Waarom financiële strop voor ontslagen bedienden bij Van Hool veel groter is dan voor arbeiders

Het faillissement bij Van Hool is nog het meest een financiële strop voor de bedienden die ontslagen worden. Als zij bijvoorbeeld anciënniteit hebben opgebouwd sinds 1990, dan hebben ze recht op een verbrekingsvergoeding van ruwweg 32 maanden in totaal. Dat kan oplopen tot ruim 100.000 euro, terwijl het fonds voor sluiting van ondernemingen maximaal 30.500 euro uitkeert.

Dirk Hendrikx

LEES OOK. Doek valt definitief over Van Hool: tot 1.800 banen verdwijnen

Een verbrekingsvergoeding van 32 maanden komt ruwweg overeen met een bedrag dat schommelt rond twee jaarlonen (afhankelijk van de individuele situatie). Dat kan voor de hogere lonen neerkomen op een brutobedrag boven de 100.000 euro. De kans dat de bedienden dit uitbetaald krijgen, is zeer klein. De bevoorrechte schuldeisers, zoals de banken en de overheid (RSZ en belastingen) krijgen als eerste het geld dat nog overschiet na afhandeling van het faillissement. Gezien de 300 miljoen euro schuld van het bedrijf zal er voor de werknemers niks meer overblijven. De bedienden vallen dan terug op een tussenkomst van het fonds voor sluiting van ondernemingen, dat maximaal 30.500 euro uitkeert.

“Na 1 januari 2014 zijn de opzeggingstermijnen van arbeiders en bedienden gelijkgetrokken. Voordien blijven de (veel) lagere opzeggingstermijnen evenwel gelden”

Sam De Voogt

Specialist arbeidsrecht

Voor arbeiders is het een ander verhaal. Ook zij verliezen bij een faillissement, maar het verschil is veel kleiner. “Dat komt omdat tot 31 december 2013 voor arbeiders veel lagere opzeggingstermijnen golden”, zegt specialist arbeidsrecht Sam De Voogt van advocatenkantoor Eubelius. “Na 1 januari 2014 zijn de opzeggingstermijnen van arbeiders en bedienden gelijkgetrokken. Voor de anciënniteit tot 31 december 2013 blijven de (veel) lagere opzeggingstermijnen evenwel gelden. Arbeiders hebben in principe wel nog recht op een ontslagcompensatievergoeding via de RVA.”

32 tegenover 14 maanden

Het komt er ruwweg op neer dat een arbeider als verbrekingsvergoeding voor de periode vanaf 1 januari 2014 33 weken loon krijgt, zo’n 8 maanden dus, net zoals de bedienden. Maar voor de periode 1990-2014 is dat maar 154 kalenderdagen, bijna 6 maanden dus (normaal is dat nog minder, 112 dagen, maar het paritair comité van Van Hool had een gunstiger regeling bedongen). In totaal heeft een arbeider met anciënniteit vanaf 1990 dus recht op een totale verbrekingsvergoeding van 14 maanden, tegenover de eerder vermelde 32 maanden voor een bediende.

De financiële impact van het faillissement is totaal anders voor bedienden dan voor arbeiders.© Sebastian Steveniers

Bij de berekening van de verbrekingsvergoeding wordt rekening gehouden met het totale jaarloon, waarin ook bijvoorbeeld de eindejaarspremie meegenomen wordt, samen met extra’s zoals maaltijdcheques. Zo kunnen arbeiders toch nog duizenden euro’s mislopen door het faillissement. Een vakbondsman schat dat iemand met een beetje anciënniteit zo’n 2.100 euro netto had bij Van Hool, of ruim 2.800 euro bruto (zonder de extra’s). Ook hier is de kans beperkt dat de arbeiders effectief uitbetaald zullen worden door Van Hool. Opnieuw geldt hier een maximale tussenkomst van 30.500 euro.

Slechter dan Ford of Renault

Bij Van Hool werken een stuk of vijf- tot zeshonderd bedienden. Een groot aantal van hen maakt wel een grotere kans om opnieuw aan de slag te mogen bij de overnemer, bijvoorbeeld in de afdeling research en ontwikkeling. “Maar dat is afwachten. Officieel is er niks gezegd over wie wel of niet zal mogen terugkomen”, zegt de vakbondsman.

De ontslagen werknemers van Van Hool zijn slechter af dan die van Ford of Renault indertijd.© Joris Herregods

De werknemers van Van Hool die niet opnieuw aan de slag kunnen bij een overnemer, zijn globaal genomen slechter af dan de werknemers bij Ford en Renault vroeger. Daar ging het om een collectief ontslag, waarbij de bonden met het bedrijf hebben onderhandeld over een sociaal plan met extra vergoedingen boven op het wettelijk verplichte minimum. “Maar dan heb je dus een onderneming nodig die nog niet failliet verklaard werd en over voldoende middelen en tijd beschikt”, zegt Sam De Voogt. “Daarvoor hebben ze bij Van Hool mogelijks te lang gewacht. Als ze eerder hadden geanticipeerd op de ontwikkelingen, dan lagen er misschien nog andere scenario’s op tafel.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER