Hoe voel je je na de zware Ronde van Vlaanderen?

“Redelijk goed. Het is bijna een week geleden nu, mijn lichaam is klaar voor de volgende.

De vorm is bijna exact hetzelfde als eerder. Mijn lichaam voelt minder pijnlijk aan, ondanks de harde val. Met de wonden gaat het ook steeds beter. Op die manier gaat het iets beter, maar de vorm zou hetzelfde moeten zijn.”

Waarom viel je zo vroeg aan in de Ronde van Vlaanderen?

“Ik rij op instinct. Op dat moment hoorde ik ook niet veel, de sportdirecteuren zaten ver achter. Ik nam een beslissing en waarschijnlijk heb je mijn Instagram-post gelezen. Die beschreef duidelijk waaraan ik toen dacht.

Het is zoals het is. Ik kan die Ronde niet meer veranderen en enkel uit mijn fouten leren, dat heb ik gedaan.”

Past deze koers jou beter dan de Ronde van Vlaanderen?

“Ja, daar hebben we het al veel over gehad. Zowel Gent-Wevelgem als Parijs-Roubaix passen veel beter bij mij dan de Ronde van Vlaanderen.”

Ga je opnieuw van ver aangaan zondag, van zo’n 90-100 km?

“Die beslissing wordt tijdens de race genomen, maar ik ben dat niet van plan in Roubaix. Het is een andere koers en die heeft een andere aanpak nodig.”

Wat als Philipsen mee is?

“Het is geen geheim dat Philipsen moeilijk te verslaan is in een sprint. Als we in een kleine groep aankomen, zou ik hem er uiteraard liever niet bij hebben. Maar al deze scenario’s zijn nauwelijks te voorspellen, dus ook voor mij is het moeilijk om te kiezen tussen dit en dat. Mijn droomscenario is om alleen binnen te komen, twee minuten voor de anderen, maar dat gaat niet gebeuren.

Ik zou blij zijn om in een kleine groep aan te komen zonder Philipsen. Mocht hij er toch bijzitten, zou ik het leuk vinden mocht ik dan al weg zijn.”

Wat is jouw mening over de chicane?

“Het is wat het is. Ze namen de beslissingen door het aan enkele rijders te vragen en niet aan iedereen. Nu is het zo en moeten we ermee leven. Je kan het niet veranderen.”

(Lees verder onder foto)

Zorgt het voor meer veiligheid denk je?

“Eerlijk gezegd, heb ik geen idee. Nooit eerder deden we zoiets als dat. Het is een belangrijke aanloop, maar laten we zondag afwachten, misschien kan ik dan een beter antwoord geven.Natuurlijk wil ik als één van de eersten aankomen bij deze bocht, maar ik ben er niet eindeloos mee bezig. Mijn doel is gewoon om vooraan te zitten voor het bos.

Ik wil ook graag neutraal blijven omdat een groot deel van deze kwestie mijn petje te boven gaat. We moeten dit ook niet met de pers bespreken, maar met de organisatie en de renners onderling. Ik ga hier niet met verwijten lopen gooien, als ik zelf geen oplossing heb.”

Hoe zie jij je vriendschap/rivaliteit met Mathieu van der Poel?

“Ik ben vereerd dat we beiden zo ver zijn gekomen. Mathieu heeft wat meer monumten dan dat ik heb (lacht), maar hij is ook een grotere rijder dan dat ik ben. Rivaliteit zou ik het zelfs niet noemen. Ik probeer hem te verslagen wanneer dat nodig is. Onze ‘rivaliteit’ is nooit zo groot als die tussen hem en Wout (Van Aert, Red.).”

Kan je net zoals in Gent-Wevelgem Van der Poel verslaan door een goede teamprestatie, aangezien er heel wat sterke collega’s missen?

“Ja, we hebben nog steeds een sterk team en daar blijven we dan ook in geloven. Onze filosofie voor een koers verandert niet. We blijven in dezelfde filosofie geloven, die we in de laatste koersen ook hebben toegepast. Natuurlijk missen we Jasper (Stuyven, red.), Alex (Kirsch, red.) en de anderen, maar dat hoort erbij en hun vervangers zijn ook sterk. We blijven een sterk team.”

Mathieu van der Poel vertelde dat de Arenberg de gevaarlijkste kasseizone is, ga je daarmee akkoord?

“Ik zou zeggen dat alle kasseien gevaarlijk zijn en dat onze fiets niet bedoeld is voor deze dingen. Maar de Arenberg is inderdaad lastig. Het gaat naar beneden en als je valt neem je bijna iedereen die achter je zit, mee op de grond. Het is een gevaarlijke strook, maar er zijn zeker nog andere gevaarlijke sectoren. Elk jaar is verschillend: soms ligt het modderig en extreem nat, dat bepaalt ook hoe wij renners de kasseistroken aanvatten. Samengevat: elke kassei is gevaarlijk, maar de Arenberg staat zeker bovenaan het klassement.”

Wat betekent Roubaix voor jou?

“Het is uiteraard een monument en een grote koers, we kennen de verhalen rond monumenten allemaal. Het is ook één van de monumenten, die me goed liggen. Het heeft geen extra betekenis in vergelijking met de andere, maar hier heb ik een grote kans om te winnen. Het is niet zoals Sanremo, waar het zeer lastig is voor mij. Daar gaat het er een lange tijd zeer rustig aan toe met op het einde een uur aan volle snelheid. Dat vind ik niet zo leuk.”

“Hetzelfde geldt voor de Ronde van Vlaanderen waar er veel wordt geklommen. Ik kan daar een mooi resultaat rijden, maar dat monument ligt me minder vergeleken met dit.”

Vorig jaar werd je 4e. Dat is je beste resultaat hier ondanks dat deze koers je ligt. Een verhaal van pech of is het toeval?

“Het is een mix tussen pech en niet goed genoeg zijn. Vorig jaar zei ik dat mijn hoofddoel was om de finale te kunnen rijden en dat is dit jaar niet anders. Mijn droom is natuurlijk om te winnen, maar ik weet ook hoe moeilijk dat is. Je materiaal moet het volhouden en je moet geluk hebben dat je niet lek rijdt.”

Volgens Patrick Lefevere is dit een koers voor grote motoren zoals jij, ga je daarmee akkoord?

“De Ronde van Vlaanderen is ook een koers voor ‘grote motoren’, alles boven de 230 km trouwens. Roubaix zit in dat rijtje, het is een monument met een reden. Ik ga akkoord met hem: je hebt een grote motor nodig om te anticiperen en mee te zijn in de finale van de koers. Eerder heb ik al aangetoond dat ik dat kan, dus met de motor gaat alles goed (lacht).”

We weten dat je een sterke coureur bent in koude en natte weersomstandigheden. Verkies je regen boven droogheid zondag?

“Ik heb een nat parcours getest en dat was niet zo leuk. Roubaix is op zich al een moeilijke koers doordat er veel factoren in het spel zijn, zoals je materiaal heelhuids aan de finish krijgen. De kans op valpartijen zijn zoveel hoger als het nat is. Ik verkies dus een droog parcours op zondag.”

Voel je je in de best mogelijke vorm om zondag een monument te pakken?

“Kort antwoord: ja. De vorm is goed, we hebben een sterk team. Het materiaal is goed, alles is goed. Dus ik geloof er zeker in.”