Tot 33.975 euro bonus, maar strengere regels voor minimumpensioen: dit betekent de pensioenhervorming voor jou

"Werken moet meer lonen" was de mantra van de regering-De Croo de afgelopen jaren. Wie langer werkt dan eigenlijk verplicht is, wordt daarom door de regering beloond met een bonus bovenop je klassieke pensioen. Zo’n bonus bestond al eerder, maar werd zo'n 10 jaar geleden afgeschaft. 

Je kan aanspraak maken op de pensioenbonus als je blijft verder werken na de vroegste datum waarop je eigenlijk met pensioen mag gaan. Dat kan zowel vervroegd pensioen – wanneer je daarvoor in aanmerking komt - als de wettelijke pensioendatum zijn. Die kan je nakijken op mypension.be.

Zowel werknemers, ambtenaren als zelfstandigen kunnen de bonus krijgen. Je klassieke pensioen en de bonus opgeteld mogen wel maximaal 7.969,69 euro per maand bedragen. 

Voor mensen die al met pensioen zijn of de oude pensioenbonus (hebben) ontvangen, verandert er niets. 

De bonus neemt toe per dag die je extra werkt. Ook als je bijvoorbeeld maar een week langer blijft werken, krijg je een bonus – al zal die natuurlijk beperkt zijn. Je kan de bonus opbouwen tot maximaal 3 jaar na je pensioendatum. 

De regeling is in de eerste plaats bedoeld om mensen die vervroegd met pensioen willen gaan aan te zetten te blijven werken. De pensioenleeftijd mag dan wel op 65 liggen, veel mensen kunnen een paar jaar vroeger met pensioen na een loopbaan van 42 jaar.

Als je loopbaan korter was dan 43 jaar, is dit - afhankelijk van de periode - de bonus waar je recht op hebt:  

De bedragen zijn netto. Je betaalt er geen belastingen op. 

Mensen die 43 jaar of langer gewerkt hebben, krijgen een hogere bonus, tot 33.975 euro als je drie jaar langer doorwerkt:

Voltijds werken is geen voorwaarde voor een bonus. Werk je bijvoorbeeld halftijds verder, dan moet je de bedragen die hierboven staan door twee delen. 

Ja, dat is de standaardprocedure. Je krijgt het bedrag dan enkele maanden nadat je stopt met (extra) werken. Als je dat wil, kan je de uitbetaling ook spreiden: nadat je gestopt bent krijg je maandelijks een bonus uitgekeerd. 

Het systeem gaat definitief in vanaf 1 januari 2025. Vanaf die datum krijgt iedereen die extra werkt – ook al is het maar 1 dag – de pensioenbonus. 

Om mensen die dit jaar nog met pensioen gaan, tegemoet te komen, is er een overgangsregeling uitgewerkt. Wie nu of de komende maanden met pensioen gaat, kan vanaf 1 juli de bonus beginnen op te bouwen. Daaraan is wel een voorwaarde gekoppeld: je pensioendatum moet uitgesteld worden tot 1 januari 2025.

Nog meer details over de nieuwe pensioenbonus kan je hier vinden.

De regering hervormde enkele jaren geleden al het systeem van het minimumpensioen. Ze besliste om het bedrag op te trekken tot 1.500 euro netto per maand. Vanaf 1 januari 2025 zullen er bijkomende, strengere regels gelden.

Het doel om elke gepensioneerde werknemer minstens 1.500 per maand te geven, heeft de regering ruimschoots gehaald. Het minimumpensioenen ligt ondertussen al hoger dan 1.600 euro. Dat hebben we vooral te danken aan de hoge inflatie en daarbij horende indexeringen.  

Het volledige minimumpensioen geldt enkel als je er een volledige loopbaan hebt opzitten. Als je minder jaren of bijvoorbeeld halftijds aan de slag bent geweest, krijg je maar een deel van het minimum.

Tot nu toe moest je als werknemer een loopbaan van minstens 30 jaar kunnen voorleggen om in aanmerking te komen. Maar via zogenoemde gelijkgestelde periodes kan ook werkloosheid onder je loopbaan vallen. De regering heeft beslist om vanaf 2025 te rekenen aan de hand van de tijd die je effectief gewerkt hebt. 

Om recht te hebben op het volledige minimumpensioen moet je 5.000 dagen gewerkt hebben. Als je weet dat een voltijds werkjaar gemiddeld 250 dagen telt, komt dat omgerekend neer op ongeveer 20 jaar werken.

Voltijdse werkloosheid telt niet meer mee bij de berekening van een minimumpensioen. Maar veel andere vormen van afwezigheid gelden wel nog als effectief gewerkt.

Het gaat dan onder meer om moeder- en vaderschapsrust, palliatieve zorg, mantelzorg en zorg voor een kind met een handicap. Ook een periode van tijdelijke werkloosheid telt mee. Loopbaanonderbreking, militaire dienst of stakingsdagen vallen niet onder de categorie van effectief gewerkte dagen. 

Voor mensen die ziek of invalide zijn, geldt een andere regeling. Afhankelijk van hoe lang ze afwezig zijn, berekent de pensioendienst hoeveel van die afwezigheid kan meetellen als gewerkte dagen.  

Voor wie vandaag al een minimumpensioen ontvangt verandert er niets. De strengere regels gelden vanaf 1 januari 2025 én voor wie op dat moment 54 jaar of jonger is. Voor wie ouder is, voorziet de regering een overgangsperiode en liggen de eisen voor het effectieve aantal gewerkte dagen lager. Het aantal vereiste dagen zal per geboortejaar verschillen.

De pensioenhervorming houdt ook nog enkele aanpassingen in van het pensioensysteem die gelden voor specifieke beroepsgroepen. Die moeten vooral geld opbrengen om de pensioenbonus en het minimumpensioen te kunnen betalen. 

De zogenoemde perequatie van de ambtenarenpensioenen wordt hervormd. Dat systeem houdt in dat de pensioenen de loonstijging van de nog werkende ambtenaren volgt. Krijgen bijvoorbeeld leerkrachten of politieagenten opslag – bovenop de index – dan krijgen gepensioneerden die dat beroep uitoefenden een zelfde verhoging van hun pensioen. 

Daar komt een einde aan. De regering heeft afgesproken dat de perequatie de ambtenarenpensioenen met maximaal 0,3 procent mag doen stijgen van het totale bedrag dat naar de pensioenen gaat. De laagste ambtenaren krijgen de perequatie wel nog volledig doorgerekend. 

De hervorming gaat in vanaf 2025. Ze geldt ook voor mensen die al op pensioen zijn. Ook zij zullen in sommige gevallen hun pensioen in de toekomst minder zien stijgen dan voor de hervorming.

Ten slotte stijgt de zogenoemde Wijninckx-bijdrage van 3 naar 6 procent. Dat zijn de sociale bijdragen die betaald moeten worden op hele hoge aanvullende pensioenen. Dit deel van de hervorming heeft impact op slechts een paar duizend Belgen.