‘Duurzaam zijn is sowieso een concurrentieel voordeel’: Groenteverwerker Groep Verduyn is een pionier in duurzaamheid

Lies Vanderschaeghe, CEO Groep Verduyn. © Emy Elleboog
Benny Debruyne
Benny Debruyne Redacteur van Trends

De 140 medewerkers van de West-Vlaamse groentespecialist Groep Verduyn noemen zichzelf the kings and queens of carrots, op hun blauwe bedrijfstruien prijkt een oranje kroon met drie wortels. Met Lies Vanderschaeghe haalde de familie Verduyn anderhalf jaar geleden de eerste externe CEO binnen. “Ik heb de complexiteit van de sector onderschat.”

Groep Verduyn, in 1950 opgericht door Gaston Verduyn, is groot geworden met het wassen, sorteren en verwerken van wortelen. De oranje peentjes zijn nog altijd goed voor 65 procent van de omzet, die volgens het handelsinformatiebedrijf Trends Business Information per 30 juni 2023 67,8 miljoen euro bedroeg. Naast wortelen verwerkt Groep Verduyn ook ook prei, knolselder, kool en broccoli. Zowat tweehonderd landbouwers uit België, Frankrijk en Nederland leveren groenten aan het bedrijf.

Onder de tweede generatie, het koppel Daniël en Rita Verduyn, groeide de groep uit tot een Europese speler, die duurzame keuzes maakte in een tijd dat een term als ESG (Environmental, Social, Governance) nog niet bestond.

Ondertussen staat de derde generatie aan het roer. Zij haalde met Lies Vanderschaeghe anderhalf jaar geleden de eerste externe CEO binnen, met een achtergrond in businesstransformatie, finance en IT. Zij moet de groei ondersteunen met een performante structuur en gefocuste strategie. Co-CEO Alexander Verduyn focust op de commercialisering en de landbouw. Zijn vrienden noemden hem king of carrots, een titel die het bedrijf zich als geuzennaam toe-eigende. Zijn broer Nicolas Verduyn speelt een commerciële rol en leidt Agricolas, een boerderij waarmee de groep na lange tijd weer zelf groenten produceert. Door zelf te telen begrijpt het bedrijf de landbouwers beter. Zus Valerie Verduyn gaf haar operationele rol op, om zich op haar eigen modebusiness te concentreren, en blijft betrokken niet-uitvoerend bestuurder. Naast het hoofdkantoor in Kortemark, heeft Verduyn een bewaarafdeling in het Waalse Borgworm en een bewaarafdeling en commercieel kantoor in het Noord-Franse Wancourt. In Kapellen bevindt zich het dochterbedrijf Puragro, dat ‘misvormde’ groenten verwerkt in soepen en sappen.

U bent nu anderhalf jaar CEO in een voor u nieuwe sector. Was het een moeilijk begin?

LIES VANDERSCHAEGHE. “Ik moest enorm veel leren, maar moeilijk is het niet geweest. Ik voelde me hier heel snel thuis. Ik ben de eerste externe CEO, dus dat is altijd wel een beetje een proces. Alexander was vroeger alleen CEO en zocht een externe CEO die zijn tegenpool zou zijn.

“Ik heb wel de complexiteit van de sector onderschat. Ik werkte voor Stow (opslag- en steigersystemen, nvdr). Je kan daar wel eens een voorraadbreuk hebben, maar of het nu regende of sneeuwde maakte niets uit. Bij Verduyn zijn er zoveel externe elementen dat er altijd wel eentje in beweging is. Ook de regelgeving is ingewikkeld. Je moet ervoor zorgen dat je organisatie wendbaar genoeg is, zodat je je altijd kan aanpassen.”

Groep Verduyn is in de landbouwsector een pionier op het gebied van duurzaamheid, lang voor de klimaatopwarming op de politieke agenda kwam. Was het waterbeheer de eerste stap?

VANDERSCHAEGHE. “Daniël Verduyn was op dat gebied visionair. Het regenwater dat we gebruiken om de aarde van de wortelen te wassen, wordt afgevoerd in een aparte afvalstroom en gezuiverd in een systeem met zeven, pompen, bochten en membranen. Daarna wordt het water nog eens microbiologisch behandeld. Dat gezuiverde water kan dan weer naar het gesloten circuit om wortelen te wassen. We hergebruiken dat water zo lang mogelijk en verversen het te gepasten tijde. We hebben daarvoor twee grote waterbekkens. Drinkwater gebruiken we enkel nog voor het deel van onze productie waarvoor we geen gezuiverd water mogen gebruiken. Met buurbedrijf Wienerberger bekijken we of we geen insijpel- en regenwater uit zijn groeve kunnen gebruiken. We hebben ook overal weerstations die ons data verschaffen, en we gebruiken sensoren om te weten hoeveel het heeft geregend of hoe vochtig de grond is. Zo kun je de planten op de juiste momenten de juiste hoeveelheid water geven. Zo vermindert ons waterverbruik. Dat is belangrijk, want er is steeds minder water beschikbaar.”

‘We helpen telers hun rendement te verhogen door samen met hen na te denken over innovaties’

Lies Vanderschaeghe, CEO Groep Verduyn

In hoeverre is zo’n systeem ook een concurrentieel voordeel?

VANDERSCHAEGHE. “Het is sowieso een concurrentieel voordeel als je duurzaam bent. Onze klanten willen groenten uit de korte keten. We hebben drie types klanten. Aan supermarkten leveren we onder andere wortelen en bloemkolen. Daarnaast is er de foodservice: als je in de winkel een slaatje met geraspte wortelen koopt, dan leveren wij daarvoor het tussenproduct. Het derde type is de industrie, zoals diepvries- en conservenfabrikanten. Die drie klantengroepen hebben verschillende eisen en normen op het gebied van duurzaamheid.”

Hoe heeft Verduyn zijn energieverbruik verduurzaamd?

VANDERSCHAEGHE. “Heel klassiek, door zo veel mogelijk over te schakelen op hernieuwbare energie. Elke centimeter dak is bedekt met zonnepanelen. We bekijken nu of we daarvoor ook de daken van bedrijven in de buurt kunnen gebruiken. Met de buurt onderzoeken we ook de mogelijkheden van windenergie. Dat is een project van langere adem, omdat de regelgeving dat beperkt. Eén windmolen bouwen kan bijvoorbeeld niet, het moeten er meteen drie zijn. Hoeveel capaciteit leveren die? Kan de buurt die energie ook gebruiken? Die dingen onderzoeken we. Ondertussen doen we energieaudits, om energie te besparen. Het gaat om kleine dingen, zoals overal ledverlichting installeren of overschakelen naar meer duurzame technieken. We proberen zo weinig mogelijk te verbruiken. Het kan zijn dat we gaan voor een iets duurdere oplossing, omdat we er minder afval door hebben.”

Werken de landbouwers die aan uw leveren, exclusief voor u?

VANDERSCHAEGHE. “Neen. Een van onze speerpunten voor kwalitatieve, duurzame landbouw is dat je bij het telen moet roteren. Dat is belangrijk in de regeneratieve landbouw (landbouwvorm die de bodem verbetert, nvdr). Op een perceel kan je maar één keer om de zeven jaar wortelen verbouwen. Landbouwers telen ook gewassen die wij niet afnemen, zoals aardappelen. We moeten dus telkens weer aan de telers vragen of wortelen telen past in hun rotatieplan. Weinig telers werken dus exclusief voor ons, maar we hebben langetermijnrelaties met onze leveranciers, bij wie we een vast onderdeel in hun rotatieplan zijn. Met Agricolas, een eigen teeltbedrijf, bewerken we nu weer 200 hectare zelf, vooral in Frankrijk. Zo is Verduyn destijds ook begonnen. Gaston Verduyn teelde zelf wortelen en begon op een bepaald moment met de verwerking ervan. Doordat we nu weer zelf een landbouwtak hebben, houden we voeling met de realiteit van onze telers.”

Uit het publieke debat naar aanleiding van de recente boerenbetogingen, blijkt telkens weer hoe weinig boeren vaak betaald krijgen voor hun producten. Wat is uw mening daarover?

VANDERSCHAEGHE. “Als verwerkende partij staan we tussen de telers en onze klanten in, en hebben we een rol te spelen om de eisen van de klanten te koppelen aan die van onze telers. Sommige van onze klanten leggen de lat op het gebied van duurzaamheid hoger dan Europa eist. Een van die klanten is een supermarktketen die ons een correcte prijs betaalt, zodat wij de telers een correct prijs kunnen geven.

‘De boeren zijn de eersten die de klimaatopwarming voelen. Ik voel bij hen veel bereidheid om mee na te denken over oplossingen’

Lies Vanderschaeghe, CEO Groep Verduyn

“Daarnaast helpen we telers ook hun rendement te verhogen door samen met hen na te denken over innovaties. Een voorbeeld is een robot die over de velden beweegt en dankzij artificiële intelligentie de wortels van onkruid onderscheidt. Zo kun je de wortels met voedingsstoffen besproeien zonder dat je ook het onkruid voedingsstoffen geeft. Pesticiden worden dan enkel op het onkruid gebruikt, waardoor het rendement van de teler verhoogt. We deden al proeven met die technologie, en hebben ze nu samen met telers gekocht.”

U verwees daarnet naar regeneratieve landbouw, die de bodem verrijkt in plaats van uitput. Wellicht werken niet al uw telers regeneratief?

VANDERSCHAEGHE. “Het beeld van landbouwers is soms te negatief. Veel landbouwers hebben geïnvesteerd in duurzaamheid. In het stikstofdebat gaat het vooral om landbouwers die actief zijn in veeteelt, voor de groentekwekers is de impact van het stikstofdecreet iets minder groot. Toch worden zij vaak negatief afgeschilderd in de media. Wij hebben telers die investeerden in lagedrukbanden, om ervoor te zorgen dat de bodemstructuur beter intact blijft, wat belangrijk is in regeneratieve landbouw. Maar het klopt dat niet iedereen ermee bezig is, ten eerste door de dure investeringen, ten tweede omdat je als landbouwer niet alles zelf kan uitzoeken. Op een beurs zag ik wel honderd verschillende robotarmen. Hoe weet je dan welke je moet kiezen? Veel mensen zien door de bomen het bos niet meer, en zijn daarom terughoudend. Als tussenpersoon zijn wij ideaal geplaatst om daar een rol in te spelen. De boeren zijn de eersten die de klimaatopwarming voelen. Ik voel bij hen veel bereidheid om mee na te denken over oplossingen, maar de vraag is op welk manier en hoe snel. Regeneratieve landbouw kost ook tijd. Er komt veel af op landbouwers, en er is veel administratieve rompslomp. Opvolging en administratie moeten er zijn, maar het kan veel efficiënter.”

Puragro in Kapellen bestaat nog maar vier jaar. Waarom is het ontstaan?

VANDERSCHAEGHE. “Puragro is een joint venture die sappen en soepen maakt. Zo kunnen we misvormde, lelijke groenten waar helemaal niets mis mee is, gebruiken in soep. Zo geven we een van onze nevenstromen een tweede leven. De eerste soepen komen binnenkort in de supermarkt. We onderzoeken nog meer ideeën om reststromen een tweede leven te geven.”

U gaat ook uitbreiden in Frankrijk, wat bent u van plan?

VANDERSCHAEGHE. “Ik kan er nog niet veel over vertellen, maar we willen productie starten in Frankrijk. Voor ons wordt dat een grote mijlpaal. Wat duurzaamheid betreft, willen we de vergunning voor ons waterbekken indienen. Dat zijn de twee grote projecten waar we nu onze pijlen op richten.” z

Bio
38 jaar
2007: Master handelswetenschappen (HoGent), begint als auditor bij Grant Thornton
2011: Gaat aan de slag bij Matexi als controller, waar ze opklimt tot business architect
2019: Integration manager Stow Group
2022: CEO Groep Verduyn

Neemt u deel aan de derde editie van de Trends Impact Awards?
Van 21 maart tot 26 mei kunnen bedrijven – van start-ups tot multinationals – een project inschrijven voor de derde editie van de Trends Impact Awards. Dat zijn de duurzaamheidsprijzen die Trends organiseert in samenwerking met twee partners: het consultancybedrijf PwC en de businessschool Antwerp Management School. U kunt projecten inschrijven in acht categorieën: ecologie, circulaire economie, diversiteit & inclusie, technologie, welzijn, klimaat & energie, mobiliteit en veerkrachtige economie. Als de jury uw project kiest, volgt een verdediging voor die jury. De winnaars worden bekendgemaakt tijdens een event. Zij mogen zich ‘Most sustainable company’ noemen.

www.trendsimpactawards.be

Lees ook:

Partner Content