Archeologen vinden schedel van dromedaris uit Romeinse tijd in Tongeren
"Het gaat over enkele schedelfragmenten en twee goed bewaarde bovenkaken", verduidelijkt De Cupere. "Ze werden opgegraven in een greppel die door een laatderde-eeuwse Romeinse muur snijdt." Een labo van de universiteit van Wenen zal nog DNA-onderzoek uitvoeren en er zijn stalen opgestuurd voor C14-datering (koolstofdatering) naar het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium in Brussel.
"DNA-onderzoek bepaalt de leeftijd en het geslacht van het dier. We spreken nu over de resten van een vrij groot en struis dier, wat sterk doet vermoeden dat het om een volwassen, mannelijke dromedaris gaat. Maar om uitsluitsel te hebben, moeten we dus een DNA-staal nemen. Zo zijn we zeker dat het geen "hybride" is. De Romeinen kruisten namelijk vaak dromedarissen met kamelen om zo grotere en stevigere dieren te kweken", verduidelijkt Peter Cosyns, postdoctoraal onderzoeker aan de VUB, specialist Romeinse archeologie en voormalig stadsarcheoloog van Tongeren, in "De ochtend" op Radio 1.
"Dromedarissen waren lastdieren"
"Vondsten van kamelen of dromedarissen zijn erg zeldzaam in het West-Romeinse Rijk", aldus Cosyns. "Ze worden meestal aangetroffen op drukke handelsroutes, wat doet vermoeden dat ze vooral als lastdier werden gebruikt. In de literatuur vinden we ook aanwijzingen voor militair gebruik. In het geval van de Tongerse dromedaris werd die wellicht ingezet voor transport op de handelsroute tussen Keulen en Boulogne-sur-Mer of tussen Nijmegen en Metz", aldus Cosyns. "Ze waren namelijk heel mobiel en werden speciaal ingezet op moeilijk begaanbaar terrein."
Het is nog maar de tweede vondst van een Romeinse dromedaris of kameel op het Belgische grondgebied. In 2007 werden ook in Aarlen al enkele beenderfragmenten opgegraven, ook daar op een belangrijke handelsroute. Verder zijn er enkele geïsoleerde vondsten, van Hongarije tot Engeland.