakten immers uitgeput.

Wel zal de huisbrandolie met minder zwavel iets duurder zijn: zowat 36 euro op een bestelling van 2.000 liter.

'Terug Naar Werk'-fonds begeleidt mensen na ontslag wegens medische overmacht

Mensen die ontslagen werden wegens medische overmacht en arbeidsongeschikt zijn, kunnen vanaf 1 april een beroep doen op het 'Terug Naar Werk'-fonds. Dat moet hen de mogelijkheid bieden om via bijvoorbeeld loopbaanbegeleiding en gepersonaliseerde coaching een nieuwe job te vinden.

Het fonds is opgezet door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv). Werkgevers die het contract van een arbeidsongeschikte medewerker beëindigen wegens medische overmacht, moeten 1.800 euro storten in het fonds.

De mensen die ontslagen werden, kunnen zich wenden tot het Riziv en kunnen dan een voucher krijgen ter waarde van 1.800 euro. "Ze kunnen die gebruiken om een gespecialiseerde dienstverlening op maat aan te kopen bij een erkende dienstverlener", aldus het Riziv. "Via onder andere loopbaanbegeleiding en gepersonaliseerde coaching krijgen ze nieuwe perspectieven om terug te keren naar de arbeidsmarkt, binnen hun mogelijkheden."

Vanaf 1 april 2025 zullen werknemers en werkzoekenden die langer dan een jaar arbeidsongeschikt zijn, ook een beroep kunnen doen op het 'Terug Naar Werk'-fonds.

Ruim 130 huisartsen kiezen voor nieuw financieringsmodel

Meer dan 130 huisartsen stappen op 1 april in een nieuw financieringsmodel, waarbij ze in verhouding minder inkomsten halen uit raadplegingen, maar meer uit vaste financiering per patiënt en premies zoals voor de aanwerving van verpleegkundigen.

Volgens het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (Riziv) hebben 122 huisartsen in groepspraktijken en 12 huisartsen in solopraktijken zich aangemeld voor het nieuwe model, new deal genaamd. 

"Huisartsen leveren vandaag heel goed werk, maar ze hebben soms te weinig tijd om in te zetten op preventie en een proactieve opvolging van hun patiënten", zei federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) eerder. "Het huidige prestatiefinancieringsmodel (met een vergoeding per patiëntencontact, red.) geeft hen daartoe te weinig ruimte."

Het nieuwe model moet daaraan tegemoetkomen. 'New deal'-huisartsen zullen dus een lager bedrag krijgen per raadpleging of huisbezoek, maar ze zullen een hogere vaste vergoeding krijgen per patiënt van wie ze de vaste huisarts zijn. Op die manier wordt het werk buiten de rechtstreekse patiëntencontacten beter gehonoreerd.

Het totale inkomen zal gemiddeld genomen niet veranderen, maar de vaste vergoeding maakt het inkomen stabieler, zegt minister Vandenbroucke. Dat moet ruimte bieden om bijvoorbeeld patiënten tussentijds op te volgen en tijd te maken voor complexere patiëntenproblemen, samen te werken met andere zorgverleners en ondersteuning te geven aan de medewerkers in de praktijk.

Het nieuwe model voorziet daarnaast in extra premies voor de aangesloten huisartsenpraktijken, onder meer indien ze een verpleegkundige aanwerven voor de praktijk. En er is een premie om de praktijk te beheren. 

"Het is te verwachten dat de verhoogde inzet op preventie en een proactieve opvolging van patiënten het aantal acute problemen zal verminderen", aldus nog Vandenbroucke. "Dat is goed voor de gezondheid van de bevolking, maar laat ook toe dat een huisarts meer patiënten opvolgt en dat hij zich toelegt op waarvoor hij echt is opgeleid; en dit in samenwerking met andere zorgverleners."

Ondanks verzet van werkgevers gaat individuele leerrekening van start

Vanaf 1 april wordt de 'federal learning account', oftewel de individuele leerrekening, gelanceerd. Het gaat om een online registratietool waarin alle opleidingen die aan elke werknemer worden aangeboden, moeten worden geregistreerd. 

De federale leerrekening is een uitloper van de zogenoemde arbeidsdeal die de regering-De Croo overeenkwam. Die schrijft onder meer voor dat ondernemingen moeten voorzien in een opleidingsplan en voert een individueel opleidingsrecht van vijf dagen per jaar in het leven. Daar komt binnenkort dus een federale leerrekening bij. Die moet werknemers informatie bieden rond opleidingen en hen toegang geven tot hun individuele leerrekening en tot nuttige informatie over gevolgde opleidingen. De achterliggende idee is dat opleidingen en levenslang leren steeds meer aan belang winnen in de snel veranderende arbeidsmarkt.

Na een proefperiode krijgen werknemers in het najaar van 2024 toegang tot de applicatie. De applicatie wordt uitgerold op federaal niveau. Ook werkt minister van Economie en Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) aan een samenwerkingsakkoord met de deelstaten, die ook bevoegdheden hebben op vlak van onderwijs en opleiding, legt zijn woordvoerder uit. "Het ontwerp werd op federaal niveau en door het Waals Gewest reeds goedgekeurd. De andere deelstaten volgen binnenkort", klinkt het.

De werkgevers zijn echter niet te vinden voor de plannen. "Het evenwicht tussen inspanning en resultaat is volledig zoek", lieten werkgeversorganisaties als VBO, Unizo, Voka en Boerenbond eerder weten. Ze hekelen onder meer "de gebrekkige en onvolledige voorbereiding, de onbeantwoorde vragen, niet-uitgeklaarde onduidelijkheden, het niet respecteren van het 'only once'-principe, een weinig succesvol proefproject en de minimale terugkoppeling naar de sociale partners". Ze spreken bovendien van een "onuitvoerbare bijkomende administratieve verplichting voor de ondernemers".  

Archief van justitie wordt stapsgewijs digitaal

De papieren archieven van justitie kunnen vanaf 1 april stapsgewijs gedigitaliseerd worden. Een digitaliseringswet laat namelijk toe dat de dossiers voortaan digitaal worden bijgehouden.

Door de nieuwe maatregel kunnen strafdossiers voortaan volledig digitaal worden opgesteld en bewaard, waarbij er dus geen papieren stukken meer aan te pas komen. Dat maakt ook een digitaal archiefbeleid mogelijk. Zo zal er bij de hoven en rechtbanken, maar ook bij de parketten, minder nood zijn aan opslagruimte en manueel archiveerwerk. 

Bestaande archieven worden niet gedigitaliseerd. Maar door het geleidelijk verstrijken van de bewaartermijnen - dertig jaar voor assisenzaken en twintig jaar voor correctionele zaken - zullen er jaar na jaar wel bijkomende kilometers aan archief worden vernietigd. 

De bedoeling is dat er op termijn geen papieren dossiers meer in de kelders van de rechtbanken en hoven liggen. Historisch waardevolle archieven zullen voor blijvende bewaring wel nog altijd worden overgebracht naar het Rijksarchief.

Momenteel beschikt justitie nog over vele tientallen kilometers aan archief. Het kost enorm veel tijd en ruimte om alles te bewaren en bovendien zijn er op verschillende plaatsen problemen met schimmelvorming.

Meest gelezen