Een op de twee busgebruikers buist De Lijn: “Bus rijdt kinderen gewoon voorbij omdat hij te vol zit”

Op 6 januari trad op heel wat plaatsen in Vlaanderen de nieuwe dienstregeling van De Lijn in voege. Een kleine 3.000 bushaltes verdwenen en op drukke plaatsen werden meer bus- en tramverbindingen ingezet. Op plaatsen waar er sindsdien minder bussen rijden, moeten mensen zelf een rit aanvragen met de flexbus, die de gekende belbus vervangt. Meteen volgde felle kritiek. “Pendelaars zijn uren onderweg doordat ze eerst naar de rand van de stad moeten voor een halte”, zegt Kees Smilde, woordvoerder van TreinTramBus. “Er zijn mensen die nu elke dag een flexbus moeten bellen. En rechtstreekse bussen van 20 minuten doen er soms dubbel zo lang over.”

TreinTramBus kreeg in vier maanden tijd meer dan 400 klachten binnen. “Dat zijn er voor een organisatie als de onze heel veel”, vervolgt Smilde. Bij De Lijn zelf gaat het nog om zo’n 300 klachten per week. “De piek was er duidelijk in de eerste week van januari en is nu veel minder, maar de problemen blijven.” Volgens de belangenorganisatie komen de meest schrijnende verhalen uit de regio’s Gent, Limburg en West-Vlaanderen.

Het vernieuwde busaanbod had vooral als doel nieuwe reizigers aan te trekken door meer te focussen op de grote verkeersassen, maar ook de impact op de trouwe busgebruikers was groot. En dat blijkt nu ook uit de nieuwste Gezinsbarometer, een bevraging uitgevoerd bij zo’n 1.072 gezinnen met kinderen tussen 0 en 18 jaar.

De Gezinsbond heeft daarin specifiek een mobiliteitsluik toegevoegd en 351 busgebruikers bevraagd. Uit de resultaten blijkt dat amper één op de tien respondenten de nieuwe regeling van De Lijn een verbetering vindt. Maar voor 47 procent, bijna de helft dus, is de nieuwe regeling ronduit een halte achteruit. “Soms daagt de bus zelfs niet meer op”, vertelt Jeroen Sleurs, algemeen directeur van de Gezinsbond. “En bij bijna één op de vijf kinderen rijdt de bus regelmatig voorbij omdat hij te vol zit”, aldus Sleurs. En je moet weten: één op de vier jongeren neemt dagelijks de bus naar school. Ook de wachttijd en reisfrequentie worden door bijna de helft van de respondenten als slecht tot zeer slecht beoordeeld. “We hopen dat de Gezinsbarometer het signaal kan zijn voor een beter mobiliteitsverhaal”, besluit Sleurs.

In een reactie laat De Lijn weten dat het nog te vroeg is om nu al grote conclusies te trekken. “De verwachte effecten zijn niet overal merkbaar en daarom doen we nog volop verder analyses, ook op het terrein”, klinkt het. “Door al deze informatie te verzamelen deden we al meer dan 200 aanpassingen, vaak aan schoolritten om extra capaciteit te bieden en de dienstregeling beter af te stemmen op de schooluren.” Daarnaast stelt De Lijn wel vast dat er in de regio’s waar het busaanbod versterkt werd, meer reizigers zijn. “Gemiddeld gaat het om een reizigersstijging van 6,5 procent. En vanaf 15 april zullen er in bepaalde regio’s ook autocars ingezet worden als versterking op schoolritten in de spits”, aldus De Lijn.

Behalve naar het nieuwe vervoersplan van De Lijn polste de Gezinsbond ook naar veilige fietsroutes, ervaringen met de trein, deelmobiliteit en kilometerheffing. De belangrijkste resultaten op een rijtje: