Direct naar artikelinhoud
AchtergrondKinderopvang

‘Zo ontneem je hen alle ontwikkelingskansen’: nieuwe regels voor werkende ouders veroorzaken chaos in crèches

Kinderen krijgen te eten in de crèche.Beeld Wannes Nimmegeers

Sinds deze week zijn crèches verplicht om werkende ouders voorrang te geven. Alleen: heel veel crèches weten niet hoe ze de nieuwe voorrangsregels van de Vlaamse regering moeten toepassen. ‘Er dreigt totale willekeur.’

“Over die nieuwe regels hoeven we ons weinig illusies te maken”, zegt Maud Blondé (29) van kinderdagverblijf D’n Opvang in Oostende. “Overal in Vlaanderen zullen ze anders geïnterpreteerd worden.”

Ze doelt op de nieuwe voorrangsregels voor de kinderopvang die op 1 april zijn ingegaan. Die bepalen dat gesubsidieerde kinderdagverblijven voortaan ‘absolute voorrang’ moeten geven aan gezinnen waar de ouders minstens vier vijfde aan de slag zijn of een opleiding van vier dagen in de week volgen die naar werk leidt. Crèches mogen nog maximaal 10 procent van de plaatsen voorbehouden voor gezinnen die daar niet onder vallen.

In een informatiefolder deelt Agentschap Opgroeien mee hoe de crèches die nieuwe regels moeten toepassen. Alleen vinden veel organisaties dat de folder meer nieuwe vragen oproept dan duidelijkheid schept.

Zo stelt het Agentschap dat de nieuwe voorrangsregels enkel toegepast moeten worden als er gelijktijdige vragen binnenkomen. Als een crèche op hetzelfde moment meerdere aanvragen krijgt, moeten de werkende ouders voorrang krijgen.

Voorrangsregels

Maar, en dat is de cruciale vraag, wat is een ‘gelijktijdige aanvraag’? Zeker kleinere crèches ontvangen niet elke week een nieuwe aanvraag. De brochure stelt dat crèches zelf mogen bepalen of ‘je de plekken toewijst naargelang de vragen binnenkomen’, of ‘je vragen laat samenkomen (wekelijks, maandelijks) en dan een keuze maakt’. Met andere woorden: crèches mogen zelf bepalen of ze de aanvragen bundelen of apart behandelen.

“Wij gaan de regels exact toepassen zoals ze beschreven staan”, zegt Blondé. “Alleen bij aanvragen die op hetzelfde moment toekomen, gaan we die voorrangsregels toepassen. Maar we vrezen dat op andere plekken die regels toegepast zullen worden om kwetsbare kinderen uit de opvang te weren.” Het kinderdagverblijf zet zich net extra in voor kwetsbare groepen, en tekende met achttien andere organisaties protest aan tegen de nieuwe voorrangsregels bij het Grondwettelijk Hof.

‘Intensief’ traject

Ook het Lokaal Loket dat de kinderdagverblijven in Brussel bijstaat, merkt dat er veel onduidelijkheid is in de sector. Wat bijvoorbeeld met het ‘intensief’ traject naar werk? “Veel ouders zoeken op eigen houtje naar werk of volgen een deeltijdse opleiding”, zegt Annelies Gryffroy van het van het Brusselse loket kinderopvang. “Voor veel crèches is het niet duidelijk wat er nu met die mensen moet gebeuren. Je kunt niet verwachten dat zij nu moeten gaan solliciteren met hun kind op hun arm.”

Het Agentschap Opgroeien geeft aan dat de lokale loketten initiatief kunnen nemen om met de kinderdagverblijven af te stemmen hoe de nieuwe voorrangsregels geïnterpreteerd worden. Zo heeft het Brusselse loket samen met de sector beslist dat de crèches zeven maanden hebben om zich aan te passen aan de nieuwe regeling. Die overgangsperiode is volgens Gryffroy nodig om nog heel wat zaken op orde te stellen.

Zo staan er in Brussel nog 3.000 gezinnen op de wachtlijst voor een plekje in de kinderopvang. “Van hen hebben we geen informatie over of ze vier vijfde werken of een opleiding volgen, terwijl we dat bij de nieuwe aanvragers wel moeten vragen. Als volgend jaar in januari een plek vrijkomt, kunnen ze dus geen eerlijke vergelijking maken tussen de mensen op de wachtlijst. Daarom gaat het loket de komende maanden van alle 3.000 eerdere aanvragers informatie opvragen over hun werksituatie.”

Niet alleen vanuit de sector, maar ook vanuit de politiek klinkt kritiek op de weinig concrete regelgeving waar crèches het mee moeten doen. “Er dreigt totale willekeur”, zegt Vlaams Parlementslid Celia Groothedde (Groen).

Ook parlementslid Hannes Anaf (Vooruit) betreurt dat er geen duidelijkere communicatie is naar de kinderdagverblijven. “Eerder was er al onduidelijkheid over de vraag of ouderschapsverlof al dan niet zou meetellen. Het was al pijnlijk dat de Vlaamse regering deze voorrangsregels moest invoeren. Maar als je ze invoert, is het ook je plicht om er duidelijk over te communiceren.”

Ann De Moor van kinderopvang De Ketjes.Beeld RV

Felle weerstand

De kritiek over de onduidelijke communicatie komt zo bovenop de felle weerstand die al eerder klonk tegen de voorrangsregels. Onder de naam De Kinderopvangzaak trokken negentien organisaties, waaronder ook verschillende kinderdagverblijven, al naar het Grondwettelijk Hof om die regeling aan te vechten.

Een aantal crèches gaf al aan de regels uit principe niet tot in de puntjes te volgen. Onder hen ook Ann De Moor (61) van het Brusselse kinderdagverblijf De Ketjes, die vreest dat kwetsbare gezinnen de dupe dreigen te worden. Veertig procent van de kinderen in haar crèche zouden volgens de nieuwe regels geen plek hebben. “Als we de Brusselse bevolking willen representeren, zijn die nieuwe regels onhaalbaar. Hier zijn nu eenmaal veel ouders die deeltijds werken of net een cursus begonnen zijn. Als je die kinderen in de kou laat staan, ontneem je hen alle ontwikkelingskansen. Daar willen wij niet aan meewerken.”

Vlaams minister van Gezin Hilde Crevits (cd&v) houdt vol dat de huidige aanpak de juiste is. “We werken hard om het aantal plekken in de kinderopvang uit te breiden. Maar zolang er plaats tekort is, moet je een regeling uitwerken als er meerdere aanvragen zijn voor dezelfde plek.”