Direct naar artikelinhoud
Portret Joost Klein (26)

‘Als je zo’n uitbundige set speelt en je publiek toch zó diep kunt raken: dat zegt veel over het type artiest dat je bent’

‘Als je zo’n uitbundige set speelt en je publiek toch zó diep kunt raken: dat zegt veel over het type artiest dat je bent’
Beeld Ruud Janssen

Muzikant of dichter? Hakker of gevoelige ziel? Pop-extremist, absurdist of viezentist? Of alles tegelijk? Succes en envergure van Joost Klein (26) groeien al jaren, en sinds ‘Europapa’ is er helemaal geen houden meer aan. Hoe is dat begonnen, waar gaat dat eindigen en vooral: wat doet ‘de liefste mens van de pop’ (dixit bijna alle getuigen) zo goed? Samen met bekende liefhebbers, Joost-watchers en compagnons de route ontleden we de succesformule. Geen klein bier: de 7 belangrijkste troeven van Joost.

Behalve de Nederlandse Eurovisiesongfestival-hoop is ‘Europapa’ ook een clevere ode aan het continent én een gelaagde liefdesverklaring aan zijn vader, die bezweek aan de gevolgen van kanker toen Joost 12 jaar was. Eén jaar later stierf zijn moeder na een hartstilstand. Klein is een wees en daar zingt hij ook over, maar tegelijk bewijst hij graag – en vaak, en overtuigend – dat hij nog veel méér is. Op het VPRO-platform 3voor12 zei hij daarover: ‘Vroeger was ik in de media altijd ‘het weeskind’. Wel, ik heb nog liever dat je me vollédig afkraakt dan dat het enkel draait om de verheerlijking van een zielig verhaal.”

1. Zijn grote dromen: ‘Boysband’

In ‘Albino’ zong Joost: ‘Ik ben in België voor een show / op Pukkelpop 2019 / let’s go!’ Dat kwam de organisatie ter ore, waarna Klein werd uitgenodigd om écht in Kiewit op te treden: opdracht volbracht. Zijn leuze – ‘Joost Klein, droom groot’ – kan niet door marketeers zijn bedacht, want ze is hem op het lijf geschreven. Hij legt zichzelf almaar grotere doelen op en doet vervolgens alles wat hij kan om die te bereiken. Zo nam Joost vorig jaar op geheel eigen initiatief deel aan De slimste mens ter wereld.

Jonas Vanden Bempt (eindredacteur): “Joost had zijn vriend Acid in De slimste mens aan het werk gezien, en hij wilde ook weleens meedoen. Nu, het gebeurt soms dat we spontane sollicitaties krijgen, maar die komen nooit van mensen die zó bekend zijn. Bovendien is het altijd een manager die contact opneemt. Niet zo bij Joost: hij stuurde ons gewoon zelf een berichtje via Instagram. ‘Mag ik volgende keer?’ (lacht)

”We hebben hem dan maar uitgenodigd voor een cafétest, want Joost in een quiz: we wilden eerst eens zien wat dat zou geven. Hij is iemand die soms, euh... nogal moeilijk in te schatten valt. Die avond moest hij het toevallig opnemen tegen Gustaph en de Sint-Niklase rapper K1D, en de dynamiek van dat trio was ongelooflijk. Het werd een superfijne avond, we hebben ze uiteindelijk alle drie gevraagd om deel te nemen. Ze zouden samen een fantastische boysband kunnen vormen: de keigoeie zanger, de coole rapper en de zot die tot de verbeelding spreekt (lacht).”

Erik Van Looy: “Het typeert Joost dat hij helemaal naar België wilde rijden voor een cafétest, en dat terwijl hij toen al een veel groter fenomeen was dan wij hier vermoedden. Maar als hij z’n zinnen op iets heeft gezet, is geen moeite hem te veel.”

Typerende Joost-quote: ‘Ik repeteer tot mijn onderbroek nat is van het zweet.’ Hij lijkt ook altijd enkele stappen vooruit te denken.

Van Looy: “Als hij kans wil maken om het Eurovisiesongfestival te winnen, moet hij nu alvast een paar landen voor zich winnen. Dat weet hij: daarom zat hij in De slimste mens, treedt hij op in Duitsland... Zelfs in Polen is ‘Europapa’ een hit.”

Wat wordt zijn volgende doel?

Van Looy: “Geen idee. Ik denk ook niet dat je een antwoord zult krijgen als je ’t hem vraagt, want hij laat niet zo snel in zijn kaarten kijken.

“Wat ik wel weet, is dat hij heel positief in het leven staat. Vriendelijk ook: als ik hem een bericht stuur, antwoordt hij altijd binnen de vijf minuten. En dat voor een wereldster! Maar ik hoor dat hij even lief is voor álle fans die hij ontmoet.”

Vanden Bempt: “Zijn afscheidsrede in De slimste mens ging als volgt: ‘Belgen, ik zal jullie nooit vergeten. Jullie hebben me in je hart gesloten.’ (lacht)”

2. Zijn perfectionisme: ‘Poepeloerezat’

Joost is excentriek, maar niet gek: de teugels van zijn imago heeft hij zelf in handen, en hij houdt ze bijzonder strak. De filmpjes uit zijn beginperiode als youtuber zijn inmiddels nergens meer te vinden, hij verklapt nooit waar hij woont – ‘Helemaal nergens. Vaak slaap ik bij vrienden, soms gewoon in m’n auto’ – en interviews geeft hij zelden. Want: ‘Dan zeg ik misschien te veel, en dat wil ik niet.’

Atze de Vrieze (VPRO-muziekpodcast De machine): “Dat hij graag de controle heeft, merk je aan de manier waarop hij omgaat met de media: hij weigert heel vaak aanvragen. Zo geeft hij zelden toestemming om beelden van zijn concerten online te plaatsen. De meeste Nederlandse artiesten zijn op dat vlak erg meegaand, maar Joost niet.”

Vanden Bempt: “Vorig seizoen hadden we een podcast, De slimste mens: The Morning After, waarin we altijd de afvaller van de vorige dag uitnodigden. Joost wilde het eerst niet doen, en daarna toch wel – maar enkel met zo’n grote Kanye West-kap over z’n hoofd, zodat niemand zijn gezicht kon zien (lacht). Vreemd, maar ook goed gevonden, omdat het zo typisch Joost was.”

Op Lowlands en Pinkpop barstte Joost in tranen uit tijdens ‘Florida 2009’. Opvallend: die beelden mochten wél online.

De Vrieze: “Hij weet welke impact zoiets heeft, en daar speelt hij mee. Dat is ook precies de functie van zijn muziek, zegt hij: ‘Ik wil iets uitdrijven bij mezelf.’ Het minste wat je kunt zeggen, is dat Joost niet bang is om zijn emoties te tonen.

“Ik ben heel benieuwd wat hij straks in Malmö met dat emotionele epiloogje van ‘Europapa’ zal doen. Het wordt een moment om naar uit te kijken: hij zou het Eurovisiesongfestival letterlijk even kunnen stilleggen om een ode te brengen aan zijn overleden ouders. Dat kán niet anders dan erg emotioneel worden, in de eerste plaats voor Joost zelf.”

De controle behouden doet hij ook door samen te werken met een kleine cirkel van hechte vrienden. Zijn tourmanager en zijn geluidsman kent hij al sinds de middelbare school.

De Vrieze: “Hij is geen kluizenaar die zich opsluit in de studio met énkel vrienden, maar je merkt wel een verhoogde focus nu het songfestival eraan komt. Zie ook de liveclip van ‘Europapa’, die enkele dagen geleden is uitgekomen: Joost heeft het nummer een drietal keer gespeeld in de Tilburgse concertzaal 013 Poppodium, en tijdens de opnames moesten alle aanwezigen hun telefoon in een zakje stoppen, zodat er niets zou uitlekken.

“Als hij ergens optreedt, sleutelt hij vaak tot het allerlaatste moment aan zijn show. Dat wordt straks interessant op het songfestival: daar heb je amper controle over hoe je optreden in beeld wordt gebracht.”

Wordt Joost het ongeleide projectiel van de avond?

Peter Van de Veire (songfestivalkenner): “Joost is niet het prototype van de arrogante Hollander, vind ik. Dat zag je ook in De slimste mens: hij is een brave Fries die opvalt zonder te schofferen, met de allures van een stripfiguur – kleurrijk en cartoonesk.

“In 2020, toen ik nog bij MNM werkte, kwamen Joost en Walter Grootaers samen ‘Ik wil je’ zingen in de studio. Een fijne, lieve kerel, maar ik weet niet of hij zich er nog iets van herinnert: hij was poepeloerezat. Binnenkort interview ik hem voor de VRT.”

Wat wil je hem vragen?

Van de Veire: “Joost is een voorbeeld voor veel jonge mensen, terwijl hij het net altijd zónder zijn grote voorbeeld – zijn vader – heeft moeten stellen. Ik wil weten hoe hij uit dat diepe dal is gekropen.

“En de naam van zijn kappr wil ik ook weten.”

Erik Van Looy: ‘Joost is niet alleen vriendelijk tegen mij, maar tegen ál z’n fans. En dat voor een wereldster!’Beeld rv

3. Zijn jeugdjaren: ‘Minister-president’

Joosts jeugd was allesbehalve onbezorgd, en dus een blijvende inspiratiebron. Bewijsstuk A is het (verder vrolijk klinkende) ‘Life Story’, waarin hij rapt: ‘Bel mijn vader elke dag / maar die man die is dood / Ik keek hem aan toen-ie stierf / Sliep sindsdien met de deur op een kier. (...) Me ma kwam uit het gekkenhuis een jaartje later / Zij was net weer thuis, ik kwam een taartje halen / Ik zag haar liggen op de bank met een hartstilstand / Ik heb geen werk, maar verwerk mijn trauma’s.’

Bewijsstuk B is ‘Summervibe 2019’: ‘Op de basisschool sloegen ze me soms in elkaar / Toen ging ik maar huilend op de fiets naar ’t middelbaar.’ Joost is een fiere Fries, maar hij voelde zich ook een buitenbeentje: Friesland was ‘de plek waar ik voor homo werd uitgemaakt, waar ik van mijn fiets werd getrapt. Maar ik kon er ook experimenteren.’

Kleins voormalige kleuterjuf Miryam Reitsma: “In 2001 is de 4-jarige Joost naar De Homeie gekomen, de openbare basisschool van Britsum. Hij was een leuk, pienter en lief blond kereltje, dat heel goed wist wat-ie wou. De meeste kleuters willen later schoolmeester of brandweerman worden, maar Joost was vastberaden: hij zou minister-president worden.”

Had je toen al het gevoel: Joost Klein kan gróót worden?

Reitsma: “Hij had niet veel vrienden en er was niets waarin hij écht uitblonk, maar het was meteen duidelijk dat er geen twee waren zoals Joost. Hij had z’n eigen stijl, z’n eigen ideeën... Ik zie nog altijd het leuke jongetje van toen, maar dan met meer lef. Ik duim voor hem.”

Ook als hij niet over zijn jeugd of overleden ouders rapt, put Joost graag inspiratie uit het verleden. Is hij een nostalgicus?

De Vrieze: “Hij heeft ‘Crazy Frog’ gebruikt als sample: één van de ergste dingen die de popmuziek ooit zijn overkomen, maar Joosts nostalgie is gespeend van ironie. Net zoals hij oprecht graag teruggrijpt naar de happy hardcore van dertig jaar geleden: die werd ooit als de dood van de hardcore- en gabbercultuur beschouwd, maar veel mensen van zijn generatie hebben er warme herinneringen aan.”

4. Zijn literaire talent: ‘Albanië tot Polen’

Rond z’n 21ste zette Joost zijn gedachten uitgebreid op papier in de dichtbundel Albino, volgens de perstekst een ‘safaritocht door het hoofd van de jonge Fries: verrassend, rauw en uniek. Joost is niet uit te leggen, behalve door hemzelf.’ Volgens Adriaan van Dis komt er uit de pen van Joost Klein ‘vast en zeker ooit een grote roman’.

Reitsma: “Joosts vader heeft hem ooit ingeschreven voor Praatjesmakers, een tv-programma met mondige kinderen. Maar op het moment suprême wist Joost voor één keer niet wat te zeggen, dus heeft zijn bijdrage het scherm nooit gehaald.”

Job Jan Altena (Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek): “Joosts schrijftalent is ontdekt door Sladjana Labovic, de uitgever van Albino. Blij toe, want ‘dat boek was zo volstrekt ánders en verfrissend: de Joost Klein-signatuur was er toen al ingebakken. Neem nu die rauwe opmaak, totaal het tegenovergestelde van wat je als lezer verwacht.”

In 2019 schreef Joost een verhaal in 3PAK, het jaarlijkse geschenk van de Nederlandse Boekenweek voor Jongeren.

Altena: “We waren trots en vereerd. Maar het was ook spannend, want het boekenwereldje is vaak wat conservatief. En onze stijl op de sociale media was vijf jaar geleden ook heel braafjes – ‘Zouden jullie jongeren alsjeblieft een boekje willen kopen?’ – maar dat is níét de stijl van Joost Klein (lacht). Hij wilde het anders aanpakken, en hij wist donders goed waar hij mee bezig was.”

Joosts literaire talent blijkt ook uit zijn liedjesteksten.

De Vrieze: “Absoluut, al is het soms moeilijk om er de vinger op te leggen. Soms lijkt het alsof hij zijn teksten in tien minuutjes heeft geschreven. Misschien is dat ook wel zo, maar toch zitten er veel verrassende details in: speelse, clevere zinsneden die al het voorgaande op z’n kop zetten.”

Maar is dat talige talent ook een troef op het Eurovisiesongfestival? Zo’n 700 miljoen Europeanen is het Nederlands niet machtig.

Van de Veire: “Oké, maar het refrein van ‘Europapa’ kan iederéén meezingen, van Albanië tot Polen. Ik denk niet dat Joost op een taalbarrière zal botsen.”

De Vrieze: “De tekst is superslim opgesteld. Het begint al met zijn idee om andere landen, steden en culturen te vermelden: het nummer is dan wel in het Nederlands gezongen, maar pakweg een Duitser of een Fransman zal zich óók geflatteerd voelen wanneer die een referentie aan z’n cultuur opmerkt. Dat merk je nu al, het nummer maakt veel reacties los.

“En dan die emotionele epiloog aan het eind: zelfs als je er niets van begrijpt, voel je dat daar iets gebéúrt.”

5. Zijn samenwerkingen: ‘Gillende tieners’

Joost werkte al samen met onder anderen Zuid-Afrikaan Jack Parow, omstreden influencer Famke Louise, memetechnokoning Vieze Asbak, schilder Daan Koens... en in de videoclip van ‘Europapa’ passeren collega’s zoals S10, hardcorekoning Paul Elstak en René Froger. Figureren het vaakst in Joosts discografie: beatbakker Tantu Beats en rapper Donnie.

Met Donnie, die Joost als eerste meenam op tournee, deelt hij een bizar gevoel voor humor.

De Vrieze: “In ‘Europapa’ zit de zin ‘Ik neem de benen naar Wenen’: typisch Donnie, ik denk dat hij ’m heeft geschreven. Zo flauw dat het weer grappig wordt.”

Er is ook de Duitse cabaretier Otto Waalkes, die in 1993 een hit scoorde met ‘Friesenjung’, een geestige cover van Stings ‘Englishman in New York’. Daarvan wilde Joost anno 2023 dan weer een eigenzinnige cover maken. En tot Waalkes doofstomme verbazing werd ‘Friesenjung’ 2.0 een regelrechte hit, die vorige zomer zelfs een tijdje de Duitse en Oostenrijkse charts aanvoerde.

Otto Waalkes: “Ik ben geboren in het Duitse Oost-Friesland, en het leek me wel grappig om iets te zingen over het bijzondere bestaan van een Fries in Duitsland – net zoals Sting had gezongen over het leven van een Engelsman in New York. ‘Friesenjung’ is uitgegroeid tot het officieuze volkslied van Oost-Friesland. En mijn goede vriend Sting heeft me uitvoerig bedankt voor de royalty’s (lacht).”

In de handen van Joost en de Duitse rapper Ski Aggu werd ‘Friesenjung’ hakkende, razendsnelle hiphop.

Waalkes: “Joost leek me een fascinerend iemand te zijn, dus heb ik mijn toestemming gegeven. Hij kwam naar Duitsland om een video op te nemen, en dat ging razendsnel: zijn team filmde gewoon met een smartphone, en alles werd ter plekke gemonteerd. Het is verbazend hoe vlug die Joost nieuwe ideeën kan bedenken én uitvoeren.”

Kon je het goed met hem vinden?

Waalkes: “Natuurlijk, hij is een toffe, grappige kerel. We houden ook allebei van de Nederlandse zanger Peter Koelewijn: op een bepaald moment hebben we samen ‘Kom van dat dak af’ gezongen. Joost kon maar niet geloven dat ik dat hele nummer uit m’n hoofd kende.”

Dankzij Joost sta je ook zelf ook opnieuw in de kijker.

Waalkes: “Ik word opnieuw achternagezeten door gillende tieners! En wat nog interessanter is: het dubbele succes van ‘Friesenjung’ bewijst dat mijn ideeën en melodieën tijdloos zijn.”

Atze de Vrieze: ‘Joost geeft zelden toestemming om zijn concertbeelden online te zetten. Maar zijn huilbuien op Pinkpop en Lowlands, mochten wél online: hij weet welke impact emoties hebben, en daar speelt hij mee.’Beeld rv

6. Het verkeerde been: ‘Clown en Kiss’

Joost Klein is een uniek merk, hij mijdt platgetreden paden als de pest en hij maakt er een hobby van mensen op het verkeerde been te zetten. Wisselen elkaar af op zijn platen: feestknallers en nummers zoals ‘Wachtmuziek’, een aanklacht tegen de lange wachtlijsten in de Nederlandse geestelijke gezondheidszorg.

In de videoclip van ‘Europapa’ hakt Joost erop los met een groepje gabbers, om drie seconden later zijn gestorven vader toe te spreken: ‘Ik mis je elke dag.’

Van de Veire: “Ik vergelijk het met de schommelbewegingen in ‘Bohemian Rhapsody’ van Queen: van links naar rechts, van snel naar traag, van zot naar serieus. ‘Europapa’ is een slimme song, een echte rollercoaster. Joost heeft de Hollandse gabbertraditie én het Europa-verhaal én zijn persoonlijke relaas naadloos in één nummer verweven.”

De Vrieze: “Joosts songs klinken geinig en geestig, maar er is ook altijd die onderliggende laag, met verwijzingen naar de internetcultuur en de muziekgeschiedenis – en vooral ook naar z’n eigen geschiedenis. Die laag is nog het nadrukkelijkst aanwezig op het podium, vind ik: tijdens zijn concerten kan hij de sfeer met één vingerknip doen omslaan.

“Dat dubbele zit ’m ook in de schmink waarmee hij vaak optreedt. Hij is beetje een clown, een beetje Kiss: het lijkt vrolijk, maar het kan net zo goed angstaanjagend worden.”

Hoe typisch Nederlands is Joost?

De Vrieze: “Toen Joost begon, vroeg de hele hiphopscene zich af wie die rare vogel was. De jaren tussen 2015 en 2020 waren gouden tijden voor de Nederlandse hiphop, maar gaandeweg begonnen de artiesten elkaar na te bootsen. Joost, daarentegen, heeft in z’n dooie eentje bewezen dat je je aan geen enkele regel hoeft te houden. Hij heeft een volledig eigen stijl ontwikkeld, een mix van happy hardcore en absurdisme waar hij z’n hyperpersoonlijke verhaal doorheen roert. Echt uniek.”

Wie uniek is, krijgt navolging: is Joost de voorloper van een nieuwe school popmuzikanten?

De Vrieze: “Ik hoop niet dat er nu plots een massa Joost-kopieën opduikt. Maar hiphop staat op een kruispunt: artiesten durven, mede dankzij hem, de oude formules achterwege te laten. En dan gaat creativiteit weer lonen, en krijg je weer frisse nieuwe dingen.”

7. Zijn messiasgehalte: ‘Jongerenvriend’

Van Looy: “In december heb ik zijn concert in de Lotto Arena bijgewoond: fantastische avond, uitzinnige sfeer, dansen en hakken, iedereen was mee. Maar ik dacht ook: wat wordt het als hij straks ‘Florida 2009’ zingt, waarin hij zijn verdriet over de dood van zijn ouders belijdt? Hoe overleeft zo’n prachtige song – wat mij betreft één van de mooiste Nederlandstalige liedjes die ooit zijn gemaakt – in deze feest- en hakkerstent? Het was bijna niet te geloven, maar de hele zaal werd muisstil. Een prachtig moment.

“Volgens mij zijn de emoties in dat nummer herkenbaar voor veel jongeren.Pijnlijk herkenbaar zelfs: naast ons werden er in een groepje jongeren flink wat troostende knuffels gegeven, en één jongen stond het hele nummer lang te huilen. Als je zo’n uitbundige set speelt en je publiek toch zó diep kunt raken: dat zegt veel over het type artiest dat je bent, vind ik.

“(Denkt na) Joost heeft iets te vertellen én hij spoort de jeugd aan creatief te zijn. Ik wil niet te religieus klinken, maar daar in die Lotto Arena leek Joost wel een soort van messias voor de jongeren. Een gezónde messias, want er zijn ook heel wat ongezonde.”

Jeugdboekenschrijfster Margje Woodrow, die in 2019 net zoals Joost Klein meeschreef aan het geschenkboek 3PAK, gaf samen met hem een aantal lezingen.

Margje Woodrow: “Ik bezoek vaak scholen, en als ik toevallig vermeld dat ik heb samengewerkt met Joost, zie ik de jongeren meteen opveren. Hoe Joost de jeugd zó rechtstreeks weet aan te spreken met zijn muziek: dat is best zeldzaam, hoor.

“Onlangs heb ik samen met een klas 13-jarigen succesbrieven naar ’m geschreven, om hem het beste te wensen in Malmö straks. Wat me opviel, is hoe de jongeren hem aanspraken: alsof hij hun beste vriend is. Voor hen lijkt Joost heel bereikbaar.”

Misschien omdat hij altijd oprecht lijkt, in alles wat hij doet.

Woodrow (knikt): “Ik denk dat zijn eerlijkheid het verschil maakt. Als iets niet oprecht is, doorprikken jongeren dat meteen. Hoe Joost over zijn ouders spreekt, hoe hij hun dood verwerkt in zijn muziek: dat raakt hen.

“En dan is er natuurlijk nog zijn tomeloze energie op het podium. Maar hoe vreemd het ook klinkt: ik heb Joost leren kennen als een attente, vriendelijke en vooral rustige jongen. En hij is zo creatíéf! Toen we de koppen bij elkaar staken om te bepalen hoe we ons boekengeschenk zouden promoten, vuurde hij het ene idee na het andere op ons af. Toen al durfde hij groot te dromen.”

De Vrieze: “Wat me nog het meeste verrast aan Joost, is dat hij zo’n breed publiek voor zich weet te winnen. Dat jongeren ‘Europapa’ geweldig vinden, verbaast me niets. Maar dat ook mijn schoonmoeder me komt vertellen dat ze Joost een héél bijzondere artiest vindt: daar sta ik toch wel even van te kijken. Met die verwijzingen naar internetcultuur, happy hardcore en ‘Crazy Frog’ is hij een product van zijn generatie, maar toch raakt hij ook een snaar bij andere generaties – bij mensen van wie je zou verwachten dat ze in de eerste plaats ‘een mooi liedje’ willen horen.”

Hoe zit dat bij Radio 2, Peter?

Van de Veire: “We hadden wel vermoed dat het een succesvol nummer zou worden, maar dat het meteen zou doorstoten naar het nummer 1 van de hitlijsten, zelfs boven onze eigen Mustii (die voor België deelneemt met ‘Before the Party’s Over, red.)? Nee, dat hadden we niet verwacht.

“Als we ‘Europapa’ draaien op Radio 2, moeten we er altijd een woordje uitleg bij geven. Het Eurovisiesongfestival trekt sinds een paar jaar een jonger publiek aan, terwijl onze oudere luisteraars afgehaakt hebben. Velen weten niet wat hun overkomt als we ‘Europapa’ draaien: ze vinden het geen gabber, maar bagger.”

Wint Joost in Malmö?

Van de Veire: “Twee jaar geleden: ja, met de vingers in de neus. Maar hij is niet de enige die zal komen aanzetten met een hard, hakkend feestnummer. Vorig jaar heeft de Fin Käärijä iets gelijkaardigs gedaan met ‘Cha Cha Cha’, en dit jaar stuurt Kroatië Baby Lasagne – een vreemd bastaardkindje van Rammstein.”

Van Looy: “Ik heb niets met het Eurovisiesongfestival, maar nu heb ik voor de eerste keer zin om te gaan kijken. Heel gek: ik heb het gevoel dat er daar in Malmö iets te gebeuren staat, en daar wil ik bij zijn.

“Denk je trouwens dat ik daar binnen mag met mijn normale kleren? Blauw kostuum, wit hemd: ik vrees dat ik iets excentriekers zal moeten aandoen. Misschien moet ik Joost eens bellen, maar waarschijnlijk heeft die nu een paar andere dingetjes aan z’n hoofd.”

© Humo