Direct naar artikelinhoud
De vragen van ProustCoely Mbueno

‘Soms moesten we met 250 euro per maand rondkomen. Toch dacht ik altijd: het komt wel goed. Die overtuiging heeft me door mijn jeugd geholpen’

Coely: ‘Soms moesten we met 250 euro per maand rondkomen. Toch dacht ik altijd: het komt wel goed! Die overtuiging heeft me door mijn jeugd geholpen.’Beeld Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Twintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: rapster en zangeres Coely Mbueno (30). Wie is zij in het diepst van haar gedachten?

1. Hoe oud voelt u zich?

“Ik ben onlangs 30 geworden, maar hoe oud ik me vóél? Dat verschilt echt van dag tot dag. Als je er van buitenaf naar kijkt, leid ik natuurlijk een vrij volwassen leven: ik ben getrouwd, heb een zoontje, met mijn carrière loopt het goed. Ik ben dankbaar voor die stabiliteit, want die heb ik als kind niet altijd gehad.

“Er zijn dagen waarop ik bij het wakker worden meteen merk: ik voel me goed, I got this. Op die dagen voel ik me precies mijn leeftijd. Maar er zijn ook momenten waarop al die druk en verantwoordelijkheid me te veel worden. Dan ben ik plots zo énorm overweldigd door alles, en raak ik niet vooruit. Op zulke momenten kan ik me weer een hulpeloze twaalfjarige voelen. (lacht)

“Ik keek er trouwens oprecht naar uit om 30 te worden. Ik vind het een mooie leeftijd: door het zelfinzicht dat je met de jaren krijgt, voel ik vandaag veel beter aan wat voor mij werkt, en wat ik niet meer wil in het leven. Alles wat niet meer authentiek aanvoelt moet weg. Sporten deed ik vroeger bijvoorbeeld om een zogenaamd perfect lichaam te hebben. Vandaag weet ik: het is het mij niet waard om elke dag naar de sportschool te gaan om aan een ideaalbeeld te voldoen. Ook op muzikaal vlak weet ik beter wat ik wil. Steeds vaker denk ik: less is more. Het hoeven niet alleen maar grote refreinen te zijn, het mag allemaal net iets ingetogener.”

2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Ik ben een doorzetter. Hoe ik me ook voel, ik zal mijn job doen. Soms vind ik dat een vervelende eigenschap, want ik verplicht mezelf ook vaak om door te bijten, zelfs als mijn gezondheid eronder lijdt. Dan heb ik bijvoorbeeld zoveel shows ingepland zonder enige rust tussendoor, wat dan op mijn lichaam begint te wegen. Ik zou eigenlijk langer moeten recupereren, eens alles buitensluiten, maar dat doe ik nog te weinig. Ik probeer eraan te werken, en voel vandaag in elk geval beter aan wanneer mijn lichaam nood heeft aan rust. Dan doe ik mijn best om toch een beetje op de rem te staan.”

3. Wat is uw passie?

“Een groot deel van de tijd is dat natuurlijk: muziek! Dat is mijn allergrootste drijfveer in het leven. Maar wanneer je passie ook je job wordt, durft die grote liefde zich weleens te verstoppen. Dat is in het verleden een paar keer gebeurd, ja.

“De keer dat de passie voor muziek het langst verdween, was in de periode waarin ik me sowieso niet goed in mijn vel voelde. Ik was aan het werken aan mijn eerste album, Different Waters, en plots kreeg mama een beroerte en moest ik de zorg voor mijn twee jongere broertjes overnemen. Toch bleef ik maar doorgaan, op automatische piloot. Op dat moment werd die reusachtige passie voor muziek plots een job. Héél bevreemdend en akelig. Ik heb veel op survivalmodus gedaan, ook al konden mensen dat niet altijd aan mij zien. Ik zette een masker op, en ging door.

“De passie terugvinden, dat was echt niet gemakkelijk. Ik denk dat de verplichte pauze door de pandemie op het juiste moment kwam. Alle ballast viel even weg. Ik herinner me nog dat ik op een avond in de zetel lag en een van mijn liveshows op Pukkelpop opnieuw bekeek, iets wat ik normaal nooit doe. De menigte die aan het roepen was, mezelf zien performen: ik kreeg er echt kippenvel van. Toen besefte ik weer: dit is waarom ik het allemaal doe.”

Coely: ‘Vroeger kropte ik alles op, omdat ik niemand tot last wilde zijn. Maar de eenzaamheid van alles alleen te verwerken, daar wil ik nooit naar terug.’Beeld Stefaan Temmerman

4. Is het leven voor u een cadeau?

“O ja, zeker! Ik ben gezegend met een groot optimisme. Het leven is zo mooi, en dat durven we weleens te vergeten doordat we met zo’n hoge snelheid leven. Ik probeer mezelf er ook regelmatig aan te herinneren dat ik niet mag vergeten te genieten. Het leven is al zo kort!

“Die ingebakken positiviteit heb ik altijd gehad. Ook als kind. We leefden thuis met heel weinig middelen, zeker toen papa en mama uit elkaar gingen, en mama ons dus alleen moest opvoeden. Soms moesten we met 250 euro per maand rondkomen. En toch dacht ik altijd: het komt wel goed! Die overtuiging heeft me door mijn jeugd geholpen.

“Sinds ik zelf moeder ben, geniet ik trouwens bewuster van het leven. De momenten waarop ik tijd voor mezelf kan nemen, zijn ook gewoon zeldzamer geworden. Daardoor apprecieer ik ze nog meer. Mijn nagels laten verzorgen of een ontbijtje in mijn favoriete koffiebar: het zijn allemaal momenten waar ik nu enorm van kan genieten. In de rush van de dag lukte me dat vroeger niet altijd.”

5. Wat was de moeilijkste periode in uw leven?

“Dat was de periode waarover ik het net had, net nadat mijn debuutalbum was uitgekomen. Voor de buitenwereld leek het me toen voor de wind te gaan − vanuit het niets was ik een bekende artiest geworden, ik werd voor allerlei shows en festivals geboekt − maar achter de schermen liep het níét goed. Ik moest een tweede album maken, en wist niet hoe ik daaraan moest beginnen, of wie ik was als artiest. Mama werd opnieuw ziek, en ook trauma’s uit het verleden kwamen weer de kop opsteken. Het feit dat we in zoveel armoede waren opgegroeid, de explosieve scheiding van mijn ouders toen ik 6 jaar was...

“Als kind had ik daar allemaal niet zoveel aandacht aan besteed, maar vroeg of laat benen zulke kwetsuren je toch bij. Er kwam toen zoveel samen, en het werd me allemaal te veel. (stil) Ik ben toen in een zware depressie beland. Ik zag het allemaal niet meer zitten, had nergens nog zin in. Er is toen echt iets in mij geknakt. Twee jaar heb ik het allemaal heel somber ingezien.

“Vandaag is die donkerte voor het grootste deel verdwenen, onder andere door met een psycholoog te praten. Ik heb een lange weg afgelegd, en ben echt blij dat ik zo aan mezelf heb gewerkt. De mooie momenten in het leven vind je na zo’n moeilijke periode ook veel minder vanzelfsprekend. Daar komt het nummer ‘Alive’ vandaan, dat op mijn tweede album staat. Het gaat over de schoonheid die je kunt voelen wanneer je, na een periode van intens lijden, weer boven water komt. Als je gewapend met heel wat nieuwe inzichten weer midden in het leven staat.”

BIO • Zangeres en rapster •Tekende in 2012 als 18-jarige bij platenlabel Beatville en bracht de single ‘Ain’t Chasing Pavements’ uit • In 2013 door Studio Brussel gekroond tot ‘koningin van het Belgische festivalseizoen’ • Bracht in 2017 het album Different Waters uit - Won dat jaar twee MIA’s (‘Solo vrouw’ en ‘Urban’) en de Vlaamse Cultuurprijs voor Muziek • Werd in 2023 ontmaskerd als Raaf in The Masked Singer • Was een van de coaches in The Voice Kids • Getrouwd, heeft een zoontje

6. Welke kleine alledaagse gebeurtenis kan u blij maken?

“O, dat zijn er véél! Knuffelen met mijn zoontje in bed. Mijn favoriete zwerfkat in de tuin zien rondlopen, een Garfield-achtig beestje dat ik de naam ‘Orange’ heb gegeven. Ontbijten in mijn vaste koffiebar.

“Ik kan door het minste ontroerd raken. Het is een eigenschap die ik koester. Ik hoop dat ik de schoonheid van het alledaagse nooit vanzelfsprekend ga vinden. Dat lijkt me vreselijk.”

7. Wat biedt u troost?

Gospel songs! Als ik een slechte dag heb, is er niks dat meer emotie losmaakt dan die muziek. Ik moet er onmiddellijk van huilen, maar vaak zie ik het leven daarna weer helemaal zitten. Het is een effect dat ik eigenlijk wel heb met muziek in het algemeen. Muziek helpt me om mijn emoties de vrije loop te laten.

“Ik probeer ook om wat vaker anderen te betrekken in de momenten dat ik me niet goed voel. Dat heb ik lang moeilijk gevonden. Vroeger kropte ik alles op, omdat ik niemand tot last wilde zijn. Maar de eenzaamheid van alles alleen te verwerken, daar wil ik nooit naar terug. Twee weken geleden voelde ik me bijvoorbeeld echt niet goed, en heb ik een vriendin opgebeld. Die zei meteen: kom af! Vroeger zou ik haar hulp weggewuifd hebben, maar nu ben ik effectief naar haar gereden. Even met haar praten deed zo’n deugd, en nadien voelden we ons allebei beter.”

8. Wat is uw grootste angst?

“Angst zélf. Ik vind niks zo destabiliserend en onproductief als angst. Soms komt die angst uit het niets aanzetten, zonder duidelijke trigger. Dan begint mijn hoofd opeens te malen, en raak ik de controle kwijt.

“Ik heb ook een tijd met hevige paniekaanvallen gekampt. Dat was vreselijk: mijn lichaam verkrampte volledig, ik moest me aan de tafel vastklampen om toch een béétje houvast te hebben. Zeker in de periode vlak na de pandemie, toen we voor het eerst weer shows konden spelen, had ik daar veel last van. Plichtsgetrouw heb ik toen mijn job gedaan, maar die eerste shows stond ik als bevroren op dat podium. Ik ben blij dat ik daar inmiddels van verlost ben. Tijdens het zingen van een eerste nummer sta ik soms nog wat trillerig op mijn benen, maar tegen het tweede nummer ben ik daar vaak overheen.”

9. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Ik huil sowieso best vaak, elke maand wel een twee- of drietal keer. Maar de laatste keer, dat moet dus twee weken geleden geweest zijn. Ik was weer eens beginnen piekeren, en plots twijfelde ik aan alles. Klopt het nog wel allemaal, ook op muzikaal vlak? Ben ik aan het doen wat ik moet doen, of ben ik per ongeluk het verkeerde pad ingeslagen? Gelukkig verdwijnt die twijfel ook weer snel, maar op het moment zelf kan ik dan echt huilen van pure onmacht.

“Het is niet zozeer dat ik twijfel om iets anders dan muziek te doen. Maar soms denk ik wel: hoelang zal dit allemaal nog blijven duren? Zal het me lukken om nog jarenlang succesvol te blijven als artiest? Ik sukkel ook met mijn gezondheid − een te hoge bloeddruk en een conditie waardoor ik niet genoeg witte bloedcellen aanmaak − wat het moeilijk maakt om zo’n fysiek belastende job te hebben.

“Ook als mijn zoontje het moeilijk heeft, gebeurt het dat ik uit machteloosheid begin te huilen. Of als ik mijn regels heb: dan moet iedereen me gerust laten. Dan huil ik bij elke film.” (lacht)

10. Bent u ooit door het lint gegaan?

“Dat gebeurt niet zo vaak. Het grootste deel van de tijd ben ik heel chill en hou ik van de mensen om me heen. Maar als je me tot een punt drijft waarop ik zo lang op mijn tong heb gebeten, dan knak ik, en begin ik mensen de huid vol te schelden. O, ik kan echt snijden met woorden! Je zou bijna denken dat ik anger issues heb, maar dat is het niet: ik heb de woede tegen dat moment gewoon zo lang binnengehouden dat ontploffen de enige manier is waarop ze nog naar buiten kan komen. Maar dat gebeurt gelukkig zelden.”

11. Hoe was uw kindertijd?

“Er zijn twee kanten aan mijn jeugd. Er waren natuurlijk de moeilijkheden, zoals de armoede die bij ons thuis heel zichtbaar aanwezig was. Het is een ongelooflijk heftige ervaring om je moeder te zien huilen omdat ze niet weet hoe ze het einde van de maand zal halen. (geëmotioneerd) Tot op de dag van vandaag vind ik het moeilijk om aan die periode terug te denken.

“We hadden toen gelukkig ons gebed om ons aan vast te klampen. Ik zie ons daar nog met z’n allen zitten in de zetel, biddend dat het allemaal weer goed zou komen. Ook het ontplofte huwelijk van mijn ouders heeft me getekend. Ik heb me even ingebeeld dat hun relatiebreuk mijn schuld was, wat natuurlijk helemaal niet het geval was. Maar dat schuldgevoel heeft me lang achtervolgd.

“Door wat er allemaal gebeurd is, denk ik soms dat ik geen echte jeugd heb gehad, maar eigenlijk is dat niet waar. Want er waren ook veel mooie momenten in mijn kindertijd. In het appartementsblok in Antwerpen-Zuid, waar we woonden, speelden mijn broer en ik de hele tijd buiten met de andere kinderen uit de buurt. We waren voortdurend choreografieën aan het bedenken of naar muziek aan het luisteren. Er was zo’n groot samenhorigheidsgevoel. Ik kan tranen in de ogen krijgen als ik aan die momenten terugdenk, omdat ik ze op een bepaalde manier ook mis.”

Coely: ‘Ik heb een moeizame relatie met mijn lichaam. Niet door hoe het eruitziet, maar door het feit dat het me zo vaak tegenwerkt.’Beeld Stefaan Temmerman

12. Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?

“Véél posters uit Joepie. Michael Jackson, Beyoncé, Britney Spears: ze hadden allemaal een plekje aan mijn muur. Maar ik maakte ook zelf graffititekeningen op mijn slaapkamermuur. Tot grote ergernis van mama.” (lacht)

13. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“O ja, veel! Ik ben altijd gelovig geweest, en ben dat nog steeds. God zit voor mij in alles. Als ik in de tuin sta en naar de natuur kijk, denk ik soms: het feit dat dit allemaal bestaat, dát is God. Maar soms ervaar ik God ook door andere mensen heen, wanneer iemand me bijvoorbeeld aanmoedigt op een moment dat ik het hard nodig heb.

“Of er een concreet moment is waaraan ik nu terugdenk? Ja! Vorig jaar zou ik aan een clubtournee beginnen, en merkte ik dat ik een onverklaarbare angst had om weer op dat podium te stappen. De hele tijd dacht ik: gaat dit me wel lukken? De dag voor die tournee heb ik gebeden, en God om hulp gevraagd. En effectief: op de dag van de show was ik een compleet ander mens. Tijdens het concert was mijn ademhaling on point, mijn hoofd leeg, en heb ik me zó geamuseerd. Op zulke momenten besef ik: ik ben niet alleen!”

14. Hoe definieert u liefde?

“Dat vind ik moeilijk! Mijn man en ik zijn nu tien jaar samen, waarvan vier jaar getrouwd. En vanaf het eerste moment dat ik hem ontmoette, had ik het gevoel dat hij me zág. Ik kon compleet mezelf zijn, hoefde niet te doen alsof. Dat had ik voordien nog nooit meegemaakt. Ik wist dus heel snel dat hij de liefde van mijn leven was. Als je zo jezelf kunt zijn bij iemand, weet je dat je jouw persoon gevonden hebt.

“We zijn nochtans heel verschillend, hoor. Mijn man is bijvoorbeeld geen muzikant, maar werkt in een autozaak in Dendermonde. Ik denk niet dat ik het zou aankunnen om met een andere artiest samen te zijn, ik vind het juist verrijkend dat we allebei met andere dingen bezig zijn.

“Het feit dat mijn ouders uit elkaar zijn gegaan, heeft mijn eigen kijk op de liefde wel gekleurd. In de zin dat ik meteen wist: scheiden is niks voor mij. Ik geloof oprecht dat, als mensen écht van elkaar houden, er altijd wel een manier te vinden is om de liefde te doen heropleven. Dat vergt soms wat tijd en werk, want als mens verander je natuurlijk voortdurend. Elkaar tegemoet blijven komen, misschien is dat wel waar het in de liefde om draait?

“Ik denk gewoon dat mijn mama en papa echt niet voor elkaar gemaakt waren. De kern klopte niet, en dat is bij mijn man en mij wel het geval. Dat is het grote verschil. Het is in onze relatie ook al gebeurd dat de communicatie wat stroever liep, bijvoorbeeld door het krijgen van een kind. Maar dan zoeken we naar nieuwe manieren om met elkaar te praten. Omdat de liefde zo groot is, lukt dat ook elke keer weer.”

15. Hoe kijkt u naar uw lichaam?

(zucht diep)Oh boy! Ik heb een moeizame relatie met mijn lichaam. Niet door hoe het eruitziet − daar ben ik niet zo veel mee bezig − maar door het feit dat het me zo vaak tegenwerkt. Ik slaap bijvoorbeeld heel slecht, en moet binnenkort naar de slaappsycholoog. Ik heb onlangs een aantal tests gedaan in het ziekenhuis, en blijkbaar word ik elke nacht wakker tijdens mijn remslaap. Ik voel me dus nooit echt uitgerust.

“Ik heb dan ook nog eens een medische conditie waardoor ik te weinig witte bloedcellen aanmaak, en mijn lichaam een voortdurend zuurstoftekort heeft. Er zijn momenten geweest waarop ik uit pure vermoeidheid niet meer kon stappen, of waarop ik van kop tot teen pijn had als ik gewoon nog maar de trap op wilde lopen. Een oncoloog zei me ooit dat ik het in de toekomst rustiger aan zou moeten doen. Dat was slikken, want mijn metier kun je gewoon niet in een rustig tempo uitoefenen. Als ik op een podium sta, moet ik van hier naar daar kunnen lopen.

“Er zijn een aantal dingen die ik kan doen om de pijn te verlichten. Ik probeer mentaal zo fris en ontspannen mogelijk te zijn, want stress zet zich meteen vast op mijn lichaam. Ik doe met mate aan lichaamsbeweging − te veel is ook niet goed, want dan wordt het te belastend. Ik las meer massages in, zodat mijn lichaam ontspannen aanvoelt. Sowieso ligt de focus vandaag veel meer op hoe mijn lichaam aanvoelt, niet op hoe het eruitziet. Het gaat echt over het bestrijden van pijn en vermoeidheid.”

16. Wat vindt u erotisch?

“Een kus in mijn nek! Oh ja, ik krijg het al warm bij het idee alleen.” (lacht)

17. Wat is de speciaalste plek waar u ooit de liefde bedreven hebt?

(denkt na) “Hm, heel speciale plekken zijn eigenlijk nog niet gepasseerd. De douche, het bed, de tafel: het gebruikelijke hebben we dus al wel gehad. Ik ben nu wel aan het denken aan een plek waar het nog eens móét gebeuren. (gniffelt) Maar welke plek dat is, ga ik niet aan de krant vertellen.”

18. Hoe zou u willen sterven?

“Ik hoop in elk geval op een vredevolle manier, met een glimlach op de mond. Sowieso wil ik niet op een podium neervallen, zoals de bekende Congolese artiest Papa Wemba, die echt tijdens een concert is overleden. Dat lijkt me vreselijk. Tijdens je laatste momenten wil je toch omringd zijn door familie en vrienden?”

19. Wat zou u wensen als laatste avondmaal?

“Een tafel vol Congolese gerechten, die ik dan op m’n gemakje kan leegeten. I’m dying, dus dan maakt het toch niet meer uit. (lacht) Ik zou me van ’s ochtends tot ’s avonds volproppen.”

20. Welke droom hebt u nog?

“Op professioneel vlak wil ik vooral de toekomst voor zich laten spreken. Natuurlijk zit de drang in mij om te overtreffen wat ik al gedaan heb, maar ik weet ook dat daar te veel mee bezig zijn me stress bezorgt. Ik wil dus vooral genieten van wat ik doe, en mijn werk op een gezonde manier blijven uitoefenen. Zonder mijn fysieke of mentale gezondheid uit het oog te verliezen. Als ik zo een superster word, is dat mooi. Maar gebeurt het niet, dan is het ook niet het einde van de wereld.

“Ik zeg ook al lang dat ik eens naar Congo wil gaan. Dat gaat gebeuren ook, maar ik wil het tegelijkertijd niet overhaasten. Het moet praktisch te plannen zijn, tussen alle concerten door, dus ik zie wel wanneer het er het juiste moment voor is. (denkt na) Eigenlijk ben ik op privévlak heel tevreden. Misschien wil ik ooit ook nog een tweede kindje, dat wel.”