Direct naar artikelinhoud
AchtergrondRadicaal-rechts

‘Niemand schaamt zich er nog voor om te liegen’: tien tactieken waarmee rechts-populisten gedachtegoed mainstream maken

Van Marine Le Pen tot Geert Wilders, van Vlaams Belang tot Viktor Orbán en Giorgia Meloni: rechts-populisten gebruiken dezelfde strategieën om hun gedachtegoed mainstream te maken.Beeld rv

Radicaal-rechtse partijen groeien in Europa. Hoe weten deze politici hun gedachtegoed ‘mainstream’ te maken? Dit zijn de tien tactieken waarmee rechts-populisten als Trump en Wilders de deur naar de kiezer openbreken. ‘Een sterke leider is ook een entertainer.’

Drie dagen nadat hij de Nederlandse verkiezingen had gewonnen, schreef Geert Wilders op X: ‘Het volk heeft gesproken. En ons de grootste gemaakt. Dat heet democratie. Speel daarmee geen spelletjes.’

Wilders spreekt hier namens ‘het volk’ alsof dit een homogene massa met maar één mening is. Toch koos ruim 75 procent van de kiezers voor andere partijen dan zijn PVV. ‘Het volk’ is dan ook vooral een onmisbaar gereedschap van de populist. En Geert Wilders heeft een groot talent voor populistische retoriek.

De gereedschapskist van rechtse populisten bevat wel meer handigheden. We zetten de tien belangrijkste op een rij, met hulp van wetenschappers die ze al jaren onderzoeken.

Waarom geen gereedschap van rechtse én linkse populisten? Er bestaat zowel links als rechts populisme, en ook linkse populisten spreken graag namens ‘het volk’. Kijk maar naar Europese politieke partijen als Podemos in Spanje of Syriza in Griekenland.

Alleen is daarmee het voornaamste over links-populisme in Europa op dit moment wel gezegd. Rechts-populisme doet het in Europa en de VS veel beter, en daarom houden toonaangevende onderzoekers zich nu vooral met rechts-populisme bezig. Léonie de Jonge onderzoekt uiterst rechts populisme aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ze werd bekend met haar promotieonderzoek in Vlaanderen en Wallonië. In heel België is er een voedingsbodem voor radicaal-rechts, maar de groei zit bijna volledig in Vlaanderen.

Groeiend succes rechts-populisme

Stemmenpercentage in 31 Europese landen,

gewogen volgens bevolkingsaantal

Uiterst links

Populistisch uiterst links

Populistisch

Populistisch uiterst rechts

Uiterst rechts

30%

20

10

0

1995

2000

2005

2010

2015

2020

bron: popu-list.org

Groeiend succes rechts-populisme

Stemmenpercentage in 31 Europese landen, gewogen volgens bevolkingsaantal

Uiterst links

Populistisch uiterst links

Populistisch

Populistisch uiterst rechts

Uiterst rechts

30%

20

10

0

1995

2000

2005

2010

2015

2020

bron: popu-list.org

In Wallonië bestaat radicaal-rechts zo goed als niet. In hetzelfde land dus. Hoe kan dat? De Jonge ontrafelde de zeer verschillende manieren waarop de Nederlands- en Franstalige media in Vlaanderen en Wallonië over uiterst rechts berichten. Het bleek daarbij alles uit te maken dat men in Wallonië het rechts-populistische gereedschap tijdig herkende.

Voordat we die gereedschapskist induiken nog dit: het is belangrijk om rechts sentiment onder kiezers en de opkomst van rechts-populistische partijen uit elkaar te houden. Er is geen plotse ‘golf’ van rechts-populistisch sentiment die Europa overspoelt, zoals de laatste tijd in de media vaak te horen is. Opvattingen die rechts-populistische partijen nu helpen te groeien, waren volgens onderzoekers dertig jaar geleden bijna precies zo aanwezig als nu. Een deel van de Europeanen denkt al decennia dat landen bedreigd worden door vreemde elementen en koestert nationalistische gevoelens.

Wat wel veranderde, is de mate van het succes van rechts-populistische partijen die dat idee mobiliseren. Europese sociologen en politicologen houden op de website The PopuList bij hoeveel Europeanen op populistische partijen stemmen. Hier zie je goed hoe sterk radicaal- tot extreemrechtse partijen vooral de laatste tien jaar zijn gegroeid (in het Engels ‘far right populist’ tot ‘far right’).

Begin jaren 1990 stemde in Europa een op de tien kiesgerechtigden op populistische partijen. Dat aantal is opgelopen naar drie op de tien. Ongeveer de helft daarvan steunt uiterst rechtse partijen, en dat is het aandeel van de stemmen dat het snelst toeneemt. “Een enorme stijging”, zegt populismeonderzoeker Léonie de Jonge.

Hoe kan dit, aangezien Europeanen dus al ruim dertig jaar vrijwel dezelfde opvattingen hebben? Onderzoekers noemen twee hoofdoorzaken. De Tweede Wereldoorlog ligt verder achter ons en het taboe op extreemrechtse uitingen (‘dit nooit meer’) raakt daardoor sleets. Tegelijkertijd raakte het radicaal-rechtse gedachtegoed over ‘eigen’ volk en vreemdelingen in dertig jaar steeds meer genormaliseerd.

Hoe voltrok zich dit proces van ‘mainstreaming’, in onderzoekstermen? Dat is de vraag die wetenschappers nu bezighoudt. Een antwoord is te vinden in de gereedschapskist van populistisch rechts.

In Berlijn en andere Duitse steden protesteerden in februari honderdduizenden mensen tegen extreemrechtse agitatie.Beeld Photo News

1. Schep een tegenstelling tussen ‘het volk’ en ‘de elite’

De in Amerika werkzame populisme-expert Cas Mudde onderscheidt drie basisbegrippen voor de populist: ‘het volk’, ‘de elite’ en ‘de algemene wil’.

Waar de populist ‘een volk’ noemt, volgt onvermijdelijk ‘de elite’. Dat wordt bij een populist al snel een moreel corrupte elite met macht, die ‘het volk’ bedreigt. De elite kan bijvoorbeeld bestaan uit andere politici, uit media die kritisch over de populist berichten, of uit wetenschappers die wat de populist beweert kunnen ondergraven. Of, inmiddels, gewoon uit de kiezers van andere partijen, zoals de ‘linkse elite’.

Het volk wordt meestal afgebeeld als het ‘gewone’ volk. Of, wanneer etniciteit een rol gaat spelen, als het ‘zuivere’ volk. Bij dat zogenaamd homogene volk hoort één ‘algemene wil’: de populistische politicus doet alsof ‘het volk’ met één mond spreekt. En vanzelfsprekend benoemt hij zichzelf tot woordvoerder.

“Het Amerikaanse volk heeft zijn land en democratie heroverd en zichzelf bevrijd van een politieke elite”, zei Geert Wilders toen Trump president werd. “Wat de Amerikanen kunnen, kunnen wij ook.”

De Oostenrijkse Ruth Wodak (73), hoogleraar linguïstiek aan de Universiteit van Wenen, ontrafelde in The Politics of Fear. What Right-Wing Political Discourses Mean de retoriek van uiterst rechts. Dat deed ze voor een belangrijk deel op basis van uitingen van de rechts-radicale FPÖ, die in Oostenrijk vier keer mee regeerde en daar al in 1999 meer stemmen won (27 procent) dan Wilders nu in Nederland.

The Politics of Fear verscheen in 2015. Wodak publiceerde in 2021 een herziene editie en haar analyse staat nog altijd overeind: “Ik hoefde alleen maar nieuwe voorbeelden van radicaal-rechtse populisten toe te voegen, zoals Donald Trump en Geert Wilders”, zegt ze tijdens een video-interview vanuit Wenen. Uiterst rechts gaat nog net zo te werk als Wodak in 2015 heeft opgeschreven.

2. Zaai angst

Als de rechts-radicale populist eenmaal een ‘wij’ en een ‘zij’ heeft neergezet, zegt Wodak, dan is de volgende stap: angst zaaien. “De populist koppelt dit vaak aan een bestaande of een bedachte crisis.” Vaak is er best reden voor angst, zegt Wodak, “maar die wordt door populisten overdreven”.

Ruth Wodak citeert in haar boek uitvoerig een toespraak die Geert Wilders in 2011 in Rome hield. Hier, vertaald, een fragment:

“Dit onvermogen om onze eigen cultuur te verdedigen heeft immigratie tot de gevaarlijkste bedreiging gemaakt die tegen het Westen kan worden gebruikt. Het multiculturalisme heeft ons zo tolerant gemaakt dat we de intoleranten tolereren.

“Dames en heren, vergis u niet: onze tegenstanders zijn zich terdege bewust van onze zwakte. Ze beseffen dat het patroon dat tot de val van Rome leidde, vandaag de dag ook in het Westen speelt.”

3. Maak kiezers wijs dat ‘het volk’ een homogeen geheel is en wijs ‘vreemde elementen’ aan

Volk, elite en algemene wil kom je ook bij linkse populisten tegen. Een dimensie die uitsluitend radicaal-rechts typeert, zegt Wodak, is nativisme: de suggestie dat ‘het volk’ een zó homogeen geheel is dat er buitenstaanders zijn die er niet bij kunnen horen. Bijvoorbeeld omdat hun familie oorspronkelijk van elders komt. Nativisten wijzen in eigen land ‘vreemde elementen’ aan en behandelen die als een bedreiging.

“Prop ons land (...) niet vol met nog meer gelukzoekers en profiteurs die parasiteren van ons geld, huizen, uitkeringen, zorg en Nederland onveilig maken. (...)”, twitterde Geert Wilders in 2021.

Of kijk naar de verkiezingsposter van de Hongaarse rechts-populistische partij Jobbik uit 2010, met een insect op een verbodsbord en de tekst ‘Maak een einde aan parasitisme. Je kunt ook Jobbik stemmen!’ Jobbik doelde daar destijds mee op Joden en Roma.

4. Wijs zondebokken aan

Angst aanjagen en nativisme kunnen niet zonder zondebokken. Wodak toont campagneposters van radicaal-rechts die in steeds nieuwe variaties in maar liefst vier Europese landen opdoken: Zwitserland, Duitsland, Italië en Spanje. Alle drie tonen witte schapen die een zwart schaap wegschoppen, met teksten als ‘Verdrijven van criminele buitenlanders / zekerheid bieden’ en ‘Wij ruimen op’.

5. Creëer hoop

Is de angst voor vreemde elementen eenmaal aangejaagd, dan gaat de rechtse populist hoop creëren. Het recept is eenvoudig, laat Wodak zien: “Wijs je zondebokken aan. Via hen jaag je angst aan. Met de belofte de zondebokken aan te pakken creëer je hoop. En zo zorg je voor een ogenschijnlijke oplossing.”

“We gaan een muur bouwen”, beloofde Donald Trump tijdens zijn campagne voor de verkiezingen van 2016. “Ik zal migratie onder controle houden en zorgen voor veiligheid voor iedereen”, beloofde Marine Le Pen vorig jaar tijdens haar campagne voor de Franse presidentsverkiezingen.

6. Beloof law-and-order

Wie belooft om korte metten te maken met de aangewezen zondebokken, heeft law-and-order nodig, oftewel een strikt hiërarchisch geordende samenleving waar overtredingen streng worden bestraft. Donald Trump verkoopt dus een reeks campagneborden met de tekst ‘Law & Order – Vote Trump’.

Hand in hand met dat soort patriarchaal getint autoritarisme, vult Léonie de Jonge aan, gaan antifeminisme en antigenderdenken, “soms op het bizarre af”. Zelfs de lesbische voorvrouw Alice Weidel van de Duitse radicaal-rechtse AfD, getrouwd met een immigrant uit Sri Lanka, promoot traditionele, witte gezinnen met een vader en een moeder en zegt anti-genderdenken en anti-woke te zijn. “Als je beweert dat een volk homogeen is, is er geen ruimte voor afwijkende opvattingen”, zegt De Jonge.

Alice Weidel van de Duitse partij AfD: lesbisch en getrouwd met een migrante uit Sri Lanka, en toch promoot ze traditionele, witte gezinnen.Beeld AFP

7. Presenteer een sterke leider die ook entertainer is

Om de hoop op het streng aanpakken van zondebokken in stand te houden, moet de radicaal-rechtse populist zich profileren als een sterke leider. Maar wat is dat? Vroeger werd dit toegeschreven aan charisma, zegt Wodak. “Tegenwoordig komt er meer bij kijken. Een sterke leider is nu een overtuigende mediapersoonlijkheid. En een overtuigende mediapersoonlijkheid houdt de aandacht vast door ook entertainer te zijn. Zo verzamelt hij veel volgers in de sociale media en kan hij daar eigen mediakanalen creëren.”

Dat Donald Trump van dit alles een uitmuntend voorbeeld is, hoeft nauwelijks meer te worden uitgelegd. Hoezeer Trump zelf vertrouwt op zijn macht als entertainer, bleek deze maand nog tijdens de State of the Union van president Joe Biden. Trump verspreidde fragmenten van deze Amerikaanse ‘troonrede’ via zijn eigen kanaal Truth, waarbij hij Biden via Snapchat uitdost met vlechtjes, een hoedje en een Pinokkio-neus. Ophef en aandacht verzekerd.

8. Wees schaamteloos

Met Trump raakte ook de term ‘post-truth’ ingeburgerd: het steeds vanzelfsprekender debiteren van openlijke onwaarheden. Zoals het verspreiden van het gerucht dat Barack Obama’s geboortebewijs vals is en dat hij moslim is. Ruth Wodak vindt ‘post-truth’ alleen niet de juiste term. “Politici hebben altijd gelogen, en dan werden ze daarvoor bestraft.” Wat wél nieuw is, volgens Wodak: “Dat liegen zo normaal is geworden dat de leugen, als die uitkomt, onbestraft blijft. En dat niemand zich er nog voor schaamt.”

De onbeschaamde leugen werd ook hét middel om aandacht te trekken. Wodak spreekt daarom van ‘post-schaamte’. De Nederlandse FvD-voorman Thierry Baudet bijvoorbeeld: hij werd voor gek verklaard toen hij in een podcast van de Amerikaanse website Geopolitics & Empire de complottheorie verkondigde dat een ‘wereldwijde samenzwering van kwaadaardige reptielen’ de wereld wil overnemen. Maar waarschijnlijker is dat hij heel goed wist wat hij deed.

9. Ontken dat je het zo hebt bedoeld

Na de onbeschaamde leugen zegt de rechts-populistische politicus dat hij het zo niet heeft gezegd of bedoeld – Thierry Baudet zei bijvoorbeeld dat hij de reptielen als “een metafoor” had gebruikt. Donald Trump verkondigde zoveel onwaarheden dat ze een eigen Wikipedia-pagina en een speciale rubriek in The Washington Post kregen. De krant telde in de eerste honderd dagen van zijn presidentschap 492 onwaarheden. Aan het eind van Trumps termijn als president stond de teller op 30.573. Dat zijn gemiddeld 21 onwaarheden per dag.

Thierry Baudet van Forum voor Democratie verkondigde de complottheorie dat een ‘wereldwijde samenzwering van kwaadaardige reptielen’ de wereld wil overnemen. Achteraf zei hij dat hij dat als 'een metafoor' had bedoeld.Beeld AFP

Trump illustreert nu volmaakt wat Wodak al in 2015 het grootste gevaar noemde van schaamteloosheid als populistisch gereedschap: waar liegen steeds normaler wordt, en het publiek er murw van raakt, moet een politicus met meer en zwaardere leugens en provocaties komen om nog de aandacht te trekken. Daardoor, waarschuwt Wodak, worden de provocaties van rechts-radicale politici steeds heftiger. Tegelijkertijd treedt het proces in werking dat ervoor zorgt dat we radicaal-rechtse uitingen, immers murw geworden, steeds “gewoner” gaan vinden.

Zo komt tussen rechts-populistische politici, media en kiezers een onophoudelijke interactie op gang, die Wodak daarom “het perpetuum mobile” van het rechts-populisme noemt. Dit is de spil van de normalisering van radicaal-rechts.

10. Houd de ophefmachine draaiend

De rechts-populistische politicus provoceert en verspreidt onwaarheden; (sociale) media hebben het daarover; de populist ontkent; media berichten daarover; de populist heeft zo de aandacht en komt met een nieuwe provocatie of onwaarheid; media berichten daarover, enzovoort. Zo blijft de rechts-populistische politicus in de aandacht staan. En op een gegeven moment heb je dan zo vaak ‘eigen volk eerst’ gehoord, zegt Wodak, dat bijna niemand er nog tegen protesteert. Terwijl dat veertig jaar geleden nog wél gebeurde. “Er trad gewenning op”, zegt Wodak. “En wat je daarna ziet, is dat andere partijen de agenda van radicaal-rechts overnemen.”

Die hebben bijvoorbeeld al zo vaak gehoord dat migranten ‘onze woningen inpikken’ dat ook de middenpartijen het normaal gaan vinden om migranten te noemen bij een woningcrisis die niet door migranten is veroorzaakt.

En dan is er definitief een migrantenprobleem dat moet worden opgelost. “En dán”, zegt Wodak, “is het gedachtegoed van radicaal-rechts dus genormaliseerd.” Dit is de ‘mainstreaming’ van radicaal-rechts. En volgens de onderzoekers zitten we daar nu middenin.

Tot slot: hoe nu verder?

In Wallonië, zag Léonie de Jonge in haar onderzoek, was het zeer effectief dat gevestigde partijen en traditionele media zelfbeheersing toonden rond radicaal-rechts. Sociaaldemocratische partijen gaven hun sociaal-economische agenda niet op en namen geen gemakkelijk scorende thema’s over van radicaal-rechts, over bijvoorbeeld veiligheid en migratie. Journalisten spraken af niet te berichten over partijen die anderen van hun vrijheden willen beroven.

Radicaal-rechts kreeg daardoor in Wallonië geen voet aan de grond. Duidelijke afspraken over grenzen aan de berichtgeving zijn dus belangrijk, zegt De Jonge. “Maar voor de aanpak van Wallonië is het in Nederland te laat.” Het perpetuum mobile draait te lang: het normaliseren is allang aan de gang.

Wat media nog wel kunnen doen, zegt Wodak, is afremmen. Dit door bijvoorbeeld nieuwe onwaarheden en provocaties uit krantenkoppen en praatprogramma’s te houden: “Breng het kleiner. Nooit op de voorpagina, niet boven aan je nieuwssite, niet in de opening van het journaal. Breng het ergens verderop.”

Citeer ook zo min mogelijk, zegt Wodak, maar vat antidemocratische uitspraken liever samen: “Bericht niet dat Geert Wilders ‘minder, minder Marokkanen’ riep, maar vat de methode samen: Wilders heeft opnieuw willen provoceren door Marokkanen te beledigen.”

Journalisten in Wallonië spraken ook af radicaal-rechtse politici nooit live op tv te brengen, om onverwachte provocaties te voorkomen. Wodak zet daar vraagtekens bij: “Het was onmogelijk om de toespraak van Trump en de bestorming van Capitol Hill daarna níét uit te zenden. Mensen moeten zien dat radicaal-rechts niet alleen fantaséért over het bedreigen van de democratie, maar dat het dat ook effectief doet.”