Direct naar artikelinhoud
InterviewKris Vanhaecht

Kans op overlijden varieert sterk per ziekenhuis: ‘We hadden wel verschillen verwacht, maar zo groot niet, neen’

-Beeld RV, Tessa Kraan

In het ene ziekenhuis heeft een patiënt vier keer meer kans om te overlijden dan in het andere. Dat concluderen onderzoekers van de KU Leuven. ‘Het zou nuttig zijn om de inspectie eerder naar ziekenhuizen te sturen die slechter scoren’, zegt professor kwaliteitsmanagement Kris Vanhaecht (KU Leuven).

Jullie vergeleken de cijfers van 99 Belgische ziekenhuizen met elkaar over een periode van tien jaar en concluderen dat 4.000 doden vermeden kunnen worden als de slechtste 25 ziekenhuizen het kwaliteitsniveau van de mediaan proberen te halen. Hoe kan het dat die verschillen zo groot zijn?

“En als we die slechtste scoorders tot het niveau van de twintig beste ziekenhuizen zouden brengen, zou dat cijfer nog groter zijn. We hebben in ons onderzoek met een aantal factoren rekening gehouden die die verschillen zouden kunnen verklaren - zoals patiëntenkenmerken, de grootte van het ziekenhuis, of de regio - maar die hebben dus geen invloed op de resultaten. We moeten dus op zoek naar meer diepgaande oorzaken.”

Aan wat denkt u dan?

“We zien in ons onderzoek dat een ziekenhuis meestal niet maar op één afdeling, maar op verschillende afdelingen slecht of goed scoort. Dat wijst erop dat de verschillen niet alleen met de individuele artsen te maken hebben, maar waarschijnlijk met hogere organisatiekenmerken. Ik denk dan bijvoorbeeld aan de samenwerking tussen de teamleden, hoe de werksfeer is, of er een kwaliteitscultuur is.”

Wie een maag-darmbloeding heeft, heeft in ziekenhuis A vijf keer meer kans om te overlijden door een complicatie dan in ziekenhuis B. Hadden jullie zulke grote verschillen verwacht?

“We hadden wel verschillen tussen de ziekenhuizen verwacht, maar zo groot niet, neen. Bovendien had ik gehoopt op een grotere daling in het aantal overlijdens in die tien jaar. Die is nu maar licht afgenomen, terwijl het aantal heropnames sterk gestegen is. Als je weet dat 97 procent van de patiënten in ziekenhuizen níét overlijdt, weet je dat er ook daar nog werk aan de winkel is.”

De ranking van de ziekenhuizen uit jullie onderzoek is niet openbaar. Hebben patiënten niet het recht om te weten in welke ziekenhuis ze een hogere kans op sterven hebben?

“Ik zou patiënten momenteel niet aanraden om op basis van de cijfers die wij hebben, een keuze te maken. Enerzijds omdat we die data verzameld hebben tussen 2008 en 2018. Het gaat dus om relatief ‘oude’ cijfers. Intussen is er de coronaperiode geweest en hebben ziekenhuizen soms zelf een nieuwe aanpak of kwaliteitsinitiatief gelanceerd. We hebben nu de meer recente cijfers opgevraagd, in de hoop de studie te herhalen en nog dieper te kunnen graven.”

“Anderzijds is het ook niet aan ons als wetenschappers om een openbare ranking te maken van ziekenhuizen, zeker niet zolang we niet weten wat de verschillen veroorzaakt. Daarom juich ik het toe dat de regionale en federale overheden in ons land ook steeds meer werk maken van transparantie, net als steeds meer ziekenhuizen zelf. Op zorgkwaliteit.be staan bijvoorbeeld al een heleboel cijfers over ziekenhuizen die met naam en toenaam vermeld zijn.”

Idealiter maakt het natuurlijk niet uit in welk ziekenhuis je als patiënt behandeld wordt. Hoe werken we die verschillen weg?

“Het zal in ieder geval een werk van lange adem zijn, want je implementeert niet zomaar de aanpak van een topziekenhuis elders. Ik hoop dat de overheid verdergaat op de ingeslagen weg en de nodige data verder beschikbaar blijft stellen. Het zou bijvoorbeeld ook nuttig zijn om de inspectie eerder naar ziekenhuizen te sturen die slechter scoren. Ziekenhuizen zelf kunnen dan weer meer aandacht hebben voor de werking binnen teams, meer met elkaar samenwerken rond kwaliteit, incidenten durven bespreken en kwaliteitsmanagers laten inzetten op factoren waarop zij minder goed scoren. Ook patiënten spelen een rol: als zij kritische vragen stellen, moeten ziekenhuizen eigenlijk dankbaar zijn dat ze mee nadenken over kwaliteit.”