Direct naar artikelinhoud
Bart Eeckhout
De GedachteBart Eeckhout

Vergrijzing doet meteen denken aan ‘begrotingstekort’. Maar wat als de centen niet eens het grootste probleem zijn?

Hoofdcommentator Bart Eeckhout werpt op dat mogelijk niet de centen maar de mensen het grootste probleem zijn bij de vergrijzing. ‘Wat als er niet genoeg dokters zijn, niet genoeg zorgpersoneel, niet genoeg zorgcentra?’

Toen de coronapandemie hier zijn duistere dieptepunt bereikte en het virus, nog niet afgeremd door een vaccin, een menselijke ravage aanrichtte in de woonzorg, wisten sommige voortvarende experts het wel zeker. Dit zou het einde betekenen van een zorgmodel, waarbij behoeftige bejaarden collectief opgevangen worden. Nu, vier jaar later, stromen de zorgcentra weer vol als vanouds. Plaatstekort is er de grootste bekommernis in een samenleving die snel vergrijst.

De voorspelling van dat plaatsgebrek is een eerste waarschuwingssignaal van wat econoom Johan Albrecht in een nieuwe studie van denktank Itinera, het nakende ‘zorginfarct’ noemt. Albrecht waarschuwt dat beleid en samenleving de toenemende druk van de vergrijzing nog onderschatten. Onze maatschappij is niet klaar om de impact op te vangen van grotere groepen mensen die inactief en mogelijk kwetsbaar, hulpbehoevend of ziek worden.

Dat kan vreemd klinken, want vergrijzing is natuurlijk allang een belangrijk thema in het beleid. Dat is het ook in de lopende kiescampagne. Het is het vooruitzicht van onvermijdelijk oplopende kosten voor pensioenen, gezondheidszorg en ouderenzorg dat het zo noodzakelijk maakt om de ontsporende begroting weer in het gareel te krijgen. Die analyse blijft terecht en kan niet genoeg herhaald worden.

Johan Albrecht maakt evenwel een fundamenteler punt. Vergrijzing wordt enkel gezien als een budgetkwestie, waarbij we ervan uitgaan dat we de zorgen wel kunnen organiseren, als de middelen er zijn. Maar wat als dat niet zo vanzelfsprekend is? Misschien zijn niet de centen maar de mensen het grootste probleem. Want wat als er niet genoeg dokters zijn, niet genoeg zorgpersoneel, niet genoeg zorgcentra, in welke vorm dan ook?

In de politiek zijn die vragen nog onbegaan terrein. Dat de snel stijgende gezondheidskosten kunnen worden afgeremd, zoals Open Vld en N-VA willen opleggen, wijst Albrecht van de hand. Efficiëntiewinsten zijn welkom, maar zullen “volstrekt ontoereikend” zijn, waarschuwt hij. Artsenorganisaties, doorgaans geen linkse rakkers, zitten op dezelfde lijn.

Preventie is nog zo’n politieke ballon die de Itinera-econoom doorprikt. In zijn huidige, zachtaardige vorm levert preventie te weinig op. Willen we echt doel treffen, dan moet het dwingender, met een beleid dat strenger is voor ongezonde leefgewoontes en collectiever in het voorzien van gezonde voeding, bijvoorbeeld in bedrijven of op scholen. Maar willen we die inperking van onze vrijheid wel? Alleen nog maar de suggestie van gezonde, goedkope schoolmaaltijden lokt een opstand uit.

De kwestie hoe ver preventie mag reiken, is maar een van de vele ethische vraagstukken die het zorginfarct op ons afstuurt. Het zijn vaak lastige vragen, zoals wie wanneer nog welke zorg mag verwachten. In vergelijking daarmee zullen klassieke politiek-ethische kwesties over abortus of euthanasie nog vrij eenvoudig lijken. Maar ook die lastige vragen verdienen een antwoord. En wij, burgers, verdienen het om geïnformeerd te kunnen kiezen tussen de verschillende opties die politici verdedigen.